woensdag 16 februari 2005

Hugo de Groot

Vandaag ging het boek Seafarers’ Rights door mijn handen. Het woord seafarer komt naar ik aanneem van het Nederlandse woord ‘zeevaarder’. Ik kon het niet laten om even in het register te kijken of Hugo de Groot in het boek voorkomt: een “grote Nederlander”, internationaal vermaard door zijn boek over het zeerecht. En ja, ik schoot meteen raak: “Grotius, Hugh” staat er in.

De tekst, vrij vertaald: “Rond deze tijd [1958] werden de grondbeginselen van de vrijheid van de zee wettelijk vastgelegd (gecodificeerd) in internationale verdragen. De discussie tussen ‘mare liberum’ en ‘mare clausum’ dateert van de debatten tussen de Nederlandse jurist Hugo Grotius, die pleitte voor een ongehinderde zeevaart tussen landen in het belang van de handel, en de Engelsman John Selden, die pleitte voor het recht om delen van de zee af te sluiten in het belang van de visserij. De liberale beginselen bloeiden en de principes van Grotius kwamen terecht in de vier zeeconventies van 1958.”

Ik herinner mij in dit verband de visserijoorlog tussen Engeland en IJsland, nota bene twee Navo-landen, in de jaren ’70. Groot-Brittanië betwistte met geweld IJslands recht op een 200-mijlszone en bevocht hier dus de vrije zee juist in het belang van de visserij, de eigen visserij, wel te verstaan.

De “grote Grotius” spreekt om een andere reden tot mijn verbeelding. Zijn beroemde ontsnapping uit Slot Loevestein in een boekenkist bewijst hoe bevrijdend boeken kunnen zijn – en je hoeft ze daarvoor niet eens te lezen.

Deirde Fitzpatrick & Michael Anderson: Seafarers' rights. Oxford UP, 2005. ISBN 0-19-927752-4 (pag. 22-23).

1 opmerking:

  1. [reactie Bas 2005-02-17]
    [herplaatst door webmaster]

    Reactie Bas:

    De vrije zee klinkt heel nobel, maar in de internationale politiek zie je vaak dat het leidende land de regels in de internationale politiek stelt.
    De Republiek had voor de handel belang bij een vrije zee zonder allemaal rechten en plichten die door pausen en koningen werden uitgedeeld. Ook de uitvinding van de soevereiniteit van landen in 1648 is een oplossing om tot een status quo te komen met al die (godsdienst)oorlogen waarin buurlanden zich met elkaars "binnenlandse aangelegenheden" bemoeiden.
    En dan met een hele grote sprong naar het heden. De VS doeken nu die absolute soevereiniteit weer op om vrijheid en democratie te verspreiden. Heel nobel allemaal, maar met een realpolitik-bril op gewoon het dominante land dat de regels van het spel maakt. En als Nederland hebben we dat ook even mogen doen.

    BeantwoordenVerwijderen