zaterdag 29 juli 2006

Grote stad

Met Nederlandse vrienden die in het Zuid-Beierse Oberammergau kamperen afgesproken in München. Sander (12) moet beslist naar deze stad, want daar kan hij in de Conrad-winkel nieuwe profielbanden kopen voor zijn radiografisch bestuurbare auto. Supergladde slipbanden heeft hij al - dat heb ik zelf gezien. We spreken af bij het winkelcentrum en gaan daarna de oude stad bekijken. Ik vertel dat München de derde stad van Duitsland is, na Berlijn en Hamburg. Dat Berlijn de grootste stad van Duitsland is, weet Sander wel: ze hebben er vijf Conrads!

donderdag 27 juli 2006

Vlag mag

Duitsland is veranderd. Ik had er al over gelezen in de krant. Vlaggen mag weer. Duitsers voelen zich weer Duitsers. Niet zo uitbundig, diepgeworteld en overdreven als het Hollandse oranjegevoel. Maar toch. Het mag weer. Het Duitsland-gevoel is geen vies gevoel meer.

Al vanuit de trein vallen mij her en der de Duitse vlaggen op. Vlaggen die uit een raam hangen, vlaggetjes aan auto's, grote vlaggen aan een vlaggenmast. Schwarz-rot-gelb. Vlaggen op straat, dat zag je vroeger nooit. Duitsland is geen wereldkampioen geworden, maar wel bevrijd van zijn bescheidenheid.

Eigenheid en zelfbewustzijn zijn gezond. Een sterk land als Duitsland kan het kijk-eens-ik-ben-klein niet eeuwig volhouden. De bescheiden Bonner Republik is voorbij. Het mondaine Berlijn is terug.

Toch geven die vlaggen mij ook een wat ongemakkelijk gevoel. Dat begint met die gitzwarte baan van de Duitse vlag en ik ben nu eenmaal allergisch voor zwart. Maar ook al dat oranje in de Nederlandse straten geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Het gevoel van: vluchten kan niet meer. Wie niet meedoet aan deze gekte, is gek.

Maar ik snap natuurlijk niks van voetbal en begrijp het gedoe niet om een onschuldig spelletje.

vrijdag 21 juli 2006

Privacy: goed & slecht nieuws

In de Automatiserings Gids vandaag een goed bericht en een slecht bericht over privacybescherming.

Amsterdamse onderzoekers hebben onder leiding van professor Tanenbaum van de Vrije Universiteit een apparaat ontwikkeld waarmee mensen zich kunnen wapenen tegen het ongewenst uitlezen van chips die radiosignalen uitzenden (RFID-tags). Het apparaatje waarschuwt wanneer een RFID-scanner een chip in bijvoorbeeld iemands kleding, schoenen of bankbiljetten probeert uit te lezen. Europese banken willen bankbiljetten met RFID-chips uitrusten, maar een dief zou dan kunnen scannen wie veel geld bij zich heeft.

Tot zover het goede nieuws. Het slechte nieuws is, dat Bits of Freedom er mee ophoudt. Deze organisatie komt op voor de privacy bij o.a. internet en data-opslag. Door gebrek aan medewerkers en geld ziet de stichting geen toekomst meer.

* Amsterdamse RFID Guardian bewaakt privacy consument
* Bits of freedom houdt er mee op

dinsdag 18 juli 2006

Shot

In het NOS-Journaal van maandagavond zat een shot van enkele seconden dat mij intrigeert. In België is een crimineel ontsnapt uit de gevangenis, de politie omsingelt de winkel waarin hij zich heeft verschanst. Een kort shot van een politieauto, de rechter portier open, de politieman in de auto richt een pistool. “Ha, pistool! Dat beeld moet ik hebben!”, zal de cameraman gedacht hebben en zo ook de redacteur bij de montage. En gelijk hebben ze natuurlijk. Crimineel, politie, omsingeling, pistool.

Maar wat is de betekenis van het beeld? De politieman zit in de auto, rechts voorin, en richt zijn pistool op de voorruit. Hij zal toch niet van plan zijn door de ruit te schieten? De kogel zou lelijk afketsen. Maakt hij een mentale oefening, nog even richten, kort voordat hij ingezet kan worden? Spant hij zijn wapen? Controleert hij het? Of is hij klaar en staat hij op het punt zijn wapen op te bergen? Misschien heeft hij het wapen nog maar net in handen gekregen, want het lijkt mij groter dan een gewoon dienstwapen, bedenk ik mij nu.

Naast de auto staat een vrouw, in zomerse broek en T-shirt, ze praat met de politieman. Wie is zij? Is het zijn vrouw? “Schat, hoe laat denk je vandaag thuis te zijn voor het eten?” Is ze zijn meerdere, die hem nog wat laatste instructies geeft? Heeft zij hem net het wapen gegeven? Is het een getuige, die vertelt waar zij de crimineel gezien heeft. Nee, want je spant, richt of controleert toch geen wapen terwijl je met een getuige praat.

Het valt mij steeds weer op hoeveel onbegrijpelijke beelden wij in journaal en actualiteitenrubrieken voorgeschoteld krijgen. Als je shot voor shot zou tellen, is de meerderheid sfeerbeeld, behang, geen informatie. Soms begrijp je een beeld pas als je meerdere journaals met verschillende montages na elkaar gezien hebt of het nog eens terugkijkt in de herhaling.

In hetzelfde journaal op maandagavond een gesprek tussen Bush en Blair in de pauze van de G8 in Sint Petersburg, terwijl ze zich er niet van bewust zijn dat er een microfoon openstaat. Totdat Blair het ineens doorheeft, even verschrikt de zaal in kijkt en dan schielijk de conferentiemicrofoon uitschakelt. Een kort, prachtig shot overigens. Maar pas bij het derde journaal zie ik de betekenis van dit beeld. Want de eerste twee keer zet hij in de montage de microfoon al uit als het gesprek nog moet komen. Betekenisloos.

De Belgische crimineel bleek niet in de omsingelde winkel aanwezig te zijn. Er is geen shot gelost.

Zie de journaalbeelden van Blair en Bush hier
Alle journaals zijn terug te zien bij NOS Archief Beeld en Geluid

vrijdag 14 juli 2006

Elk zijn eigen domein

De Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) verwacht de registratie van het tweemiljoenste .nl-domein in augustus. Nederland is met 17 domeinnamen per honderd inwoners, koploper in de wereld.

Bron: Automatserings Gids, 14.07.06

maandag 10 juli 2006

Rudi Carrell overleden

Pas maandagmorgen las ik het bericht dat vrijdagmiddag 7 juli Rudi Carell op 71-jarige leeftijd in Bremen is overleden aan longkanker. Hij werd op 19 december 1934 in Alkmaar als Rudolf Wijbrand Kesselaar geboren. Als kind hing ik aan de buis als de Rudi Carell Show er was. Hij had een unieke vorm gevonden, waarmee hij jong en oud wist te boeien. Het hele toneel was omgebouwd tot een onbewoond eiland, een markt, een station, en daarin ontving hij zijn gasten en zong hij z'n liedjes. Kenmerkend was zijn lichtvoetige stijl, zijn gevoel voor understatement. Z'n grapjes waren vaak flauw, maar onschuldig en dat paste weer in die sfeer van 'wat doet het er toe, alles komt goed'. Ik vond het heel erg toen hij naar Duitsland ging, een echt gemis voor de Nederlandse televisie.

Achteraf verbaast mij de impact die hij op mij had: wij kregen in 1963 televisie, in 1964 ging Rudi Carell naar Duitsland, ik heb die show als kind van zeven dus amper een jaar of wat kunnen zien. Van zijn Duitse shows heb ik pas recent iets gezien in een terugblik op de Duitse televisie. Ik heb niets met grote televisieshows, van welke showmaster dan ook, met hun vele licht en glitter en de onvermijdelijke nutteloze trap achteraan het podium waarlangs de artiesten neerdalen en het verplichte applaus van de massa. Als Rudi Carell in Nederland was gebleven, was hij vast ook die kant op gegaan, een echte showmaster, en daar had ik niks aan gevonden. Zijn lichtvoetigheid ging later vaak gepaard met een air van belangrijkheid en verongelijkt zijn omdat anderen dat niet zagen.

Toch denk ik met plezier terug aan zijn oude hit, een kinderliedje eigenlijk, waarin zijn lichtvoetigheid in stem en tekst voluit tot uiting komt: een kleine muis op klompen, waar?, daar op de trap!, nee 't is geen grap, 't ging van trip trippeldetrap op de trap.

We zullen het de komende dagen nog wel eens horen, denk ik.

vrijdag 7 juli 2006

Kind niet verantwoordelijk

In het jeugdjournaal zag ik hoe in Wezepe kinderen in groep 8 les kregen in reanimatie. Ik vind dat onverantwoord. Volwassenen mogen kinderen deze verantwoordelijkheid niet aandoen. Een meisje gaf precies mijn gevoelens weer. Ze wist niet of ze in het echt wel zou durven wat ze zojuist had geoefend en ze zou zich erg schuldig voelen als er dan iemand dood ging, zei ze. Ze dacht daar dus nu al diep over na.

Hoe zou een elfjarig kind zoiets ooit moeten verwerken?

Ik was zeven jaar oud, zat bij mijn klasgenoot Eddy Borren achterop de fiets, hij begon voor de lol ontzettend te slingeren, we vielen. Mijn beide knieën kapot, Eddy was op z'n gezicht gevallen en lag hevig bloedend op straat. Volwassenen verzamelden zich om hem heen, een man stuurde mij naar een huis om de dokter te halen. Ik was overstuur en bang en durfde niet aan te bellen bij het vreemde huis. Mijn knikkende knieën deden pijn van schuld en schaamte.

Later ben ik naar EHBO en reanimatieles gegaan. De lessen werden erg amateuristisch gegeven en ik werd alleen maar bang. Het lukte mij niet om de polsslag te voelen, maar de instructeur vond het ook niet nodig mij dat te leren "want dat was heel makkelijk".

In de trein zag ik een jonge vrouw bleek wegtrekken, ze wilde opstaan, maar zakte onderuit. Ik zat zes banken verder, maar in de volle coupé stond ik als enige direct naast haar en wist haar op te vangen. Zoals ik geleerd had, legde ik mijn vinger in haar hals om haar hartslag te peilen, maar net als op de les voelde ik niks. Ze was lijkbleek en stil. Gelukkig kwam ze binnen een minuut weer bij, ze was alleen maar flauwgevallen. "Bent u een dokter?", vroeg haar vriend. Gelukkig niet. Ik was wekenlang van slag.

Een kennis die voor arts studeerde, was erbij toen iemand op een afgelegen recreatieterrein een hartstilstand kreeg. Hij begon direct reanimatie en mond-op-mond-beademing. Het duurde lang voordat de ambulance kwam. Eigenlijk wist hij wel dat de man direct was overleden, maar ook dat hij als arts-in-opleiding de dood niet mocht vaststellen en moest doorgaan tot er hulp kwam. Achteraf had hij er wel moeite mee, vertelde hij me, dat hij een half uur lang lucht in een lijk moest ademen.

Natuurlijk is er een dilemma. Wat is er mooier als een kind iemand van de dood weet te redden? Wat is er geruststellender dan te weten wat je moet doen? Maar hoe wil je aan een kind uitleggen dat het geen schuld heeft als iemand onder zijn handen overlijdt?

De kinderen in Wezepe leren omgaan met hartapparatuur die her en der in het dorp is opgehangen. Daar waar die apparaten hangen, zijn ook volwassenen in de buurt. Leer het kind dat het nooit alleen is en direct naar de dichtstbijzijnde volwassene moet rennen voor hulp.

donderdag 6 juli 2006

PC Hooft op de PC

De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren DBNL krijgt 800.000 euro subsidie om duizend sleutelteksten uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis online beschikbaar te maken. Dat heeft minister Maria van der Hoeven van Onderwijs 5 juli gezegd op een symposium in Amsterdam. DBNL is een samenwerkingsverband van de Taalunie en de universiteits­bibliotheken. Het gaat om teksten van onder andere P.C. Hooft, Boerhave, Stevin, Thorbecke en Aletta Jacobs. Daarnaast ontvangen de universiteitsbibliotheken (met name Amsterdam en Leiden) en de Koninklijke Bibliotheek nog eens 3 miljoen om hun bijzondere collecties van voor 1800 via internet toegankelijk te maken.

Bron: Sleutelteksten Nederlandse cultuurgeschiedenis online, Ester Schop, Automatisering Gids, 06.07.06

woensdag 5 juli 2006

Gratis ebooks

Tijdens de ‘World eBook Fair’ van 4 juli tot 4 augustus kan iedereen voor persoonlijk gebruik gratis e-books downloaden uit de World eBook Library. Normaal moet men 9 dollar betalen voor een jaar online toegang. De bibliotheek bevat inmiddels al zo’n kwart miljoen elektronische boeken. Vooral veel klassiekers, die inmiddels rechtenvrij zijn en daardoor gratis ter beschikking kunnen worden gesteld. De ‘boekenbeurs’ wordt mede georganiseerd door Project Gutenberg. Dit project begon 35 jaar geleden met het elektronisch publiceren van boeken.

Duitsers verliezen

Wissenschaftliche Buchgesellschaft (WBG) en de Börsenverein des Deutschen Buchhandels hebben hun rechtszaak over het Google Books Library Project verloren. Dat meldt het blad Informatie Professional op 4 juli. De Duitsers hadden een rechtszaak tegen Google aangespannen, omdat het bedrijf boeken inscant waarop auteursrechten rusten. De rechter in Hamburg volgde echter de redenering van Google dat voor boeken uit Amerikaanse bibliotheken die op Amerikaanse bodem worden ingescand het Amerikaanse auteursrecht geldt. Volgens het Amerikaanse recht, dat uitgaat van het principe van ‘fair use’ (eerlijk, redelijk gebruik), mag Google grotere delen van een boek online zichtbaar maken dan in de meeste Europese landen is toegestaan.

Bron: Informatie Professional, 04.07.06