zaterdag 30 december 2006

Saddam dood

Zaterdagmorgen kort na tienen zette ik, nog wat nadommelend, de televisie aan. Het geluid deed het niet en ik begon her en der aan te trekken en te duwen om dat te verhelpen. Maar er wàs geen geluid. De NOS zond in een extra journaal de net een kwartier daarvoor vrijgegeven beelden van Saddam Hoessein uit. Zonder geluid, zonder commentaar. Saddam Hussein is zaterdagmorgen om 6.00 uur (4.00 uur Nederlandse tijd) opgehangen.

We zien hem het schavot betreden met angst en verwarring in de ogen. Maar even later staat hij schijnbaar rustig met zijn vier gemaskerde beulen te praten over hoe ze het zullen aanpakken. Als een president op werkbezoek. De man die de dood van zovelen heeft bevolen, ontvangt uitleg over hoe dit in zijn werk gaat. Hij krijgt geen masker over het hoofd, schijnt dat de weigeren, maar wel een zwarte doek om zijn nek, waar vervolgens een zware strop omheen wordt gelegd. Hij betreedt het valluik, dat aan drie zijden is omgeven door een hekje. Alsof hij in de beklaagdenbank voor de rechter staat. Hier eindigen de beelden.

Niet wetend of het life is of een opname en waar deze eindigt, zijn de beelden ook zonder de executie zelf gruwelijk genoeg. Terecht dat men deze nieuwsbeelden laat zien, maar TV-redacties vergeten wel eens dat iemand in leven zien die gedoemd is te sterven, veel angstaanjagender is dan het tonen van een dode. De lynching van twee Britse militairen in Noord-Ierland, de dood van een Palestijnse jongen in zijn vaders armen staan diep in mijn geheugen gegrifd, omdat de slachtoffers eerst nog in leven waren te zien.

Ik moest denken aan het artikel 'A Hanging' van George Orwell. Hij is als journalist getuige bij een ophanging in Brits-Indië. Hij loopt achter de terdoodveroordeelde als deze vanuit de dodencel over de binnenplaats van de gevangenis naar het schavot wordt gebracht. Opeens doet de gevangene een stap opzij om een plas te ontwijken. Op dat moment beseft George Orwell dat al het menselijke in deze man nog functioneert en dat daar over enkele ogenblikken moedwillig een einde aan zal worden gemaakt. Door deze triviale gebeurtenis wordt hij een tegenstander van de doodstraf.

Ook ik herinner mij een voetstap die grote indruk op mij heeft gemaakt. Toen de overgebleven 'twee van Breda', de twee laatste Duitse oorlogsmisdadigers in Nederlandse gevangenschap, werden vrijgelaten en in busjes werden afgevoerd naar de Duitse grens. Op afstand was life te zien hoe ze kort na de grens uit het busje stapten. Ik werd door tranen van verwarring overmand toen die voeten uit dat busje de Duitse bodem raakten en begonnen te lopen. Hoe konden zulke misdadigers gewoon lopen, de ene voet voor de andere zetten, als mens functioneren? Het was geen morele vraag, maar een existentiële. Vergelijkbaar maar omgekeerd aan de ervaring van George Orwell.

Ik ben het met George Orwell eens. Ook de overheid, al draagt deze het 'zwaard' niet tevergeefs, moet niet moedwillig een einde maken aan een mensenleven. Doden mag niet, al kan men soms in noodsituaties gedwongen zijn te mòeten doen wat niet màg. Om het leven te verdedigen.

Toch vond ik de kritiek op premier Balkenende, die enkele weken geleden in Buitenhof onvoldoende afstand zou hebben genomen van het doodvonnis, onterecht en hypocriet. De protesten hadden moeten en kunnen klinken aan het begin van het proces of nog eerder, toen de nieuwe Iraakse strafwet werd ingevoerd. De doodstraf hoort niet thuis in het moderne strafrecht. Maar premier Balkenende had volkomen gelijk toen hij, onder afwijzing van de doodstraf, zei dat Saddam Hoessein "terecht de hoogste straf" had gekregen.

zondag 17 december 2006

118

Zo nu en dan maak ik gebruik van nummer 118 om mij door te laten verbinden. Vandaag toetste ik het nummer vanuit een telefooncel.
"Kunt u mij doorverbinden met ..." en ik noemde naam en adres. Toen de telefoniste het nummer gevonden had, las een computerstem mij het telefoonnummer voor. Maar dat was niet de bedoeling! Ik had gevraagd om doorverbonden te worden en had niet eens een pen bij de hand.

Opnieuw toetste ik 118, legde omstandig uit wat er gebeurd was en dat ik niet om het nummer vroeg, maar doorverbonden wilde worden. De telefoniste leek het te begrijpen en vroeg me aan de lijn te blijven. Vervolgens kreeg ik opnieuw de computerstem te horen.

Ik belde voor de derde keer, legde uit dat ik doorverbonden wilde worden, maar nu zei de telefoniste: nee, dat kon niet, daar was dit nummer niet voor. Maar ik heb dit nummer zo vaak, en pas geleden nog, gebeld en wordt dan altijd doorverbonden. Nee, dat kon niet. Teleurgesteld legde ik op.

Ineens bedacht ik mij dat ik meestal met mijn zaktelefoon bel. Terwijl ik nog bij de telefooncel stond, pakte ik mijn mobiel en ik belde opnieuw 118. "Met wie wilt u doorverbonden worden?", vroeg de telefoniste meteen. Ik vertelde haar over mijn vorige drie telefoontjes en ze leefde begripvol met me mee. Het blijkt dat als je van een vaste lijn 118 belt je heel ergens anders uitkomt dan met je mobiel. Kennelijk is dat bij de 'vaste 118' niet bekend.
Nu werd ik heel snel doorverbonden en voor de volledigheid kreeg ik, zoals altijd, nog voordat ik iets kon zeggen een sms'je met het nummer dat er voor mij gedraaid werd.

Het is niet handig van de KPN om hetzelfde nummer aan twee verschillende diensten toe te kennen.

donderdag 14 december 2006

Fillibuster

Gisteren opperde ik de mogelijkheid van een fillibuster door de Tweede Kamer. En vervolgens is dat wat het kabinet woensdag eigenlijk heeft gedaan. Twaalf uren lang heeft het kabinet vergaderd over de vraag of een minister die moet aftreden ook moet aftreden als zij Rita Verdonk heet en niet gewend is zich neer te leggen bij conclusies van kamerdebatten of (lijsttrekker)verkiezingen. Tot de laatste adem zal dit kabinet in gijzeling worden gehouden door minister Verdonk.

Zij mag blijven zitten, maar moet haar portefeuille inleveren en krijgt jeugddetentie.

Dan verschijnt vice-premier Zalm met een verklaring dat de Kamer de constitutionele verhoudingen uit het oog is verloren. Een uitspraak die de Kamer volgens mij niet op zich mag laten zitten. Het gaat er om dat mensen die over enkele maanden een verblijfsvergunning krijgen niet vandaag mogen worden uitgezet. Daar kunnen juridische haken en ogen aan zitten, maar het parlement heeft het volste constitionele recht die voorzorgsmaatregel te eisen.

Het is goed dat minister van Justitie Hirsch Ballin de verantwoordelijkheid op zich neemt om de wens van de Kamer uit te voeren. De mensen waar het om gaat, zijn in elk geval voor een deel geholpen.

woensdag 13 december 2006

Minister van desintegratie

Dinsdagavond kwam ik laat thuis en pas toen kwam ik er achter dat het langverwachte asieldebat werd gehouden. In bed zag ik vanaf middernacht het slot van het debat. In het late journaal had ik gezien dat minister Verdonk direct na het debat door wilde gaan met uitzetten van de vreemdelingen die binnenkort waarschijnlijk in aanmerking zouden komen voor een verblijfsvergunning. Een etmaal uitstel was voor haar onbespreekbaar. Onmiddellijk kwam de gedachte bij mij op aan een fillibuster. Zou de Kamer het debat zo lang kunnen rekken, dat Verdonks mandaat van het kabinet om verder te gaan met uitzettingen eenvoudigweg niet in werking kan treden? De kamerleden zouden in ploegendienst moeten zorgen dat er op elk moment het minimaal vereiste aantal leden (quorum) aanwezig is en verder met ordevoorstellen en schorsingen er voor zorgen dat de vergadering niet wordt gesloten. In Nederland kennen wij zoiets niet. Gelukkig niet zou ik zeggen. Maar dit was een unieke situatie waarin je er aan zou kunnen denken. Dit zou het CDA en de nodige juristen de tijd bieden om een oplossing te zoeken (van de VVD viel niets te verwachten). Pas vanmorgen zag ik dat Alexander Pechtold al eerder in het debat het woord fillibuster in de mond had genomen. Afgaand op de fragmenten die ik zag, voerde Pechtold (van wie ik overigens geen fan ben) een sterk debat en hij probeerde tot op het laatst tot een uitweg te komen.

De ontstane situatie is politiek, constitutioneel en juridisch erg ingewikkeld. Maar hoe dan ook ben ik blij dat aan de regering-Verdonk nu toch echt een einde lijkt te zijn gekomen. Jarenlang draaide de Nederlandse politiek rond de gekwetstheid van één bewindspersoon. Over haar immigratiepolitiek (waarin zij vooral als getrouw ambtenaar het beleid van Job Cohen uitvoerde) heb ik niet zo’n uitgesproken mening. Maar haar zogenaamde integratiebeleid werkte desastreus en desintegrerend voor zowel het kabinet (dat door haar starheid uit elkaar viel) als samenleving. In zoverre is haar vertrek een bevrijding. Misschien kan het CDA nu kiezen met wie het verder wil en komt er snel een nieuwe regering.

maandag 11 december 2006

Dienstregeling: regen

De trein reed weliswaar op (een andere) tijd, maar toch voelde ik vandaag nattigheid bij de nieuwe dienstregeling van de NS. De belangrijkste wijziging is dat mijn trein van en naar Houten in Utrecht voortaan op een perron staat zonder overkapping en zonder roltrap. Wachten in de regen dus.

donderdag 7 december 2006

Enquête: slechte prestatie

Op de website van dagblad Trouw wordt in een poll gevraagd: "Wat moet er gebeuren met islamistische scholen die slecht presteren?" De mogelijke antwoorden zijn: "Meer tijd gunnen; Meer subsidie geven; Direct sluiten; Alleen sluiten als er ook onwettige handelingen plaatsvinden". De vraagstelling is discriminerend, want welk antwoord je ook geeft (niet doen dus!), het impliceert dat islamitische of islamistische scholen anders zouden moeten worden behandeld dan andere. Ik begrijp dat islamistisch de overtreffende trap is van islamitisch. De uitkomst is hoe dan ook misleidend, want er is nooit uit af te leiden of mensen scholen willen sluiten dan wel meer subsidie geven omdat het islamitische scholen zijn of omdat het slechte scholen zijn. De vraag is ook verder erg onzorgvuldig geformuleerd (moet een christelijke school waar een moord plaatsvindt worden gesloten?).

Trouw presteert met deze enquête slecht.

vrijdag 1 december 2006

Daniel Cohn Bendit

In mijn weblog 'Regeren zonder Europa' beschreef ik de avond met Daniel Cohn-Bendit als een heerlijk warm Europees bad. Redacteur Bas de Rue van het Duitsland-web spreekt van een "frisse douche". Het is maar waar je van houdt, maar we bedoelen hetzelfde. Hij schrijft:

"Inmiddels is ‘Rode Dany’ een keurige europarlementariër, maar zijn boodschap heeft nog niets aan felheid en overtuigingskracht ingeboet. Op zijn Amsterdamse publiek werkt zijn vurige pleidooi over de noodzaak van Europa als een frisse douche. Het bescheiden postuur van Cohn-Bendit verdwijnt bijkans achter het spreekgestoelte, maar zijn raspende stemgeluid houdt de hele zaal gevangen. Het is lang geleden dat in Nederland een politicus zich met zo veel passie en welbespraaktheid hard maakte voor Europa."