zaterdag 7 april 2007

Pésach (5)

Het verbaast me dat restaurants in Israel in de paasweek geen alternatieve kaart voorhanden hebben. Toen ik van de week in Eilat een groentenomlet van de kaart bestelde, moest de serveerster gaan vragen of dat wel kosjer was. De eigenaar kwam er bij om te zeggen dat dit geen probleem was. Wat het probleem had kunnen zijn, werd mij niet duidelijk. Vervolgens kreeg ik bij het menu tot mijn verbazing gewoon brood en geen matzes.

Gisterenavond bekeek ik in Tel Aviv de kaart bij de ingang van een restaurant om te zien of er iets van mijn gading bij was. Meteen kwam een serveerster naar mij toe om uit te leggen wat er deze week van de kaart is afgevoerd dan wel aan toegevoegd. Ik begreep er weinig van. Vervolgens noemde ze mij een lange rij dode beesten, wat mij als halfslachtige vegetariër deed besluiten snel weer door te lopen. Niet kosjer genoeg voor mij...

Jaren geleden bestelde ik in Jeruzalem eens een glas melk bij een maaltijd met vlees. Ik zie nog de schok op het gezicht van de serveerster, al kreeg ik wat ik wou. Pas veel later drong tot mij door dat in de kosjer keuken melk (leven) beslist niet samen gaat met vlees (dood).

Vanmorgen las ik onder de veelzeggende kop "Pésach menu's: geloofsdaad of dwangneurose?" een artikel in de Jerusalem Post, dat mij de kwestie van de groentenomelet enigszins deed begrijpen. In het artikel wordt een hele rij rabbi's opgevoerd over de vraag of 'kitnyot' bij Pésach moeten worden toegestaan. Kitnyot zijn 'groenten' als rijst, pinda's, humus en tofu. Ashkenazische ('Duitse') Joden eten met Pasen geen kitnyot, Sefardische ('Spaanse') Joden wel. Kan dit niet worden gelijk getrokken?

De intocht van Joden uit de hele wereld heeft een kakafonie aan riten en gebruiken naar Israel gebracht. "Hoe kan een volk dat zo versplinterd is, er in slagen één natie te vormen?", vraagt een rabbi zich af. Hij ziet de discussie over de kitnyot slechts als een symptoom van een diepe malaise. "Veel orthodoxe Joden leven nog als in de diaspora. Ze weigeren zich te herdefiniëren als burgers van het Land Israel".

Er zat dus veel meer in mijn groentenomlet dan ik dacht.

donderdag 5 april 2007

Pesach (4)

Bij de ingangen van het plein voor de Klaagmuur staan borden waarop gevraagd wordt de sabbat en heilige dagen te respecteren. Wat en wanneer, daar moest je tot voor kort zelf achterkomen. Velen weten wel dat zaterdag de sabbat is, maar vergeten dat deze vrijdagavond bij het invallen van de duisternis begint. Zaterdagavond is de sabbat weer voorbij en breekt in Jeruzalem Saturday Night Fever aan als in elke andere moderne stad. En wanneer vallen de Joodse feestdagen? Wat mag dan wel en wat niet? Niet fotograferen, kon ik zelf nog wel bedenken. En roken doe ik nooit. Maar toen ik eens rustig op de sabbat een ansichtkaart zat te schrijven, kwam meteen de 'religieuze politie' tierend op mij af. O ja, niet schrijven op de sabbat.

Dit jaar zijn er voor het eerst borden bijgeplaatst, waarop vanwege Pesach het fotograferen, filmen, bellen, roken en schrijven duidelijk verboden worden verklaard. U bent gewaarschuwd. Een man in een shabby spijkerbroek, pistool onder de riem, loopt driftig heen en weer om zondigende toeristen op hun plicht te wijzen. Hij heeft het er maar druk mee.

Op een afstand blijf ik de man een tijdlang met mijn ogen volgen. Aan zijn dribbel zie ik wanneer hij beet heeft. Het lijkt me een mooi thema voor een documentaire. Volg de man een dag lang met een camera, terwijl hij filmers wegjaagt. Ik zit te wachten tot hij zijn pistool onder zijn broeksriem vandaan haalt en een roker neerschiet: "roken is dodelijk". Een man rookt en belt tegelijk: "grijp hem!" Soms mist hij er een paar en ik heb de neiging om hem te gaan helpen. Shame on you! Smile & shoot! Het lijkt me heerlijk om in naam van God op zo'n heilige dag te schelden op zondaars en toeristen, vooral de combinatie van beide, en op taxichauffeurs die deze arme zondaars afzetten bij de Heilige Stad.

Ik kijk om mij heen en vraag mij af wat er nog meer verboden is, of als 't wel mocht, niet zou mogen mogen. Het wegjagen van de duiven, met je handen in de zakken staan, shabby spijkerbroeken, het bezoeken van de Klaagmuur zonder jezelf te vereeuwigen.

Maar als de relipol even uit het zicht is verdwenen voor zijn aardse behoefte, zie ik dat zijn heilige taak onbegonnen werk is. Er staan al weer tientallen mensen te filmen en te fotograferen. Ze staan er gewoon bij te lachen! Ik besef dat de wereld reddeloos verloren is en spoedig ten onder zal gaan.

Gelukkig hebben we de foto's nog.

Pesach (3)

Bij aankomst op Ben Gurion Airport, 3 april om half vier in de nacht, vertelt de douane mij dat er de hele dag geen bussen rijden vanwege Pésach. Er gaat ook geen sharut (groepstaxi). De sharuts naar Jeruzalem rijden wel. Het kost 29 shekel (ongeveer 6 euro) naar het centrale busstation of 45 shekel voor vervoer tot de voordeur. Ik besluit naar het busstation in Jeruzalem te gaan en zeg dat tegen de vrouw die de boel staat te regelen. Even later komt er een man langs die vraagt waar ik heen wil. "Busstation, or where ever", zeg ik (Fout 1). "Jaffa Gate?", vraagt de man. "That's okay by me", het maakt mij niet zoveel uit, als dat makkelijker is (Fout 2). Na een minuut of veertig is het busje vol, een jonge chauffeur stapt in en zonder iets te zeggen of te vragen, scheurt hij door de heuvels naar Jeruzalem. Het busstation is aan de rand van de stad, maar ik zie dat we aan deze wijk voorbij rijden, waarschijnlijk omdat het busstation vandaag gesloten is. De eerste stop is bij de YMCA. Een vrouw achterin schrikt wakker: "Is this the Why?" - "This is the Why!", roep ik naar achteren, alsof ik het antwoord op alle levensvragen ken: waarheen (Jeruzalem), waarvoor (zoveel shekels) en waarom (eindelijk rust). De chauffeur haalt haar koffer uit de bagageruimte. Als hij weer instapt, vraag ik: "What is your central stop? Jaffa Gate?" (Fout 3). Nu begint hij bestemmingen te inventariseren en als ik de enige ben die bij Jaffa Gate uitstapt, begin ik argwaan te krijgen. "It's 29 shekel", zeg ik nadrukkelijk, terwijl ik mijn portemonnee pak. - "No, 45 shekel" - "No, 29", zeg ik. Maar hij houdt voet bij stuk. Ik besef nu dat ik voor mijn fouten moet boeten: ik heb weliswaar nooit om Jaffa Gate gevraagd, maar moet betalen voor mijn toegeeflijkheid. Ik zet me schrap en naar plaatselijk gebruik val ik woedend tegen hem uit en doe een paar stappen bij hem vandaan. Hij blijft volhouden: "29 shekel is only for the busstation", zegt hij. "Then bring me to the busstation!", roep ik woedend en ik stap weer in, mij verontschuldigend bij de andere passagiers.

Ook de chauffeur stapt nu zwijgend in. Beiden beseffen we dat we het ritueel nu moeten volbrengen. Inwendig moet ik lachen. Het is vijf uur in de ochtend, ik heb alle tijd en kan toch nergens heen. Waarschijnlijk zal ik uiteindelijk toch naar de Oude Stad gaan, waar de meeste hostels zijn, maar ik heb nog geen plan. Tussen het bustation en de Jaffapoort van de Oude Stad ligt een rechte weg van een paar kilometer, misschien een uurtje lopen. Deze Jaffa Road is de oude invalsweg vanuit Jaffa / Tel Aviv.

De chauffeur rijdt nu straatje in, straatje uit om alle passagiers weg te brengen. Daarna rijdt hij zwijgzaam de stad uit, de ene na de andere autoweg. Even ben ik bang dat hij me mee terug neemt naar Tel Aviv of ergens buiten de stad afzet. Maar hij rijdt keurig om de stad heen en brengt me naar het busstation. Ik geef hem 100 shekel en vraag 70 terug. Hij bedankt me vriendelijk voor de shekel fooi.

Terwijl ik langs de Jaffa Road loop, beginnen ineens de vogels te fluiten in het donker. Als ik weer bij de Jaffa Gate aankom, is het licht.

Pesach (2)

De avond in Eilat was zwoel en het is al heet als ik om een uur of negen opsta. Ik wil een continental breakfast nemen - broodjes met jam en kaas - in de tuin van de hostel. Maar vanwege Pésach is er geen gist in huis en worden er in plaats van broodjes matzes geserveerd, ongezuurde broden. Eigenlijk crackers dus. Best lekker, maar niet erg voedzaam. Doe dan maar het complete Israelisch ontbijt. Dat is 'continental' plus champignon-omelet en salade. Zo smaken de matzes heerlijk.

Pesach (1)

In Israel vier ik, één met het Joodse volk, op traditionele wijze Pésach: aan het strand van Eilat.

De hostels zijn overvol, het is de vraag of ik een bed kan vinden. Als ik ze allemaal heb gehad (een stuk of tien bij elkaar in één wijk) en terugkom bij de eerste, heeft daar gelukkig net een annulering plaatsgevonden.

Mijn kamergenoot is een Israeli en hij begint hard te lachen als hij hoort dat ik als buitenlander voor de lol naar Israel kom. "You like Israel!?" Of dat zo erg is, vraag ik. "No, just funny!"

Ik vertel hem dat ik hier vaker kom en dat mijn vrienden al zitten te wachten op mijn verhalen. "So tell your friends that you slept with a dentist", zegt hij lachend. "Well...", zeg ik, "I am not afraid of terrorists, but I am afraid of dentists!"