woensdag 15 augustus 2012

Offer en collecte

De woorden 'offer' en 'collecte' zullen we in onze kerk nog vaak horen. In de kerstnachtdienst werd het verschil tussen beide nog eens duidelijk uitgelegd. Offeren is geven wat je zelf graag had gehouden en collecteren is verzamelen wat je over hebt. 

Tijdens het kerstdiner bleek dat zelfs een kind dit had begrepen, want die wilde zijn karbonade aan de hond geven, wat hem door zijn vader werd verboden. Na 't eten verzamelde hij alle afgekloven botjes en gaf ze aan de hond. "Ik had een offer willen brengen... maar hier is de collecte!". 

RBL

Niet sprekend

In mijn woonkamer staan zes archiefdozen met spullen van mijn ouders die ik aan het uitzoeken ben. Mijn vader, Reinder Beert Lont, is in 2001 overleden en mijn moeder woont inmiddels in een verpleeghuis. Ik ben stapsgewijs bezig de dozen steeds verder uit te dunnen en weer wat ruimte te maken in mijn huiskamer. Zoals Herman van Veen zegt: "... dat je heel veel weg moet gooien, voor je echt iets overhoudt".

Nu vind ik twee kartonnen kaartjes met daarop wat krabbels van mijn vader. Het lijkt er op dat hij een paar keer een toespraakje heeft gehouden op een kerkelijke bijeenkomst, ik weet niet bij wat voor gelegenheid. Wat moet ik nu weer met deze kaartjes? Laat ik, in elk geval voordat ik ze aan het oud papier toevoeg, de teksten overnemen in mijn weblog. Boven de teksten staat 'Offer en collecte' en 'Niet sprekend'. Laat ik met die laatste beginnen.

Niet sprekend
Wij vinden het vanzelfsprekend dat in onze kerk een mooi en goed orgel staat. Het zijn er eigenlijk twee: het kleine rugpositief achter de organist en het grote vóór de organist. Twee kasten met pijpen en als ik goed ben ingelicht, blaast iedere pijp zijn partijtje mee, ook die mooie glimmende in de voorste rij. Niet bij alle orgels is dat zo. Soms zijn er loze pijpen geplaatst om er uiterlijk een mooi geheel van te maken. Soms zijn alle pijpen in het orgelfront loos en 'spreken niet', zoals dat heet. 

Mijn grootvader moest eens met een kerkelijke commissie op pad voor de aankoop van een kerkorgel, dat ergens als overcompleet was aangeboden. Van zijn broer kreeg hij wijze raad. Die wist te vertellen dat het orgel van hun keus geen sprekend front had. Toen het orgel van alle kanten was bekeken en beluisterd, stond de commissie beneden in de kerk nog zwaar te dubben. Grootvader was tegen. Hij zei, met een deskundige blik op het orgel: het is een aardig orgel, maar het front spreekt mij niet aan.