vrijdag 25 maart 2016

Christianity in Eurafrica

Onlangs publiceerde het Christian Literature Fund (CLF) in Zuid-Afrika het boek Christianity in Eurafrica van de Nederlandse theoloog Steven Paas. Het is een handboek over de kerkgeschiedenis in Afrika en Europa en is geschikt voor de theologische opleidingen op beide continenten. Het boek is in het bijzonder gericht op studenten die zich voorbereiden op het predikantschap en het christelijk onderwijs, maar is ook van waarde voor anderen die de geschiedenis van het christendom bestuderen.

Steven Paas (1942) studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en de Theologische Universiteit van Apeldoorn. Na een onderwijscarrière in Nederland gaf hij in Malawi les aan toekomstige predikanten en werd hij predikant van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP).

Behalve publicaties over het Westerse en Afrikaanse Christendom publiceerde hij een aantal studies over het christenzionisme en ook een lexicon van de Chichewa-taal.

Het Reformatorisch Dagblad (22.3.16 p12-13) sprak met Steven Paas: "Het boek is ontstaan vanuit het onderwijs dat ik in Nederland en Malawi gaf, zij het zwaar bewerkt en voorzien van een slothoofdstuk over de betekenis van het christendom in Afrika voor de kerk van het Westen." Vanaf het eerste begin van het christendom wordt de geschiedenis per eeuw of tijdvak beschreven. Het Afrikaanse overzicht behandelt alle relevante landen. Het christendom heeft al in de oudheid voet aan de grond gekregen in Afrika. Steven Paas: „In Noord-Afrika bloeide de kerk. Augustinus was Afrikaan maar eigenlijk ook een westerse kerkvader, georiënteerd als hij was op het Latijnse Westen. Daar is de islam overheen gekomen, die het christendom in Noord-Afrika wegvaagde. Nu is er alleen in Egypte nog iets substantieels overgebleven, hoewel de kerk in Libië momenteel sterk groeit.” Intussen kreeg in de loop der eeuwen het christendom steeds meer voet aan de grond in Afrika, met name in het gedeelte onder de Sahara. "De West-Afrikaanse landen, zoals Nigeria, hebben een sterk missionair bewustzijn en sturen zendelingen uit over de gehele wereld." Ook naar Europa. 

Christianity in Eurafrica. A History of the Church in Europe and Africa, dr. Steven Paas; uitg. Christian Literature Fund, Wellington, Zuid-Afrika, 2016; ISBN 978 18 6804 350 7; 554 blz.; 300 Rand (€ 17,50) bij uitgeverij CLF.

Zie: Inhoudsopgave en eerste 50 pagina's van het boek (PDF 50p)



vrijdag 18 maart 2016

Shakespeare in Swahililand

In de Economist van deze week staat een recensie van het boek Shakespeare in Swahililand van Edward Wilson-Lee. Het boek gaat over de ontvangst en invloed van de werken van Shakespeare in Afrika. In de bagage van de Britse ontdekkingsreizigers, zoals Stanley, gingen altijd een paar delen Shakespeare mee. Shakespeare was volgens Wilson-Lee "a talisman of Englishness... to keep themselves from 'going native'." De schrijver kijkt vooral naar 'Swahililand': Kenya, Oeganda, Tanzania, Kongo, Malawi en Soedan, maar noemt ook andere Afrikaanse landen. Volgens de dagboeken van kapitein William Keeling van de Engelse Oost-Indische Compagnie werd Hamlet in 1607 uitgevoerd op zijn schip de Dragon voor de kust van Sierra Leone. Dit zou de allereerste opvoering van Shakespeare's Hamlet zijn waar een schriftelijke vermelding van is te vinden.

In 1867 vertaalt de zendeling Edward Steere een paar toneelstukken van Shakespeare in het Swahili. Daarna volgden er meer Afrikaanse versies. Shakespeare was ook prominent aanwezig in het Britse onderwijs in Afrika. In de loop van de twintigste eeuw was hij wijd verspreid over het continent "in de toespraken van politici en advocaten en in de folklore van plattelandsdorpen". Maar met het groeiende onafhankelijkheidsstreven kwam Shakespeare ter discussie te staan. Waren de werken van Shakespeare universele cultuur voor iedereen of een instrument van koloniale macht?

Shakespeare in Swahililand: Adventures with the Ever-Living Poet.
Edward Wilson-Lee. Uitgever: William Collins. 288 pagina's. 

Bron: Economist

vrijdag 11 maart 2016

More

Bij de post vandaag More (nr 102, maart 2016), de nieuwsbrief van de Stichting Thomas More. "Stichting More, voorheen Radboudstichting, vormt een netwerk van op mens en maatschappij betrokken hoger opgeleiden: kritisch reflecterende mannen en vrouwen die boven de horizon van hun studie en beroep weten uit te stijgen". Vanwege de verwarring met de Radboud Universiteit in Nijmegen, waarmee ik zelf ook nog wel eens deze organisatie ten onrechte associeer, heeft de stichting een tijdje geleden haar naam veranderd. Waarom ik de nieuwsbrief ontvang, weet ik niet precies. Ik ben wel eens naar een lezing geweest van de stichting (ik herinner me een solovoorstelling van Henk van Ulsen in de Janskerk in Utrecht in het kader van de Alfrinklezing) en misschien heb ik wel eens wat gedoneerd.

De nieuwsbrief kondigt dit keer verschillende activiteiten aan ter gelegenheid van 500 jaar 'Utopia' van Thomas More. Ik leerde over dit boek in de geschiedenisles, tegelijk met de Lof der Zotheid, dat Erasmus van Rotterdam opdroeg aan zijn goede vriend Thomas More. De Lof der Zotheid heb ik als tiener gelezen - met heel veel plezier - en ik heb de pocket nog in m'n kast staan. Maar het boek van More heb ik nooit gezien.

In de nieuwsbrief staat een interview met de filosoof Hans Achterhuis die op 4 juni de de Thomas More lezing houdt. Utopia is net als de Lof der Zotheid een satire, vertelt Achterhuis, maar het wordt vaak veel serieuzer opgevat. Ook de titel is een woordspeling: het neologisme 'utopia' kun je lezen als 'goede plaats' maar ook als 'geen plaats', dus 'nergens'. Ik herinner me dat wij in de geschiedenisles Utopia leerden kennen onder de titel 'Nergenshuizen', maar die naam kom ik in deze nieuwsbrief niet tegen. Ik besef nu pas, al ken ik geen klassieke talen, dat Utopia gezien kan worden als een samenvoeging van "eu" (goed) en "topos" (plaats) en ik zoek het maar even op: "ou" is het Griekse woord voor niet, dus "ou-topos" is "geen plaats", nergens. De titel van het boekje luidt voluit trouwens "De Optimo Reipublicae Statu deque Nova Insula Utopia".

In zijn More-lezing wil Achterhuis Utopia afzetten tegen een ander utopisch boek, Het Nieuwe Atlantis van Francis Bacon. In Utopia gaat het om een sociale, familiaire samenleving in harmonie en geluk, zonder privé-eigendom. Bacon is meer een individualistische verlichtingsdenker. Zijn Nieuwe Atlantis is een plek waar mensen stinkend rijk en individualistisch zijn en ongestoord kunnen genieten van alle vruchten van de technologie. De Utopiërs van More zijn geen loonslaven meer, ze werken niet meer dan zes uur per dag. Doordat iedereen werkt zijn die zes uren genoeg en kunnen ze de rest van de tijd naar eigen inzicht spenderen aan verdieping in de schone letteren. Foto, video en sociale media mag ook, vindt Joost van der Net, de directeur van de Stichting Thomas More in een ander artikel. In Utopia is men zuinig en doet aan recycling. Zo repareren de Utopiërs hun gebouwen op tijd en deskundig en hoeft er zelden iets nieuws te worden neergezet. De kleding is beperkt en sober. More was zeer gegrepen door het evangelie. De Navolging van Christus van Thomas à Kempis was voor hem een belangrijke geestelijke leidraad.

In september verschijnt bij uitgeverij Leesmagazijn een nieuwe vertaling van Utopia. De vertaler is teruggegaan naar de brontekst. De meeste Nederlandse vertalingen zijn gebaseerd op een Engelse vertaling van de oorspronkelijk Latijnse tekst, waardoor nogal wat nuances verloren gingen. 

Op 4 juni 2016 houdt Hans Achterhuis de Thomas More lezing in het Academiegebouw in Utrecht. Inloop 14.30 uur, lezing 15.00 uur, borrel 16.00 uur. Aanmelding door € 15,00 p.p. over te maken naar NL18 FVLB 0225180634 o.v.v. 'Achterhuis'. 

Meer informatie: 
thomasmore.nl 
* Wikipedia: Stichting Thomas More
* Henk van Ulsen speelt Job

vrijdag 4 maart 2016

Houtense vluchtelingen

Houten wil z'n eigen vluchtelingen terug en het COA wil daar wel aan meewerken. Dat vertelde burgemeester Wouter de Jong van Houten vanmiddag op een ingelaste persconferentie.

In september vorig jaar heeft Houten een paar weken 170 vluchtelingen opgevangen in een sporthal. Een grote groep vrijwilligers ontfermde zich over hen. In een besloten Facebookgroep 'Welkom in Houten' werden regelmatig oproepen gedaan voor allerlei vormen van steun, waarop steeds vlot werd gereageerd. Omdat het om tijdelijke noodopvang ging, moesten de vluchtelingen weer verder trekken en de meesten zijn via Groningen uiteindelijk in het grote tentenkamp Heumensoord bij Nijmegen terecht gekomen. Maar veel Houtense vrijwilligers zijn steeds contact blijven houden. Zij gaan regelmatig naar Nijmegen of halen mensen voor een weekendje of langer naar Houten. De oproepen op Facebook gaan nog steeds door en als er iets nodig is, spullen of een ritje Nijmegen, dan komt het er. Ook enkele vluchtelingen zelf laten hun ervaringen of vragen in de Faceboekgroep of langs andere weg weten.

Op verzoek van deze actieve inwoners hebben burgemeester Wouter de Jong en wethouder Kees van Dalen zich ingespannen om de vluchtelingen zodra ze een status krijgen terug te halen naar Houten. Deze week is bekend geworden dat het COA hiermee akkoord gaat en daarom belegde de burgemeester een extra persconferentie. De vluchtelingen zijn inmiddels al vijf maanden weg uit Houten, maar de contacten zijn nog steeds hecht. Wethouder Kees van Dalen: "De integratie van deze mensen is eigenlijk al begonnen. Ze hebben wat dat betreft een voorsprong en het zou zonde zijn om dat weg te gooien door ze elders te huisvesten".

Elke gemeente moet een aantal 'statushouders', vluchtelingen met een verblijfsvergunning, huisvesten. Het COA heeft op dit moment ruim 16.000 asielzoekers met een verblijfsvergunning in de opvang. Hoe sneller deze mensen huisvesting krijgen, hoe minder opvangcapaciteit er nodig is in Nederland en hoe sneller de integratie kan starten. De gemeente Houten bereidt zich voor om in 2016 200 statushouders te huisvesten, waaronder een groep van zo'n 100 volwassenen en 24 kinderen die eerder in Houten verbleven. Op het moment dat iemand van deze groep een status heeft, zal hij of zij worden gekoppeld aan Houten.

De gemeente Houten heeft een actieplan opgesteld met plannen voor de opvang en integratie, waaronder taalonderwijs en huisvesting. In het actieplan staat dat ook de huidige Houtense inwoners profijt moeten hebben van de creatieve oplossingen, zoals de bouw van tijdelijke woonruimte. De gemeente kijkt samen met woningbouwcorporatie Viveste hoe extra woonruimte gecreëerd kan worden. Ook kan worden gedacht aan tijdelijke huisvesting bij particulieren thuis.

Zelf heb ik in september een aantal Syrische vluchtelingen ontmoet en gesproken en hen uitgezwaaid toen ze weer moesten vertrekken. Ik heb daarna geen contact met hen onderhouden. Een paar weken geleden heb ik een brief aan de gemeente geschreven om ook de mogelijkheden van particuliere kamerhuur te overwegen (zie mijn blog 19.1.16: Statushouders huisvesten).

Bron: Persbericht gemeente Houten 4.3.2016

dinsdag 1 maart 2016

Ingeving

Dit blog gaat helemaal nérgens over. Dat ik vanmiddag een kwartier lang met bloed, zweet en tranen heb geworsteld om een nieuwe papierrol in een handdoekdispenser te plaatsen totdat ik het uiteindelijk geërgerd moest opgeven. En dat ik vanavond thuis, terwijl ik een kopje oploskoffie opgiet, in een flits ineens precies weet hoe het moet.

Eén keer in de week werk ik op kantoor bij de stichting de Tussenvoorziening in Utrecht, waar ik een nieuwsbrief redigeer voor vrijwilligers. Ik zag dat de rol papieren handdoeken in het toilet op was en vroeg waar ik dat kon melden. Bij de receptie. Ik stelde mij voor dat er een team experts uit Zweden moest komen (Tork is een gedeponeerd handelsmerk van de Svenska Cellulosa Aktiebolaget - het is maar dat je het weet), maar de receptioniste leidde mij meteen naar de voorraadkast met een stelling papieren rollen van diverse soorten en maten. Zelfredzaamheid staat bij de Tussenvoorziening hoog aangeschreven. We hadden geen van beiden enig idee welke de juiste was, dus ik nam verschillende rollen mee naar boven, waar ik eerst minuten lang de buitenkant van de ronde, afgesloten dispenser bestudeerde. Uiteindelijk ontdekte ik bovenin twee kleine gleufjes en omdat ik geloof dat er niets zomaar zonder doel is in deze wereld, bedacht ik dat die mij toegang zouden moeten kunnen verschaffen tot het innerlijk van de houder. Ik pakte mijn sleutelbos en stak het kleinste sleuteltje in één van de gleufjes, verroerde daarmee voorzichtig iets onzichtbaars en inderdaad kwam de kap los.

Maar daarna begon de worsteling pas. Welke rol en hoe te plaatsen? Ik peuterde de sticker van de buitenkant van één van de rollen los om een begin te hebben. Het papier moest door een gat aan de onderkant van de dispenser gevoerd worden - dat begreep ik nog - maar wat ik ook probeerde, telkens stond de zware rol dan op zijn eigen doorvoer en liep vast zodra je er aan trok. Uiteindelijk gaf ik het op en legde ik één van de rollen (die met een kartonnen koker in de kern) bij de wasbak en bracht de andere rollen weer naar het magazijn.

Vanavond thuis zag ik, tijdens het koffie opschenken, ineens met mijn geestesoog in een flits fotografisch dat één van de rollen die ik teruggezet heb geen kartonnen kern bevat, maar in het midden nogal verfrommeld eindigt. Dat was mij vanmiddag helemaal niet opgevallen. In een fractie van een seconde begreep ik ineens dat ik die rol had moeten plaatsen en het verfrommelde papier vanuit het midden door het gat had moeten voeren. Probleem opgelost.

We hebben deze ervaring misschien allemaal wel en toch blijft het verwonderen. Hoe had ik zo dom kunnen zijn? En hoe kan het dat in één onbewaakt ogenblik de domheid oplost en ik ineens precies zie hoe het zit en alles begrijp.