donderdag 7 april 2016

Continuïteit

De afgelopen twee dagen (lees: Huisraad en Om te onthouden) blogde ik over een Houtens raadslid dat zich van stemmen wilde onthouden, wat door de burgemeester verboden werd met een beroep op de Gemeentewet. Vandaag gaf het raadslid, Arnold Biesheuvel (PvdA), mij een toelichting.

Hij benadrukt dat het politiek-inhoudelijk gezien niet zo'n groot punt is, maar dat hij wel zijn eigen lijn wilde volgen. Hij vond het voorliggende woningbouwplan geen goed plan, maar wilde niet tegen stemmen omdat de gemeenteraad eerder besloten heeft om de omwonenden te volgen in hun keuze. Vandaar dat hij gebruik wilde maken van artikel 25 van het Reglement van Orde (*) - hij had dat van tevoren opgezocht - om een stemverklaring af te geven en zich te onthouden van stemming.

Arnold Biesheuvel: "De Raad heeft zich in het verleden gecommitteerd aan het door omwonenden te kiezen plan en dus moest de Raad wel instemmen. Hoewel ik nog geen raadslid was ten tijde van het besluit voelde ik me er wel aan gebonden met het oog op continuïteit van bestuur. Ik kon dus niet tegen stemmen, vond ik. Omdat het resultaat van de procedure naar mijn opvatting in strijd was met het algemeen belang, dat ik heb te dienen, wilde ik wel een signaal afgeven. Ik meende op basis van artikel 25 van het RvO het recht te hebben aantekening te vragen niet mee gestemd te hebben."

Het gaat om het woningbouwplan De Slinger-West, direct achter station Houten. Hier stond vroeger een basisschool. Ik zeg 'achter' het station, omdat dit gebied daar jarenlang verscholen lag. Aan dit gebied, dat nu een belangrijke centrumfunctie heeft, liggen belangrijke voorzieningen: het grootste station van Houten, het fietstransferium, het theater, de grootste middelbare school van Houten, een verzorgingshuis, het bibliotheekgebouw waarin zich de komende tijd steeds meer publieke functies zullen verzamelen en het voormalig politiebureau waarin nu creatieve bedrijfjes zitten met werk- en ontmoetingsruimte. De gemeente wil van het gebied een cultuurplein maken, wat tot nu toe moeizaam van de grond kwam, maar intussen bruist het hier al wel van de activiteiten.

Aan de ene kant is het heel mooi en goed dat de gemeenteraad heeft besloten de wil van de bewoners te volgen en een bewonersinitiatief maakt veel mogelijk, aan de andere kant is het geen op zichzelf staande woonwijk en moet voor dit gebied zeker het algemeen belang in de gaten worden gehouden. Ook moet de oostkant van het woningbouwplan nog worden ingevuld, daarover is nog niks besloten, en dat wordt door het nu vastgestelde plan natuurlijk direct beïnvloed. Ik kan mij dus wel voorstellen dat een raadslid bedachtzaam is en een signaal wil afgeven.

Gisteren veronderstelde ik dat hij niet tegen wilde stemmen om zich niet te ver van zijn vóórstemmende fractiegenoten te verwijderen - politieke overwegingen dus en ook dat mag. Maar uit zijn uitleg begrijp ik nu dat hij - hoewel hij het geen goed plan vond - om principiële redenen niet tegen wilde stemmen, omdat hij geen afstand wilde nemen van een eerder genomen raadsbeslissing om het aan de bewoners over te laten. Continuïteit van bestuur. Zijn onthouding van stemmen was dus geen vlucht voor een moeilijk besluit, maar een weloverwegen 'second best' optie om zijn positie als raadslid duidelijk te maken. Dat siert hem. Ik vind het niet goed dat de voorzitter hem die mogelijkheid ontnam en hij ter plekke moest besluiten om dan toch maar tegen te stemmen, iets wat hij nu juist liever niet had gewild.

Het raadslid zelf komt tot de conclusie "dat het Reglement van Orde mij als raadslid legaal een recht toekent, dat mij dus ten onrechte is geweigerd". Hij laat weten er nog even met de burgemeester over te hebben gesproken en die erkent in ieder geval dat een en ander niet duidelijk is. Daarom wil het raadslid het graag toch nog wat verder uitzoeken. "Niet omdat ik een Prinzipiënreiter ben, maar zo’n onduidelijkheid kan niet natuurlijk niet blijven bestaan".


(*) Reglement van Orde art. 25.2: In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van stemming te hebben onthouden."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten