Al weer een aardbeving in Mexico. Het herinnert me aan 'mijn aardbeving' in 1980. Marjan en ik waren dat jaar op paasmaandag met een enkeltje van Brussel naar Boston gevlogen. Vanaf daar zouden we wel verder zien. We gaan minstens 14 dagen en maximaal 14 jaar, hadden we gezegd. We hadden voor 14 dagen geld. Dankzij mooie meevallers en de Amerikaanse gastvrijheid - we konden bijna altijd bij particulieren slapen - hielden we het tot het eind van dat jaar vol. Het werd het mooiste jaar van mijn leven. In totaal hebben we meer dan 10.000 kilometers gelift door Noord-Amerika. Vanuit San Francisco vlogen we naar Mexico City. Het was inmiddels oktober. Het regende pijpenstelen toen we aankwamen. Terwijl we op weg naar ons hotel in de historische binnenstad een groot plein overstaken, kwam er een man naast ons lopen die zwijgend zijn paraplu boven onze hoofden hield. In het hotel sliepen we op de vijfde verdieping. De volgende morgen, onze eerste dag in Mexico, werden we ruw gewekt.
Het was alsof we wakker werden uit een wilde seksscène. Het oude bed piepte en kraakte. Toen ik mijn ogen opsloeg, zag ik de lamp die aan het plafond hing heftig heen en weer slingeren. De badkamerdeur tegenover ons bed sloeg hard open en dicht. De ramen rinkelden. Buiten gilden mensen. Maar het meest opvallende: de muren gromden. Als me iets is bijgebleven, dan is het dit: dat eeuwig stille muren ineens een enorm lawaai kunnen maken en dat de vaste grond onder je voeten kan bewegen. Later, toen we al lang weer thuis waren en in een zijstraatje van de Biltstraat in Utrecht woonden, voelde ik dat elke keer als er weer zo'n zware stadsbus langskwam. Mijn huis is nooit meer onverzettelijk. Vandaag de dag rinkelt de metalen stelling naast m'n bed als er 's nachts een zware goederentrein door Houten dendert. De grond slaapt niet.
Hoewel we nog nooit zoiets hadden meegemaakt, wisten we direct precies wat er aan de hand was. "Een aardbeving!", riepen we naar elkaar. Ik schoot overeind en sprong in mijn spijkerbroek. Door het snelle overeind komen terwijl alles nog bewoog, werd ik duizelig. Ik hield me met moeite overeind. We waren geen van beiden bang. Pas dagen later spraken we met elkaar over wat we hadden gevoeld. We waren ons er allebei heel goed van bewust dat dit de laatste minuut van ons leven kon zijn. Maar de dood was the least of our worries. Het was goed zo. We hadden een prachtige reis gehad, boven alle verwachtingen, we hadden elkaar door en door leren kennen. We leefden 'footloose', zonder verplichtingen, zonder werk, zonder huis, zonder bestemming. Er was niets dat ons vasthield aan de bevende aarde.
De dagen ervóór, in San Francisco, de stad die ook op een breuklijn ligt, was ik wel bang geweest voor een aardbeving. Op prikborden van de universiteit had ik de waarschuwingen met aanwijzingen zien hangen. Mijn echte angst is ingegeven door een film die ik ooit heb gezien van een mijnramp, waarbij één van de opgesloten mijnwerkers met zijn arm beklemd zat onder een rots. Vreselijk. Maar gelukkig dacht ik daar niet aan in Mexico. Jaren later heeft een Japanner mij eens tips gegeven wat te doen bij een aardbeving. Zorg dat je altijd slippers met stevige zolen bij je bed hebt staan voor als je door gebroken glas moet lopen. Het eerste wat je moet doen, is zorgen dat de deur open staat, want als de muren ontzetten kan je de deur misschien niet meer openkrijgen. Duik vervolgens onder de tafel of een andere schuilplaats.
'Mijn aardbeving' duurde zo'n 40 seconden. Ik stond nog te duizelen naast m'n bed, toen het lawaai even onverwachts verstomde als het begon. Marjan was ook wat duizelig en verward en ging weer op het bed liggen. Ik vond dat we het gebouw moesten verlaten, want we bevonden ons op de vijfde verdieping en ik wist niet of we de constructie nog konden vertrouwen. Ik liep de trap af naar de vierde. Een man kwam de trap op. Ik sprak hem aan maar hij verstond geen woord Engels en ik geen Spaans en hij liep door. Dit was een vervreemdend moment, een psychologische ommekeer. Hij ging niet trap af maar trap op. Een moment waar ik nog vaak aan denk als het gaat over de menselijke geest. Ik liep terug naar m'n kamer en ben ook nog even op bed gaan liggen om bij te komen. We waren op onszelf aangewezen, we begrepen de taal niet van dit land en evenmin de taal van de aarde. Er was niets gebeurd. Toen we buiten kwamen, was het leven normaal.
Later die ochtend namen we een taxi - een onvolprezen witte Mexicaanse Volkswagen Kever - naar de wijk waar we in eerste instantie heen hadden willen gaan. Daar was een taalinstituut waar we ons hadden willen inschrijven voor Spaanse les. Een hotel in die wijk bleek te duur voor ons en daarom waren we de dag ervoor uitgeweken naar een goedkopere buurt. Vanuit de taxi zagen we een ingestort hotel, de chauffeur wees ons er op en zei iets in het Spaans (ik vermoed: terremoto) wat voor mij klonk als 'trammelant'. Ik herinner me dat ik dacht: dit is nou typisch Mexico, dit gebouw is ooit ingestort en ze hebben het nog steeds niet opgeruimd. Geen van beiden waren wij ons er meer van bewust dat wij die aardbeving enkele uren daarvoor zelf hadden meegemaakt.
Pas de volgende dag drong het tot ons door. We waren de stad aan het verkennen en op elke hoek van de straat zag ik de krantenstalletjes met grote krantenkoppen "200 muertos". Ik kijk altijd en overal naar kranten, of ik ze nou begrijp of niet. Het was al in de middag toen het ineens tot me doordrong: "Marjan, dit gaat over ónze aardbeving!" Tijdens de aardbeving wisten we exact wat er gebeurde, nu moest het weer van buitenaf tot ons doordringen. Marjan was niet zo geïnteresseerd in het nieuws, maar ik vond dat we naar huis moesten bellen. Dit nieuws was zo groot dat het ook tot Nederland zou zijn doorgedrongen. Normaal gesproken hadden we maar één keer in de paar weken contact met het thuisfront, tussendoor wist niemand waar we waren, de familie wist alleen dat we naar Mexico waren afgereisd. Tot grote ergernis van Marjan, die het onnodig vond, bleef ik die avond vanuit ons hotel verwoede pogingen doen om ondanks de verbroken telefoonverbindingen contact te krijgen met thuis, totdat dit uiteindelijk ver na middernacht lukte. Het nieuws had in Nederland inmiddels in de kranten gestaan.
Uit de nieuwsberichten konden we afleiden dat het epicentrum van de beving met een kracht van zeker 6.5 op de schaal van Richter zo'n 150 km ten zuiden van Mexico City lag. Er waren meer dan 200 doden. In de stad waren drie doden, vermoedelijk in het ingestorte hotel dat wij hebben gezien. Maar het leven in de stad ging gewoon door en we hebben er weinig van gemerkt.
Voortaan wist ik hoe een aardbeving klonk. Tijdens een weekendje bij m'n ouders zat ik in de achterkamer te lezen, terwijl de rest van de familie in de voorkamer naar een televisiefilm keek. Ik volgde het verhaal niet, maar ik hoorde muziek van een dansfeest in de lobby van een hotel. Ineens riep ik: "Een aardbeving!" Mijn ouders keken verbaasd om. Pas op dat moment begonnen de mensen in de film te gillen. Het aanrollende geluid van de trillende muren was perfect weergeven.
Toen ik jaren later, in 1992, opnieuw wakker werd gemaakt door een aardbeving, herkende ik het dan ook direct. Ik woonde in de binnenstad van Utrecht. Terwijl m'n bed nog trilde, zat ik al recht overeind en had het tijdstip van de beving op m'n hand geschreven: "3.27". Daar moest ik achteraf wel om glimlachen. Misschien steekt er toch wel een journalist in mij. Het volgende wat ik deed, was naar de woonkamer gaan en het KNMI bellen. Ik wist dat daar in een trillingsvrij huisje op het terrein een seismograaf staat. Die had ik zelf ooit mogen bewonderen tijdens een persoonlijke rondleiding. Maar nu hoorde ik de bezettoon en als het KNMI 's nachts om half vier telefonisch in gesprek is, dan weet je het wel. Ik heb het niet opnieuw geprobeerd om de lijn niet te belasten. De radio aangezet. De DJ van dienst had ineens een heel nieuwe rol gekregen. Hij werd van alle kanten gebeld. Was er iets gevallen in de studio, nee, in Eindhoven had men ook een geluid gehoord. Was er een explosie geweest? Een aardbeving, opperde iemand voorzichtig, maar dat kon men zich nog niet voorstellen. In het radionieuws van vier werd met geen woord over de aardbeving gerept, pas om vijf uur drong het tot het ANP-nieuws door.
In Mexico was ik de enige die zich een aardbeving niet kon voorstellen, in Nederland kon niemand zich het voorstellen. In Limburg weet men het nu ook en in Groningen kan men er over meepraten. Dat de vaste grond kan bewegen en de muren van zich laten horen.