In het NOS Journaal van vrijdagavond 13 december werden beelden vertoond van de vergadering van de Provinciale Staten van Limburg, die vandaag grotendeels in het Limburgs werd gehouden. Dat was voor het eerst. Eerder dit jaar hebben Provinciale Staten een motie aangenomen waarin werd afgesproken dat zij één keer per jaar in het Limburgs debatteren.
In het televisiejournaal kreeg ik de indruk dat het Limburgs nog niet erkend is als Europese minderheidstaal en streeft naar erkenning "zoals het Fries". Maar het Limburgs is allang erkend als regionale minderheidstaal en voor een verdergaande erkenning als ambtstaal zoals het Fries (dus ook gebezigd door de overheid, de rechtstpraak en het onderwijs), dan moet je in Den Haag zijn (alleen al voor het geld) en niet in Brussel. Maar in de app van de NOS staat het duidelijker en preciezer.
Nederlands is de officiële taal van Nederland. De
Nederlandse Gebarentaal (NGT) en de Friese taal in de provincie Fryslân zijn allebei door de wet erkend in Nederland. Het
Fries is de tweede officiële taal in de provincie Fryslân. Op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) zijn naast
Nederlands ook
Papiaments en
Engels erkend als officiële talen. Nederland heeft via Europese afspraken
Limburgs en
Nedersaksisch als regionale talen erkend, en
Jiddisch (Jiddisj) en
Romanes erkend als talen die niet binnen een bepaald gebied worden gesproken.
Europese erkenning
Limburgs is in 1997 (net als het Nedersaksisch een jaar eerder) erkend als regionale taal onder het Europees Handvest van regonale talen of talen van minderheden. Door deze erkenning kunnen betrokken provincies en gemeenten een eigen beleid voor deze regionale talen voeren, bijvoorbeeld met subsidies aan regionale omroepen of toneelverenigingen. In het Convenant Limburgs staan afspraken van de rijksoverheid met de provincie Limburg. De Minister van Binnenlandse Zaken erkent daarin de Limburgse taal als een wezenlijke, volwaardige en zelfstandige regionale taal in Nederland. Rijk en provincie spreken af om samen te werken aan het behoud van het Limburgs en de positie van het Limburgs te stimuleren, overigens zonder nieuwe wet- en regelgeving. Het Limburgs is dan al toegestaan als voertaal in de kinderopvang en het basisonderwijs, en in het middelbaar onderwijs kan het Limburgs als keuzevak worden aangeboden. Het convenant is niet bij de rechter afdwingbaar.
Erkenning in bestuur en rechtspraak
Deze erkenning en stimulering komt overeen met deel II van het Europees Handvest regionale talen. De opmerking in het NOS Journaal dat Limburg streeft naar erkenning "zoals het Fries" wordt duidelijker in de NOS App. Daarin staat, dat de Provincie Limburg streeft naar een 'deel-III-erkenning' in 2030. Nu heeft alleen de Friese taal zo'n 'deel-III-erkenning'. Deel III van het Handvest gaat inderdaad veel verder. Daarin verplicht de overheid zich er toe om ervoor te zorgen dat de taal aangeboden en daadwerkelijk gebruikt kan worden in alle niveaus van onderwijs, bij de rechterlijke macht, in het bestuur en de openbare diensten, in de media en in cultuur en economie.
Limburgse prijs voor taal en cultuur
Zover is het nog niet. De Provinciale Staten debatteerden vandaag in het Limburgs en namen een motie aan waarin het college van Gedeputeerde Staten wordt opgeroepen om een Limburgse prijs in te voeren om initiatieven die de Limburgse taal en cultuur bevorderen te erkennen en te ondersteunen.
Streektaal niet overal hetzelfde
Net als bij het Fries en andere streektalen doet zich wel het praktische probleem voor dat streektalen zich niet houden aan provinciegrenzen. Elke streektaal kent ook weer verschillende varianten en dialecten en binnen dezelfde provincie kunnen er gebieden zijn waar de streektaal helemaal niet en of zelfs een heel andere streektaal wordt gesproken (zoals het Fries-Hollandse Bildts en het Saksische Stellingwerfs in de provincie Friesland). Er is een groot verschil tussen Noord-Limburg en Zuid-Limburg - en Limburg wordt ook nog eens doorsneden door de landsgrens met België. Talen laten zich niet in een keurslijf dwingen. Maar het is, vind ik, goed als mensen hun moerstaal kunnen spreken en die het liefst ook nog leren schrijven.