Dossier: go.stylo.nl/steenuil
Mocht de gemeente Houten twee loodsen slopen aan het Hofspoor? De burgemeester vindt van wel. De provincie vindt van niet. De omgevingsdienst is een strafrechtelijk onderzoek tegen de gemeente gestart.
In 2020 vroeg de gemeente bij de provincie een ontheffing aan voor de sloop van drie loodsen en een bungalow alsmede het bouwrijp maken van locatie Loerik VI aan het Hofspoor. Ontheffing was nodig omdat er beschermde steenuilen huizen in één van de loodsen, terwijl de twee andere loodsen volgens de gemeente functioneel deel uitmaken van het nest als vaste rustplaats (roestplek) voor de steenuilen. De gemeente wilde de uilen weglokken naar het open landschap van Houten-Oost, maar volgens de provincie zijn de uilen daarvoor te honkvast, zover krijg je ze niet. De aanvraag werd in november 2021 afgewezen. Desondanks wees de gemeenteraad de locatie twee weken later aan als "kansrijke locatie voor woningbouw op de korte termijn". In maart 2023 liet de gemeente de twee loodsen slopen die door de gemeente zelf waren aangeduid als "roestplekken, functioneel deel uitmakend van het nest".
Wat bracht de gemeente tot het inzicht dat sloop was toegestaan ondanks de afgewezen sloopaanvraag? Sinds ruim een half jaar probeer ik antwoord te krijgen op die vraag. In juli heb ik met een beroep op de Wet Open Overheid de stukken opgevraagd die hebben geleid tot dit sloopbesluit. In augustus liet de gemeente mij weten dat de stukken klaarliggen, maar wegens personeelsproblemen zijn ze anderhalve maand na het verstrijken van de wettelijke termijn nog steeds niet openbaargemaakt. De burgemeester heeft mij in een gesprek wel alle openheid en medewerking toegezegd, ook het strafrechtelijk onderzoek staat volledige openbaarmaking niet in de weg, verzekert hij.
Burgemeester Gilbert Isabella benadrukt dat de gemeente van harte volledig heeft meegewerkt aan de opgelegde herstelmaatregelen, zoals nestkasten, uitkijkpalen, rommelhoeken, herstel van de houtwal en geschikt grasland. Op de beplanting na zijn alle maatregelen uitgevoerd, gecontroleerd en goedgekeurd. De Regionale Uitvoeringsdienst RUD had gedreigd met een dwangsom van €10.000 per maand.
Toch blijft de burgemeester erbij dat de gemeente de loodsen mocht slopen en hij verwacht daarvan nog een formele bevestiging van de RUD in antwoord op de zienswijze die de gemeente heeft ingediend. Voor de sloop was volgens de gemeente geen vergunning nodig, alleen een melding. De gemeente heeft de sloop zorgvuldig voorbereid en uitgevoerd, een ecoloog ingeschakeld en de sloop vooraf gemeld bij de provincie, die daarop niet met een afwijzende reactie is gekomen.
Bij de provincie heb ik nagevraagd bij wie deze melding is binnengekomen en hoe daarop is gereageerd. De verantwoordelijk ambtenaar van het team Vergunningverlening Natuur en Landschap laat mij weten dat de provincie geen melding heeft ontvangen. Hij heeft dit "in het hele provinciehuis" nagevraagd, bij Vergunningverlening, Woningbouw en de Regionale Uitvoeringsdienst, maar niemand heeft weet van een melding. Daar is ook helemaal geen procedure voor, legt hij uit. Als geen vergunning of ontheffing nodig is, dan moet sloop gemeld worden bij de gemeente zelf. Maar ook dat is geen vrijbrief om de wet te overtreden. In dit geval lag er een afgewezen ontheffingsaanvraag.
De man van de provincie schetst nog maar eens de procedure van de Wet Natuurbeheer (Wnb). Bij ruimtelijke ingrepen, zoals bouw of sloop, moet altijd eerst een ecologische quick scan worden gedaan. Er zijn twee mogelijke uitkomsten: op voorhand zijn negatieve effecten uitgesloten, dan hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, óf negatieve effecten zijn niet uitgesloten, dan moet een ontheffing worden aangevraagd en nader ecologisch onderzoek worden gedaan. Die ontheffing was in dit geval nodig maar werd geweigerd. Voor ontheffing moet aan drie voorwaarden zijn voldaan: 1) een in de wet genoemd belang; 2) afweging van alternatieven; 3) goede ecologische onderbouwing.
De gemeente heeft de aanvraag in 2020 niet slim aangepakt. De gemeente had een beroep kunnen doen op het belang van de woningbouw, maar deed een beroep op het belang van de flora en fauna. Maar de werkzaamheden waren natuurlijk niet in het belang van de steenuilen, dus die goedkeuringsgrond viel af. De uitnodiging en ruime tijd voor overleg voordat de afwijzing definitief zou worden, werd door de gemeente niet benut.
De medewerker van de provincie had mij in 2021 al uitgelegd dat een mogelijke oplossing zou zijn om een soortenmanagementplan (SMP) op te stellen en op grond daarvan een gebiedsgerichte ontheffing aan te vragen voor een veel groter gebied, mogelijk de hele gemeente. Dan wordt gekeken naar de stand van de steenuilen in het hele gebied en hoe te voorkomen dat de soort achteruitgaat. Sindsdien vraag ik om de paar maanden bij de gemeente of er al een plan voor de steenuil is. Onlangs liet de woordvoerder mij weten dat de gemeente helemaal niet van plan is om een soortenmanagementplan voor de steenuil op te stellen. Dat bericht verraste mij. Wordt met het opnieuw geschikt maken van de locatie voor de steenuil zonder zicht op een soortenmanagementplan Loerik VI in feite niet defintief weggegeven aan de steenuil in plaats van woningbouw? De burgemeester vindt van niet, volgens hem komt het probleem pas aan de orde als er concrete woningbouwplannen zijn.
Het is een geïsoleerde locatie, een weiland in een woonwijk, de steenuilen gaan daar niet zomaar weg. Het is mij niet duidelijk waarom de gemeente een locatie aanwijst als kansrijke woningbouwlocatie voor de korte termijn, die ook is opgenomen in de Woondeal van de provincie richting Rijk, maar de door de provincie aangereikte oplossing afwijst. Voor het opstellen van een soortenmanagementplan kan de gemeente medewerking en subsidie van de provincie krijgen. De medewerker van de provincie raadt Houten aan eens te rade te gaan bij de aanpak van het Maximapark door de gemeente Utrecht.
Mijn indruk is dat de gemeente worstelt met personeelsgebrek. Als dat zo is, dan krijgt de gemeente ook een hele kluif aan de invoering van de omgevingswet met ingang van 1 januari 2024. Op het gebied van natuur en milieu, bouwen en vergunningen komt er dan veel op de gemeente af.