zondag 10 februari 2002

Fundamentalisme - het begrip

Fundamentalisme is "moorden om macht en zich daarbij verschuilen achter het geloof" las ik in de krant. Zo opgevat is fundamentalisme altijd verwerpelijk. Fundamentalisme wordt steeds vaker opgevat als extremistisch geweld. Maar die definitie heeft de nieuwste Van Dale nog niet bereikt. Volgens Van Dale is fundamentalisme een "zeer orthodoxe, anti-liberale theologische richting, met een sterk anti-intellectuele inslag, m.n. in het christendom en de islam, maar ook in de politiek". De Grote Winkler Prins leert dat het begrip is afgeleid van 'The Fundamentals, a testimony of truth', een populaire serie boekjes vanaf 1910. De beweging kwam op in 1870 en kreeg in de twintigste eeuw veel aanhang in de Verenigde Staten. Een gevleugelde uitdrukking van christen-fundamentalisten is, dat zij de Bijbel geloven "van kaft tot kaft". Zij hebben met moslim-fundamentalisten gemeen dat zij zich verzetten tegen het modernisme en zich daarbij beroepen op een letterlijke uitleg van hun eeuwenoude geschriften. Bij joden spreekt men eerder van ultra-orthodox (religieus) of extreem-rechts (politiek). In de politiek komt men het begrip ook tegen bij de Duitse Groenen: de Fundis tegenover de Realos.

De meeste fundamentalisten die ik gesproken heb, waren bedaarde en vredelievende lieden. Het is natuurlijk een definitiekwestie. Toch is deze begripsbeperking niet helemaal zonder risico. In hetzelfde krantenstukje lees ik: "Ik wil het helemaal niet, maar ik merk aan mezelf, dat ik nauwelijks nog waarde hecht aan wat goedwillende moslims zeggen." Zo leidt begripsbeperking inderdaad tot beperking van begrip. 

Ytzen Lont, 10 februari 2002 (c) Stylo