woensdag 24 februari 2016

Vervangend hoofd


Het populair-wetenschappelijk tijdschrift KIJK van 18 februari bevat een artikel over een Italiaanse arts die beweert over enkele jaren een hoofdtransplantatie te kunnen uitvoeren. Hij heeft al een donor, een Rus met een voortschrijdende verlamming. Het artikel viel mij op doordat ik nogal eens grap dat ik op de wachtlijst sta voor een hersentransplantatie, als mijn hoofd weer eens niet doet wat ik wil. Daar zit volgens mij meteen het kernprobleem en de contradictie. Wat huist waar, als het gaat om "ik", "wil" en "doen"? Het artikel is - terecht - heel sceptisch of het ooit zover zal komen en gaat in op allerlei technische problemen die gepaard gaan met een hoofdtransplantatie. Zoals afstotingsverschijnselen en de vraag of je de zenuwbundels wel netjes scherp kunt doorsnijden en is het ooit mogelijk de talloze zenuwen op de juiste counterpart aan te sluiten en ga zo maar door. Je wilt niet dat de patiënt in plaats van zijn hand uit te steken, ineens gaat plassen, omdat de betreffende zenuwen kruislings zijn verbonden.

Maar vreemd genoeg gaat het artikel in het geheel niet in op de kernvraag naar het bewustzijn en de persoonlijkheid. Wie is hier de donor? Het lichaam of het hoofd? Wie is de patiënt? De donor mag nog niet hersendood zijn als zijn donorhoofd wordt verwijderd en de ontvangende patiënt is al snel na aanvang van de operatie hersendood als het ongewilde hoofd wordt afgezet. Naar ik mag aannemen komen, als de operatie slaagt, de herinneringen, herkenning en leerervaringen van de donor mee naar het nieuwe lichaam. De Italiaanse arts - Sergio Canavero - gelooft zelfs dat de patiënt bij volledig herstel kinderen kan voortbrengen, maar dan wel (volgens dezelfde arts, want hier schiet mijn kennis te kort) met het genetisch materiaal van de donor. De patiënt is dus een vreemde in zijn eigen familie en in zijn eigen lichaam. Ik denk dat we beter van lichaamstransplantatie kunnen spreken dan van hoofdtransplantatie.

Voorlopig blijf ik dus nog maar een tijdje op mijn zelfverzonnen wachtlijst staan en probeer het lang genoeg uit te zingen met het kalende hoofd dat nu tussen mijn oren zit. Een tijdje terug dacht ik dat mijn zus ook op diezelfde wachtlijst stond. Tijdens afwezigheid van haar leidinggevende meldde ze: "Morgen kan ik niet, want dan moet ik mijn hoofd vervangen". Ik antwoordde: "Ja, dat wil ik ook".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten