maandag 22 augustus 2016

Station Vaartsche Rijn open

Vandaag, maandag 22 augustus 2016, is station Utrecht Vaartsche Rijn open gegaan. Overdag had ik geen tijd, maar vanavond toch nog even snel op en neer om voor de #eerstekeer op dit station uit- en in te stappen. Van Castellum naar Vaartsche Rijn is het elf minuten met de trein.

De perrons liggen er al meer dan een jaar, mijn trein is er vaak langsgekomen en zelfs al heel wat keren gestopt - wachtend op een vrij spoor op Centraal - maar vandaag was de eerste keer dat de deuren open gingen. In de late jaren '80 had ik in mijn werk voor de afdeling Stedebouw van de gemeente Utrecht al te maken met dit geplande Randstadspoor-station. Het moet het drukste station van Nederland, Utrecht Centraal, ontlasten en de zuidelijke binnenstad van Utrecht vlotter toegankelijk maken.

Je kunt hier bijvoorbeeld overstappen van de sprinters uit Tiel en Breda op de sprinters naar Bunnik, Driebergen, Maarn, Veenendaal en Rhenen of naar Zuilen, Maarssen en Breukelen. De sprinter uit Houten gaat tegenwoordig - nog niet officieel maar al best vaak - rechtstreeks door naar Den Haag.

Door het nieuwe station heeft de zuidelijke binnenstad een opkikker gekregen. Al jaren geleden is het oude politiebureau Tolsteeg omgebouwd tot filmhuis Louis Hartlooperscomplex, wat voortaan van buiten Utrecht veel sneller bereikbaar is zonder overstap via Centraal op een door de binnenstad slingerende stadsbus. Ook het winkelgebied rond de Twijnstraat en het zuideinde van de Oudegracht kan van het station profiteren. De Oosterkade, en in iets mindere mate de Westerkade, langs de Vaartsche Rijn bloeit door het langverwachte station al jaren op met nieuwe horeca.

Het bord dat wijst naar de tram is iets te vroeg onthuld. De perrons liggen er al lange tijd, maar zonder rails is het tracé nog wat stroef voor de tram tussen Utrecht Centraal en het universiteitscentrum De Uithof. Deze tram gaat naar verwachting in 2018 rijden.

zondag 14 augustus 2016

Zeven baantjes (4)

Op Twitter doet de vraag de ronde "Wat zijn jullie eerste pak 'm beet zeven baantjes eigenlijk geweest?"
Het brengt mijn gedachten natuurlijk terug bij mijn eigen eerste baantjes. Eerder beschreef ik al (1) huis schilderen, (2) Phonogram en (3) Stationsfietsenstalling. Nu het vierde baantje.

(4) Barneveldse Krant
Rond mijn 18de (zomer 1973) heb ik gesolliciteerd als journalist bij de Barneveldse Krant. In die tijd strekte het niet hebben van een opleiding nog tot aanbeveling. De sollicitatie ging razend snel, ik had mijn schooldecaan als referentie opgegeven en nog niet de tijd gehad om hem netjes toestemming te vragen. Binnen een dag werd ik gebeld door chef-redacteur Jur van Ginkel en ik kon diezelfde dag nog bij hem op gesprek komen. De volgende dag alsnog naar meneer Van der Hoeven, mijn decaan, om toestemming voor de referentie. "Ik vind het goed", zei hij, "alleen ik moet je wat vertellen. Mijn zoon heeft ook gesolliciteerd. En laat ik het je meteen maar zeggen: hij heeft net bericht gekregen dat hij is aangenomen". Die baan ging dus aan mijn neus voorbij. Na deze teleurstelling heb ik besloten weer naar school te gaan.

Een jaar later (zomer 1974) zat ik weer verlegen om een vakantiebaan. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en bij hoofdredacteur Dick Rebel thuis aangebeld. Zijn schone dochter deed open en ik mocht daar wel wachten tot pa thuiskwam. Zijn dochter kreeg ik niet, maar ik kon een maand lang aan de slag op de redactie. Een maand is te kort om het vak te leren, maar ik heb in die paar weken wel alles moeten doen wat tot het vak behoort. Telex-berichten herschrijven, de straat op om nieuwtjes en sfeerinterviews te verzamelen op de markt, naar persconferenties. Mensen interviewen. Dat kon ik wel, maar o zo eng als er een persfotograaf om je heen cirkelt. Een nieuwsbericht maken uit een statistisch jaarverslag. Koppensnellen. Een aardige puzzel om te zien bij welk corps je hóeveel letters aan zinnige tekst in een kop kunt duwen. Ook tussenkopjes maken in aangeleverde berichten vond ik leuk. Een week lang volgde ik de jaarlijkse Tour de Junior in Achterveld, onder andere vanuit de VW Kever van de speaker, om vervolgens op de sportfiets van mijn broer naar de redactie te snellen om nog dezelfde dag mijn sportverslag in de krant te hebben.

Op een nacht was ik laat op de redactie. Ik weet niet waarom. Het was al na middernacht. In het telexkamertje zie ik 'live' een foto binnenkomen. Griekse studenten. Juichend op een muur. Het moet juli 1974 geweest zijn. Het definitieve einde van het kolonelsregime in Griekenland en de terugkeer van de democratie.

Met één van de redacteuren naar een stacaravan in Voorthuizen, waar een groep campinggasten klaagde over de bereikbaarheid van de plaatselijke huisarts. Het Veluwse Voorthuizen groeide 's zomers van zo'n 6000 naar af en aan wel 40.000 bewoners. Ik maakte wat aantekeningen maar het stuk werd geschreven door de redacteur. Een paar dagen later werd chef-redacteur Jur van Ginkel op het matje geroepen bij hoofdredacteur Dick Rebel, die zich gewoonlijk niet met de dagelijkse gang van zaken van de krant bemoeide. Terug op de redactie liep Jur van Ginkel naar de betreffende redacteur, die daarna direct naar mij kwam. De betrokken huisarts had geklaagd over het artikel en of ik hem maar even wilde bellen. In de scheldpartij die ik daarna over mij heen kreeg, leerde ik van deze dokter voor het eerst het begrip "hoor en wederhoor". Ik had er nog nooit van gehoord, maar het klonk mij redelijk in de oren. Natuurlijk was de reputatie van deze plaatselijke arts geschaad door een stel ontevreden stedelingen die ongeremd hun zegje hadden mogen doen in de krant. De kanonnade kwam voor mij, naïef als ik was, volkomen onverwachts en alleen mijn beleefde opvoeding kon mij nog redden. Ik begreep dat dit lastige gesprek op mij als jongste bediende was afgeschoven en ik kon het moeilijk alsnog teruggeven aan de redacteur of uitleggen dat ik het artikel niet geschreven had - ik geloof zelfs dat ik te zien was op de foto van het interview in de caravan. Ik wilde de krant niet afvallen, bleef beleefd luisteren, gaf hem respectvol gelijk en bood hem voorzichtig mijn excuses aan. Later in mijn leven heb ik nog wel vaker boze gesprekken aangenomen, maar nooit heeft iemand aan het eind van het gesprek de hoorn boos neergelegd.

(5) Volgende keer mijn eerste echte baan, deze maand 40 jaar geleden: bij Youth for Christ Nederland in Driebergen. 

vrijdag 12 augustus 2016

Zeven baantjes (3)

Op Twitter doet de vraag de ronde "Wat zijn jullie eerste pak 'm beet zeven baantjes eigenlijk geweest?"
Het brengt mijn gedachten terug bij mijn eigen eerste baantjes. Eerder deze week vertelde ik al over baantje (1) huis schilderen en (2) op kantoor bij Phonogram. Dan nu mijn derde baantje.

(3) Stationsfietsenstalling (Barneveld)
Een volgende vakantiebaan was het beheren van de stationsfietsenstalling bij station Barneveld-Dorp. Twee weken lang in een blauwe stofjas. Ik herinner me het zware dreunen van het klaphek, dat vanzelf op z'n plek terugviel elke keer als er iemand passeerde. De winkel en de werkplaats waren twee weken gesloten, maar de stalling moest open blijven. In de stalling moest ik ook kleine reparaties doen, zoals banden plakken. Weer een technisch baantje en dat met mijn twee linker handen. Ik heb geen idee hoe ik aan dit baantje ben gekomen. Mijn herinneringen er aan zijn ver weggezonken en heel fragmentarisch. De stationsstalling was van een plaatselijke fietsenmaker, hoe heette hij ook al weer, ik meen Van de Kieft - o nee, Bosma. De stalling was aan de achterkant van de zaak, tegenover het station. De voorzijde met de winkel was aan de Nieuwstraat. Daar zaten twee fietsenwinkels naast elkaar. De buurman heette Fraanje, lidmaat van de 'zware' Fraanje-kerk, die altijd in driedelig grijs streepjespak in de werkplaats stond. Dat streepjespak van Fraanje maakte geloof ik meer indruk dan de blauwe stofjas van zijn buurman. Zelf gingen wij naar een andere fietsenmaker. Hoeveel rijwielherstellers hadden we eigenlijk wel niet in het dorp!?

Volgende keer: (4) Barneveldse Krant (Barneveld). 

Aanvulling 2.9.16: De naam van de fietsenmaker waar ik werkte, moet Bosma geweest zijn (spelling onzeker, ik kan er niets over vinden op internet). In zijn zaak zit nu een visrestaurant. Ik fietste er vrijdag 2 september langs. Het viel mij op hoe 'diep' (van voren tot achteren) het pand is. Aan de achterkant van het pand, tegenover het station, staat nu een kantoorgebouw met o.a. een bank. De zaak van Fraanje is in 2014 overgenomen door Jansen 2Wielers (zie Barneveldse Krant). Aan de winkel van Fraanje hangt nog een fraai uithangbord.  





donderdag 11 augustus 2016

Zeven baantjes (2)

Op Twitter doet de vraag de ronde "Wat zijn jullie eerste pak 'm beet zeven baantjes eigenlijk geweest?"
Het brengt mijn gedachten terug bij mijn eigen eerste baantjes. Daarover wil ik de komende dagen vertellen. Eerder beschreef ik mijn eerste 'baantje': in opdracht van mijn vader ons eigen huis schilderen, waarbij ik meteen de houten keukentrap helemaal wit verfde. Daarna steeg ik snel op de ladder.

(2) Phonogram 
In 1970 was mijn vader gestopt met zijn bouwbedrijf Bouwindustrie Barneveld (BIB) en als bouwkundige gaan werken bij Philips Phonografische Industrie (PPI) ofwel Phonogram. Hij regelde daar - ik denk in 1971, ik was nog net 15 - een vakantiebaan voor mij. Op maandagmorgen moest ik mij melden bij de fabriek aan de Torenlaan. Daar stonden tientallen jongeren klaar om aan de slag te gaan. Iemand van personeelszaken ging op een verhoging voor de groep staan en riep mijn naam. Iedereen ging de fabriek in - behalve ik. Mijn vader had - heel verstandig trouwens, maar het schaamrood stond mij op dat moment op de kaken - een kantoorbaan voor mij geregeld. Ik moest mij een paar straten daar vandaan in een prachtige oude villa melden bij de afdeling Voorcalculatie en Planning. Daar kreeg ik grote stapels jaarverslagen op mijn bureau, in rode omslagen, met de omzetcijfers van Phonogram in alle landen van de wereld. Ik moest de cijfers in tabellen en grafieken zetten. Met een dikke zwarte tekenpen op rose millimeterpapier. Toen ik bijna klaar was, kwam de chef mijn werk controleren. Hij zag de optellingen en riep ineens in extase uit: "dan zijn we de grootste ter wereld!" Op basis van mijn cijfers bleek Phonogram zijn grootste concurrent CBS voorbij gestreefd te zijn. Ik kan mij tot op de dag van vandaag niet voorstellen dat men zulke constateringen aan een tiener overliet, maar goed, zo kwam het toen op mij wel over. Het kan zijn dat Philips daarna zijn winstverwachting nog wel wat heeft moeten bijstellen op grond van een rekenfoutje of het uitschieten van mijn tekenpen. Mijn rekenkunst en fijne motoriek zijn nu eenmaal niet mijn sterkste eigenschappen. Ten slotte moest ik naar het hoofdkantoor aan de Amalialaan om fotokopieën te maken van mijn werk. In die tijd was het nog niet zo dat een bedrijf zomaar eventjes op elke afdeling een kopieerapparaat kon neerzetten. Ik zie mij nog sjouwen door de straten van Baarn, gebukt onder dikke stapels papier en om de zoveel meter even uitpuffend op een tuinmuurtje. De rapporten moesten vervolgens naar alle vestigingen in de wereld gestuurd worden.

Nog een herinnering aan die tijd. Bij de ingang van het hoofdkantoor lag een stapel net afgeleverde kranten. De New York Times. Het was voor het eerst dat ik die krant zag. Met op voorpagina de Pentagon Papers. De NYT publiceerde in die tijd de geheime rapporten over de Amerikaanse geheime operaties in Vietnam, Cambodja en Laos.

Al begreep ik niet helemaal waar het over ging, het maakte grote indruk op mij.

Meer over Philips/Phonogram * Phonogram UK * CBS & Phonogram Sales Up (1972)
In het Phonogram-hoofdkantoor aan de Amalialaan is nu Universal Music gevestigd
Zie ook: EMI/Bovema

Volgende keer: (3) Stationsfietsenstalling.

maandag 8 augustus 2016

Zeven baantjes (1)

Op Twitter doet de vraag de ronde "Wat zijn jullie eerste pak 'm beet zeven baantjes eigenlijk geweest?"
Waar deze vraag vandaan komt of wat nou precies de bedoeling ervan is, weet ik niet. Het brengt mijn gedachten natuurlijk wel terug bij mijn eigen eerste baantjes. De komende dagen zal ik ze eens op een rij zetten.

(1) Huis schilderen (Barneveld)
Mijn eerste vakantiebaan, ik denk in 1970 kort voor mijn vijftiende verjaardag, was in opdracht van mijn vader: samen met mijn broer de kozijnen van ons eigen huis schilderen. Zoals gebruikelijk als je mij een verfkwast in handen geeft, schilderde ik alles mee, ook de houten keukentrap waarover ik de pot met witte verf liet vallen. Nu de trap eenmaal onder de verf zat, vond ik het een slim idee om 'm meteen maar helemáál wit te schilderen. Dan zag je de vlekken niet meer. Maar m'n vader werd erg boos toen hij thuiskwam. Hij leerde mij meteen één van de vele veiligheidseisen die kennelijk in de bouw gelden: een houten ladder mag nooit geschilderd worden, want dan kan je zwakke plekken en breuken niet zien. Mijn eerste stap op de carrièreladder.

Volgende keer: (2) Phonogram (Baarn)