Dinsdag 28 mei stemde de gemeenteraad van Houten in met een ontwerp verklaring
van geen bezwaar voor de plannen van windpark Goyerbrug. Dit windpark komt ver
van het centrum van Houten, op de grens van de gemeente Wijk bij Duurstede. Het
schone Gelderse stadje Culemborg ligt trouwens nog dichterbij. De provincie
kwam al aan het begin van deze eeuw met plannen voor windmolens langs het
Amsterdam-Rijnkanaal, na inspraak in Houten werden de molens een stuk verder
richting gemeentegrens geschoven. Wijk bij Duurstede wil geen molens, Bunnik
denkt er nog over na en een onderzoeksbureau heeft al vast wat locaties
ingetekend waar dat technisch zou kunnen, bijvoorbeeld op de grens van Houten: bij
Nieuw Wulven, de Kruisweg (daar waar Houten misschien nog een paar duizend
woningen buiten de rondweg wil bouwen) of ’t Goy. En aan het westelijk front zwaaien
een vijftal Nieuwegeinse molens alle dagen vriendelijk naar hun drie Houtense
collega’s, die zo nu en dan terugzwaaien, als ze in een goeie bui zijn.
Waarom komen die molens telkens op
de gemeentegrens en wie gaat daar eigenlijk over? Gaan bestuurders
regelmatig op de koffie bij de buren of gaan ze gewoon hun eigen gang? Hoe gaan
plannenmakers en bestuurders om met de belangen van bewoners van de buurgemeenten?
Bij wie moet de burger zijn als het om plannen gaat van de buren, met politici
die ze niet kennen en die ze niet gekozen hebben? Hoe werkt de lokale
democratie over de gemeentegrenzen heen?
Zichtbaar maken
Die kernvraag gaat niet – of niet alleen – over windmolens, maar de
molens maken deze vragen wel letterlijk en figuurlijk het meest zichtbaar. Een
paar redacteuren van Omroep Houten kwamen daarom op het idee om deze vragen
maar eens gewoon voor te leggen aan de bestuurders zelf. Zo ontstond het plan
om de wethouders van Houten, Bunnik, Wijk bij Duurstede en Nieuwegein en de
gedeputeerde van de provincie uit te nodigen voor een debat. Dit zou dan ná de
provinciale verkiezingen plaats moeten vinden, dus ergens in april of mei.
Oprechte nieuwsgierigheid
Zelf ben ik geen radiopresentator maar ik ondersteun de redactie
regelmatig met het verzamelen van informatie en ik zou dus betrokken worden bij
de voorbereidingen en ik maakte de discussies op de redactie mee. De taken
werden verdeeld en vijf koppels van twee redacteuren zouden de vier gemeenten
en de provincie benaderen, een voorgesprek houden en een videoboodschap
opnemen. Het moest een niet ál te
politiek debat worden, geen welles-nietes, niet voor of tegen windmolens. Uiteindelijk
werd zelfs besloten om de wedstrijd te spelen zonder publiek. De politieke
redactie van een publieke omroep die een apolitiek debat wil zonder publiek,
hoor ik dat goed? Nee, natuurlijk gaat het om politieke vragen, voor een breed
publiek. Maar het debat in Houten verzandt nogal eens in het eigen gelijk en de
redactie wilde, zo heb ik dat tenminste begrepen, proberen de discussie los te
trekken uit de dagelijkse politiek en de bestuurders aan het woord te laten
over de vraag hoe ze met elkaar en elkaars inwoners omgaan. De debatvraag was
ingegeven door oprechte nieuwsgierigheid – daar ben ik getuige van.
Toch geen debat
De gedeputeerde van de provincie en de wethouders van Nieuwegein en Wijk
bij Duurstede wilden meteen meedoen aan het debat. Bunnik aarzelde maar vooral
Houten zag een debat over dit onderwerp met de buren niet zitten en een
ambtenaar ging meteen aan het rondbellen in de regio.
Uiteindelijk leidde dat er toe dat alle wethouders zich en bloc terugtrokken. Alleen
gedeputeerde Pim van den Berg hield als laatste der Mohikanen moedig stand,
maar uiteindelijk moest ook hij opgeven: “In m’n eentje kan ik niet
debatteren”, verzuchtte hij, toen ik hem er naar vroeg.
Wob-verzoek
Maar de vraag hoe de gemeenten onderling met elkaar en elkaars burgers
omgaan, blijft ook zonder dit debat overeind en de redactie blijft oprecht
nieuwsgierig. Daarom vroeg Omroep Houten met een beroep op de Wet Openbaarheid
van Bestuur – beter bekend als de WOB – om alle brieven, nota’s en e-mails die
betrekking hebben op de onderlinge contacten over de windmolenlocaties op de
gemeentegrenzen. De meeste gemeenten hadden daar de volle acht weken voor nodig
die de wet toestaat en Houten zelfs nog iets langer.
Zwartgemaakt
Die extra tijd was waarschijnlijk nodig voor het zwart maken van alle
namen, waarin Houten nogal ver gaat of je kunt ook zeggen heel consequent is. Zo
lezen we in de stukken de mededeling dat “initiatiefnemer
[zwartgemaakt] van Windpark Goyerbrug BV” een omgevingsvergunning heeft
aangevraagd, ondertekend door een zwartgemaakte wethouder van Duurzaamheid, Milieuzaken
en Buitengebied. Volgens de stukken komen vijf zwartgemaakte milieuwethouders
in de regio bij elkaar om te praten over windenergie. Een team van kundige
onderzoeksjournalisten van de omroep probeert nu te achterhalen wie toch wel onze
wethouder van milieu is... Gelukkig hebben andere gemeenten dezelfde stukken
geleverd zonder zwarte lak, dus veel van deze zwartmakerij is volkomen zinloos.
Arme zwartmaker van de gemeente, die zo zijn best heeft gedaan.
Draagvlak
Inmiddels heeft de omroep zo’n 700 pagina’s aan documenten ontvangen. Het
inventariseren, analyseren en presentabel maken van al die informatie vraagt
tijd. Een eerste beeld tekent zich wel af. Al in 2001 wijst de provincie een
paar zoekgebieden aan voor windmolens, het liefst op bedrijventerreinen, langs
snelwegen en het Amsterdam-Rijnkanaal. Nieuwegein stevent in rechte lijn op
zijn windpark af, dat fier en trots Windpark Nieuwegein moet heten, zodat
iedereen die met zijn auto over de A27 raast, kan zien dat Nieuwegein een
duurzame gemeente is. Er zijn geen protesten vanuit de eigen bevolking, de
enige bezwaren komen van een paar inwoners van Houten. Wijk bij Duurstede
verzet zich vanaf het begin tegen windmolens, aarzelt soms even, houdt dan een
internetpeiling, waarna het weer voor iedereen duidelijk is: geen windmolens in
Wijk. De provincie drukt de molens aan de grenzen door, terwijl Houten het
tweede windpark nog wat verder richting Wijk weet te schuiven. Bunnik denkt ook
wel na over windmolens, maar de provincie vindt het gebied niet zo geschikt en
van hogerhand is er dus geen druk. Houten tekent in 2001 drie zoeklocaties voor
windmolens in, waarvan er eentje – bij Schalkwijk langs het spoor – al snel van
de kaart verdwijnt. De drie molens bij de nieuwe Vinex-wijk Houten-Zuid komen er
ondanks heftige protesten, die ook niet verstommen als ze er al lang staan. Het
tweede windpark wordt afhankelijk gesteld van de evaluatie van het eerste en
van draagvlak onder omwonenden, maar van geen van beide – evaluatie noch
draagvlak – wordt precies duidelijk gemaakt wat daarmee wordt bedoeld. Op de
bezwaren van Wijk bij Duurstede reageert Houten als de vriendelijke klantenservice
van een commercieel bedrijf: wij begrijpen uw zorgen, willen graag met u in
gesprek blijven en wat werken we toch prettig samen. Op de inhoud van de
bezwaren wordt niet ingegaan. Het waarom is ook wel duidelijk: niet de
klantenservice in Houten, maar de directie in Utrecht beslist.
Op één lijn
Uit de stukken wordt meteen ook duidelijk hoe de gemeente Houten het door
de omroep voorgestelde debat behendig weet te omzeilen. Zodra de uitnodiging
van de omroep binnenkomt, gaat de programmamanager duurzaamheid aan het bellen
en mailen: “Hier in Houten hebben wij wat
aarzelingen bij de opzet van het debat. Wij voelen meer voor een debat over de energietransitie.
(…) Ik heb de afgelopen dagen een belrondje langs jullie allemaal gemaakt om te
horen hoe iedereen er in zit en te kijken of we op één lijn kunnen komen in
onze reactie aan Omroep Houten. (…) We willen focussen op de energietransitie. Ik
ga zo meteen Omroep Houten bellen, dat dit de insteek is van onze wethouder
Hilde de Groot. Ik stel voor dat we als gemeenten gezamenlijk optrekken”.
Debat
collectief geblokkeerd
Intussen hebben de koppeltjes van redacteuren al verschillende afspraken
gemaakt met de wethouders voor een voorgesprek. Groot is dan ook de verbazing
als de hoofdredacteur van de omroep onverwachts een telefoontje krijgt van de
communicatie-afdeling van Nieuwegein met de mededeling dat het onderwerp van
het debat is veranderd. De hoofdredacteur weet van niks. Mij wordt nu pas
duidelijk, door het inzien van de opgevraagde communicatie, dat de ambtenaren
van Nieuwegein en Houten dit onderling zo hebben afgesproken. De Nieuwegeinse medewerker
rapporteert terug naar Houten dat Nieuwegein alsnog afziet van het debat en schrijft:
“Het zou sterk zijn als alle gemeenten en
de provincie ook bedanken voor de uitnodiging”. Ook schrijft hij: “Ik heb sterk het idee dat ze het niet
helemaal fair spelen, mede doordat zij de wethouders rechtstreeks benaderd
hebben”. Dat raakt me wel, omdat ik de uitnodigingsbrief aan Nieuwegein zelf
heb verstuurd, in de naïeve veronderstelling dat de afzender niet over
de interne processen van een gemeente gaat. De vragen van de omroep waren
oprecht en welgemeend en de wethouder had meteen positief gereageerd, de afspraak
voor het voorgesprek was al gemaakt. Wij konden niet weten dat de wethouder dit
kennelijk niet eerst keurig intern had overlegd. Ik herinner mij dat ik jaren geleden
de inspecteur-generaal der krijgsmacht zou interviewen. Hij wilde graag
meewerken, ik kreeg hem persoonlijk aan de telefoon en een afspraak was gauw gemaakt,
“tenzij er een veto komt van de voorlichter vanwege beleid dat wij hier ook
niet begrijpen”, zei de inspecteur-generaal letterlijk tegen mij. De voorlichter
floot hem die zelfde dag nog terug en het interview ging niet door. In het leger
zijn de verhoudingen duidelijk. De inspecteur-generaal der krijgsmacht gehoorzaamt
de bevelen van de afdeling Voorlichting. Hoe de verhoudingen in de regio liggen,
kan je alleen in de praktijk leren. Dat wethouders ja of nee konden zeggen, was
vooraf duidelijk; het was een open en eerlijke uitnodiging. Maar dat een debat waar
verschillende bestuurders direct welwillend tegenover stonden, ambtelijk collectief
geblokkeerd zou worden, dat kwam als een verrassing.
Rolverdeling
In een overleg met de communicatieadviseurs van de vier gemeenten en de provincie
doet de omroep nogmaals een poging om uit te leggen wat de bedoeling is en
vraagt de gemeenten ieder voor zich te beslissen, omdat er verschillende varianten
van het debat mogelijk zijn, maar dat de vraagstelling niet verandert. Een week
later komt de definitieve afmelding van alle vier gemeenten en omdat er geen
debatpartners meer over zijn, haakt uiteindelijk ook de provincie af. In de
stukken lees ik nu de motivatie: “Alle
gemeenten hebben aangegeven om niet deel te nemen aan het debat. De redenen
hiervoor zijn o.a. dat Omroep Houten vasthoudt aan windenergie. Over het
onderwerp de energietransitie kun je (nog) geen debat voeren.” Een
merkwaardige omkering van de feiten. Het idee om een energiedebat te voeren, kwam
van de programmamanager duurzaamheid van de gemeente Houten zelf. Begrijpelijk,
want dat is haar vak. Het is een belangrijk onderwerp, waar op veel niveaus nog
vaak over gedebatteerd zal worden. Maar de omroep kan geen debatten leveren op bestelling.
Dat heeft verschillende redenen. De eerste reden heeft te maken met
professionele journalistiek. De rolverdeling is daarbij als volgt: de pers
stelt de vragen, de politici gaan over hun antwoorden. Een politicus houdt natuurlijk
altijd rekening met Miranda. Miranda, wie is dat nou weer? Nee, ik bedoel de Miranda Warning die je in elke
Amerikaanse politieserie kunt horen: “Je hebt het recht om te zwijgen, maar
alles wat je zegt, kan tegen je gebruikt worden”. Dat een politicus voorzichtig
is, is niet vreemd. De tweede reden dat de lokale omroep geen debatten op
bestelling kan leveren, is omdat deze omroep volledig bestaat uit vrijwilligers. Alle
medewerkers doen dit ‘erbij’, het is burgerjournalistiek en een debat organiseren
is een hele klus, wat je niet te vaak kunt doen. De energieopgave is een
belangrijk vraagstuk, waar veel media aandacht aan zullen besteden, maar de
vraag naar hoe bestuurders over de grenzen van hun gemeente heen besturen – een
oprechte vraag die leeft bij de redactie zonder enige vooringenomenheid – wordt
er niet door beantwoord. "Het zegt ook iets dat alle gemeenten nee zeggen tegen het debat", verzucht één van de redacteuren tegen een communicatiemedewerkster van de gemeente. Tevreden mailt ze dit aan haar collega: "Inderdaad, dat zegt dat wij niet mee willen doen, haha".
Harder spitten
Nu de gemeenten collectief hebben besloten hier niet aan mee te werken,
moet de redactie wat harder spitten. Dat is hard werken, het is geen actievoeren
of activistische journalistiek, maar gewoon willen weten hoe het zit - in het
belang van de bewoners. Dat is de basis van de journalistiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten