zondag 2 juni 2019

Molens op de grens

Omroep Houten onderzoekt communicatie met buurgemeenten

Dinsdag 28 mei stemde de gemeenteraad van Houten in met een ontwerp verklaring van geen bezwaar voor de plannen van windpark Goyerbrug. Dit windpark komt ver van het centrum van Houten, op de grens van de gemeente Wijk bij Duurstede. Het schone Gelderse stadje Culemborg ligt trouwens nog dichterbij. De provincie kwam al aan het begin van deze eeuw met plannen voor windmolens langs het Amsterdam-Rijnkanaal, na inspraak in Houten werden de molens een stuk verder richting gemeentegrens geschoven. Wijk bij Duurstede wil geen molens, Bunnik denkt er nog over na en een onderzoeksbureau heeft al vast wat locaties ingetekend waar dat technisch zou kunnen, bijvoorbeeld op de grens van Houten: bij Nieuw Wulven, de Kruisweg (daar waar Houten misschien nog een paar duizend woningen buiten de rondweg wil bouwen) of ’t Goy. En aan het westelijk front zwaaien een vijftal Nieuwegeinse molens alle dagen vriendelijk naar hun drie Houtense collega’s, die zo nu en dan terugzwaaien, als ze in een goeie bui zijn.

Waarom komen die molens telkens op de gemeentegrens en wie gaat daar eigenlijk over? Gaan bestuurders regelmatig op de koffie bij de buren of gaan ze gewoon hun eigen gang? Hoe gaan plannenmakers en bestuurders om met de belangen van bewoners van de buurgemeenten? Bij wie moet de burger zijn als het om plannen gaat van de buren, met politici die ze niet kennen en die ze niet gekozen hebben? Hoe werkt de lokale democratie over de gemeentegrenzen heen?

Zichtbaar maken
Die kernvraag gaat niet – of niet alleen – over windmolens, maar de molens maken deze vragen wel letterlijk en figuurlijk het meest zichtbaar. Een paar redacteuren van Omroep Houten kwamen daarom op het idee om deze vragen maar eens gewoon voor te leggen aan de bestuurders zelf. Zo ontstond het plan om de wethouders van Houten, Bunnik, Wijk bij Duurstede en Nieuwegein en de gedeputeerde van de provincie uit te nodigen voor een debat. Dit zou dan ná de provinciale verkiezingen plaats moeten vinden, dus ergens in april of mei.

Oprechte nieuwsgierigheid
Zelf ben ik geen radiopresentator maar ik ondersteun de redactie regelmatig met het verzamelen van informatie en ik zou dus betrokken worden bij de voorbereidingen en ik maakte de discussies op de redactie mee. De taken werden verdeeld en vijf koppels van twee redacteuren zouden de vier gemeenten en de provincie benaderen, een voorgesprek houden en een videoboodschap opnemen. Het moest een niet ál te politiek debat worden, geen welles-nietes, niet voor of tegen windmolens. Uiteindelijk werd zelfs besloten om de wedstrijd te spelen zonder publiek. De politieke redactie van een publieke omroep die een apolitiek debat wil zonder publiek, hoor ik dat goed? Nee, natuurlijk gaat het om politieke vragen, voor een breed publiek. Maar het debat in Houten verzandt nogal eens in het eigen gelijk en de redactie wilde, zo heb ik dat tenminste begrepen, proberen de discussie los te trekken uit de dagelijkse politiek en de bestuurders aan het woord te laten over de vraag hoe ze met elkaar en elkaars inwoners omgaan. De debatvraag was ingegeven door oprechte nieuws­gierigheid – daar ben ik getuige van.

Toch geen debat
De gedeputeerde van de provincie en de wethouders van Nieuwegein en Wijk bij Duurstede wilden meteen meedoen aan het debat. Bunnik aarzelde maar vooral Houten zag een debat over dit onderwerp met de buren niet zitten en een ambtenaar ging meteen aan het rondbellen in de regio.

Uiteindelijk leidde dat er toe dat alle wethouders zich en bloc terugtrokken. Alleen gedeputeerde Pim van den Berg hield als laatste der Mohikanen moedig stand, maar uiteindelijk moest ook hij opgeven: “In m’n eentje kan ik niet debatteren”, verzuchtte hij, toen ik hem er naar vroeg.

Wob-verzoek
Maar de vraag hoe de gemeenten onderling met elkaar en elkaars burgers omgaan, blijft ook zonder dit debat overeind en de redactie blijft oprecht nieuwsgierig. Daarom vroeg Omroep Houten met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur – beter bekend als de WOB – om alle brieven, nota’s en e-mails die betrekking hebben op de onderlinge contacten over de windmolen­locaties op de gemeentegrenzen. De meeste gemeenten hadden daar de volle acht weken voor nodig die de wet toestaat en Houten zelfs nog iets langer.

Zwartgemaakt
Die extra tijd was waarschijnlijk nodig voor het zwart maken van alle namen, waarin Houten nogal ver gaat of je kunt ook zeggen heel consequent is. Zo lezen we in de stukken de mededeling dat “initiatiefnemer [zwartgemaakt] van Windpark Goyerbrug BV” een omgevingsvergunning heeft aangevraagd, ondertekend door een zwartgemaakte wethouder van Duurzaamheid, Milieuzaken en Buitengebied. Volgens de stukken komen vijf zwartgemaakte milieuwethouders in de regio bij elkaar om te praten over windenergie. Een team van kundige onderzoeksjournalisten van de omroep probeert nu te achterhalen wie toch wel onze wethouder van milieu is... Gelukkig hebben andere gemeenten dezelfde stukken geleverd zonder zwarte lak, dus veel van deze zwartmakerij is volkomen zinloos. Arme zwartmaker van de gemeente, die zo zijn best heeft gedaan.

Draagvlak
Inmiddels heeft de omroep zo’n 700 pagina’s aan documenten ontvangen. Het inventariseren, analyseren en presentabel maken van al die informatie vraagt tijd. Een eerste beeld tekent zich wel af. Al in 2001 wijst de provincie een paar zoekgebieden aan voor windmolens, het liefst op bedrijven­terreinen, langs snelwegen en het Amsterdam-Rijnkanaal. Nieuwegein stevent in rechte lijn op zijn windpark af, dat fier en trots Windpark Nieuwegein moet heten, zodat iedereen die met zijn auto over de A27 raast, kan zien dat Nieuwegein een duurzame gemeente is. Er zijn geen protesten vanuit de eigen bevolking, de enige bezwaren komen van een paar inwoners van Houten. Wijk bij Duurstede verzet zich vanaf het begin tegen windmolens, aarzelt soms even, houdt dan een internetpeiling, waarna het weer voor iedereen duidelijk is: geen windmolens in Wijk. De provincie drukt de molens aan de grenzen door, terwijl Houten het tweede windpark nog wat verder richting Wijk weet te schuiven. Bunnik denkt ook wel na over windmolens, maar de provincie vindt het gebied niet zo geschikt en van hogerhand is er dus geen druk. Houten tekent in 2001 drie zoeklocaties voor windmolens in, waarvan er eentje – bij Schalkwijk langs het spoor – al snel van de kaart verdwijnt. De drie molens bij de nieuwe Vinex-wijk Houten-Zuid komen er ondanks heftige protesten, die ook niet verstommen als ze er al lang staan. Het tweede windpark wordt afhankelijk gesteld van de evaluatie van het eerste en van draagvlak onder omwonenden, maar van geen van beide – evaluatie noch draagvlak – wordt precies duidelijk gemaakt wat daarmee wordt bedoeld. Op de bezwaren van Wijk bij Duurstede reageert Houten als de vriendelijke klantenservice van een commercieel bedrijf: wij begrijpen uw zorgen, willen graag met u in gesprek blijven en wat werken we toch prettig samen. Op de inhoud van de bezwaren wordt niet ingegaan. Het waarom is ook wel duidelijk: niet de klantenservice in Houten, maar de directie in Utrecht beslist.

Op één lijn
Uit de stukken wordt meteen ook duidelijk hoe de gemeente Houten het door de omroep voor­gestelde debat behendig weet te omzeilen. Zodra de uitnodiging van de omroep binnenkomt, gaat de programmamanager duurzaamheid aan het bellen en mailen: “Hier in Houten hebben wij wat aarzelingen bij de opzet van het debat. Wij voelen meer voor een debat over de energietransitie. (…) Ik heb de afgelopen dagen een belrondje langs jullie allemaal gemaakt om te horen hoe iedereen er in zit en te kijken of we op één lijn kunnen komen in onze reactie aan Omroep Houten. (…) We willen focussen op de energietransitie. Ik ga zo meteen Omroep Houten bellen, dat dit de insteek is van onze wethouder Hilde de Groot. Ik stel voor dat we als gemeenten gezamenlijk optrekken”.

Debat collectief geblokkeerd
Intussen hebben de koppeltjes van redacteuren al verschillende afspraken gemaakt met de wethouders voor een voorgesprek. Groot is dan ook de verbazing als de hoofdredacteur van de omroep onverwachts een telefoontje krijgt van de communicatie-afdeling van Nieuwegein met de mededeling dat het onderwerp van het debat is veranderd. De hoofdredacteur weet van niks. Mij wordt nu pas duidelijk, door het inzien van de opgevraagde communicatie, dat de ambtenaren van Nieuwegein en Houten dit onderling zo hebben afgesproken. De Nieuwegeinse medewerker rapporteert terug naar Houten dat Nieuwegein alsnog afziet van het debat en schrijft: “Het zou sterk zijn als alle gemeenten en de provincie ook bedanken voor de uitnodiging”. Ook schrijft hij: “Ik heb sterk het idee dat ze het niet helemaal fair spelen, mede doordat zij de wethouders rechtstreeks benaderd hebben”. Dat raakt me wel, omdat ik de uitnodigingsbrief aan Nieuwegein zelf heb verstuurd, in de naïeve veronderstelling dat de afzender niet over de interne processen van een gemeente gaat. De vragen van de omroep waren oprecht en welgemeend en de wethouder had meteen positief gereageerd, de afspraak voor het voorgesprek was al gemaakt. Wij konden niet weten dat de wethouder dit kennelijk niet eerst keurig intern had overlegd. Ik herinner mij dat ik jaren geleden de inspecteur-generaal der krijgsmacht zou interviewen. Hij wilde graag meewerken, ik kreeg hem persoonlijk aan de telefoon en een afspraak was gauw gemaakt, “tenzij er een veto komt van de voorlichter vanwege beleid dat wij hier ook niet begrijpen”, zei de inspecteur-generaal letterlijk tegen mij. De voorlichter floot hem die zelfde dag nog terug en het interview ging niet door. In het leger zijn de verhoudingen duidelijk. De inspecteur-generaal der krijgsmacht gehoorzaamt de bevelen van de afdeling Voorlichting. Hoe de verhoudingen in de regio liggen, kan je alleen in de praktijk leren. Dat wethouders ja of nee konden zeggen, was vooraf duidelijk; het was een open en eerlijke uitnodiging. Maar dat een debat waar verschillende bestuurders direct welwillend tegenover stonden, ambtelijk collectief geblokkeerd zou worden, dat kwam als een verrassing.

Rolverdeling
In een overleg met de communicatieadviseurs van de vier gemeenten en de provincie doet de omroep nogmaals een poging om uit te leggen wat de bedoeling is en vraagt de gemeenten ieder voor zich te beslissen, omdat er verschillende varianten van het debat mogelijk zijn, maar dat de vraagstelling niet verandert. Een week later komt de definitieve afmelding van alle vier gemeenten en omdat er geen debatpartners meer over zijn, haakt uiteindelijk ook de provincie af. In de stukken lees ik nu de motivatie: “Alle gemeenten hebben aangegeven om niet deel te nemen aan het debat. De redenen hiervoor zijn o.a. dat Omroep Houten vasthoudt aan windenergie. Over het onderwerp de energietransitie kun je (nog) geen debat voeren.” Een merkwaardige omkering van de feiten. Het idee om een energiedebat te voeren, kwam van de programmamanager duurzaamheid van de gemeente Houten zelf. Begrijpelijk, want dat is haar vak. Het is een belangrijk onderwerp, waar op veel niveaus nog vaak over gedebatteerd zal worden. Maar de omroep kan geen debatten leveren op bestelling. Dat heeft verschillende redenen. De eerste reden heeft te maken met professionele journalistiek. De rolverdeling is daarbij als volgt: de pers stelt de vragen, de politici gaan over hun antwoorden. Een politicus houdt natuurlijk altijd rekening met Miranda. Miranda, wie is dat nou weer? Nee, ik bedoel de Miranda Warning die je in elke Amerikaanse politieserie kunt horen: “Je hebt het recht om te zwijgen, maar alles wat je zegt, kan tegen je gebruikt worden”. Dat een politicus voorzichtig is, is niet vreemd. De tweede reden dat de lokale omroep geen debatten op bestelling kan leveren, is omdat deze omroep volledig bestaat uit vrijwilligers. Alle medewerkers doen dit ‘erbij’, het is burgerjournalistiek en een debat organiseren is een hele klus, wat je niet te vaak kunt doen. De energieopgave is een belangrijk vraagstuk, waar veel media aandacht aan zullen besteden, maar de vraag naar hoe bestuurders over de grenzen van hun gemeente heen besturen – een oprechte vraag die leeft bij de redactie zonder enige vooringenomenheid – wordt er niet door beantwoord. "Het zegt ook iets dat alle gemeenten nee zeggen tegen het debat", verzucht één van de redacteuren tegen een communicatiemedewerkster van de gemeente. Tevreden mailt ze dit aan haar collega: "Inderdaad, dat zegt dat wij niet mee willen doen, haha". 

Harder spitten
Nu de gemeenten collectief hebben besloten hier niet aan mee te werken, moet de redactie wat harder spitten. Dat is hard werken, het is geen actievoeren of activistische journalistiek, maar gewoon willen weten hoe het zit - in het belang van de bewoners. Dat is de basis van de journalistiek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten