dinsdag 5 juli 2022

Kleurrijke belastingregels

Uit puur eigenbelang en uit journalistieke overwegingen - zit er nieuws in? - pluis ik wekelijks de officiële bekendmakingen na. Het gaat met name om de gemeente Houten, de provincie Utrecht, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en samenwerkingsverbanden zoals Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) en de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU). Zo viel mijn oog vandaag op een bekendmaking van de Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige / WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie BghU. 

Beleidsregels zijn altijd leuk om te lezen. Je wint er rechtszaken mee, weet ik uit ervaring. Beleidsregels over wie de belasting moet betalen als er meerdere lotgenoten zijn, interesseert mij verder vooral uit nostalgische overwegingen. Toen ik het ouderlijk huis verliet om aan mijn eerste baan te beginnen, huurde ik in Odijk een kamer in een huis met drie andere jongens. Na een jaar of zo kreeg ik van de gemeente Bunnik een belastingaanslag voor wat toen onroerendgoedbelasting (OGB) heette, omdat toen nog alles goed was en geen zaak. Ik kreeg een aanslag voor het hele huis en die werd verrekend met de teruggave van mijn inkomstenbelasting, die vrij stevig was omdat ik het jaar ervoor als starter maar een paar maanden gewerkt had. Als oppassend jongetje, dat zelfs met de botsautotjes op de kermis altijd keurig rechts hield om ongelukken te vermijden, had ik mij netjes op de eerste dag van bewoning ingeschreven bij de gemeente. Mijn huisgenoten waren niet op dat idee gekomen. Inmiddels hadden er in huis al twee bewonerswisselingen plaatsgevonden, geen idee hoe ik dit met mijn huisgenoten kon verrekenen. Ik herinner me dat ik bezwaar heb ingediend, ik weet niet meer hoe het uiteindelijk is opgelost. 

Goed, de vraag wie de belasting betaalt, trekt dus mijn aandacht uit nostalgische overwegingen. De beleidsregels zelf roepen toch ook vooral een nostalgisch beeld op. Kleurrijk en mysterieus. Hoe minder ik ervan begrijp hoe onderhoudender. In deze volgorde haalt de belastingdienst het geld op: eerst bij de vruchtgebruiker, dan de opstaller, vervolgens de erfpachter dan wel de beklemde meier. De beklemde meier. Je zult het maar zijn. Ik heb het even opgezocht en dan is het duidelijk: een beklemde meier betaalt aan de bloot eigenaar en als hij vertrekt dan geeft hij hem op z'n Gronings een afvoarend geschenk.

Terug naar de beleidsregels: als er niemand direct in de buurt woont, dan gaat de belastingdienst verder zoeken. Eerst naar degene die er het meest of langst genot van heeft. Dan de oudste in leeftijd en als het stel even oud is: de oudste man vóór de oudste vrouw. De oudste betaalt voor het genot. Ook bij de hondenbelasting mag de oudste in huis als eerste dokken en gaat de oudste man voor de oudste vrouw. De 'reu-voor-teef'-regel zou ik dit willen noemen. Fijntjes merkt de verordening op dat de voorkeursvolgorde er op is gericht de aanslag op te leggen aan iemand die in staat mag worden geacht om de belasting te betalen. Als er elders méér te halen is, dan mag de belastingdienst de armlastigen in het rijtje rustig passeren. Van een blote eigenaar kan je niet plukken. 

Bron: Officiële bekendmakingen 

Levend Erfgoed Groningen: Bloot eigenaar en beklemde meier


Geen opmerkingen:

Een reactie posten