maandag 5 januari 2004

Negev

Negev / De woestijn waar niets te zien is




Om tien uur zondagmorgen met bus 444 van Eilat naar Jeruzalem. De magnifieke tocht door de Negev-woestijn, het ruwe, rotsige landschap waar ik zo van houd. De vergezichten. Waarvan mensen zeggen dat er niets te zien is. De Negev-woestijn, het Hollandse weidelandschap, de vlakke, uitgestrekte Canadese provincie Saskatchewan.
De meeste passagiers vielen zoals gewoonlijk prompt in slaap; ik zat gespitst op mijn stoel en verslapte geen ogenblik.

Tien jaar geleden reed ik de laatste dag van mijn vakantie bovenin een dubbeldeks touringbus van Eilat via BeerSheva naar Tel Aviv. Ik zat toen op de stoel precies boven de chauffeur, met een reusachtige voorruit voor me en had het mooiste uitzicht van de wereld. Het was tijdens die busrit, dat ik besloot om een sabbatical te houden. Het is in die eindeloze vlakte van de woestijn dat gedachten op hun plaats vallen, plannen ontstaan, roepingen worden gehoord. Al neem ik niet aan dat Jezus de woestijn per touringcar bereisde, ik kan mij wel voorstellen dat hij veertig dagen eenzaamheid in de woestijn verkoos, daar zijn aanvechtingen met de duivel had, alvorens hij zijn timmermansbaan er aangaf en zijn roeping als rabbi volgde.

De woestijn waar niets te zien is. Zo zag ik struisvogels lopen op een struisvogelfarm. Midden in de wildernis ineens een palmbomenplantage. De drooggevallen wadi’s, die de autoweg kruisen met steeds die mysterieuze waarschuwing:“dangerous when bridge is flooding”, terwijl nergens water te zien is. De zoutwinning aan de zuidzijde van de Dode Zee. Grote witte zoutvelden, die ook op satellietfoto’s altijd goed te zien zijn. Het diepste punt op aarde: 400 meter onder de zeespiegel, met Jericho als laagstgelegen stad, daar is Rotterdam-Alexanderpolder met min zes meter niks bij.
De chauffeur gooide ons met dodemansvaart de diepte in, nauwelijks afremmend voor scherpe bochten, strak langs de afgrond. Ik sidderde. Israelische chauffeurs zijn getraind in het leger en nemen met één hand de moeilijkste bochten.

Tussen de kale rotsen aan de Dode Zee ineens een dozijn luxe hotels, het Zohar resort, vlakbij Ein Gedi. Daar is ook onze stop. Dit keer te kort om even in de zoute zee te drijven, zoals ik eerder heb gedaan. Ruggelings op het water liggend een boekje lezen. De sterke geur van sulfur. (Ik roep maar wat, want ik heb geen idee wat sulfur is of hoe het ruikt, maar dit is het eerste woord dat bij mij boven komt drijven...) In het winkeltje kun je een zakje modder kopen, black mud voor 10 shekel. Als ik ontslagen word, ga ik dat ook maar doen, denk ik, modder verkopen. Of met modder smijten.
Een stukje noordelijker ligt de steile, vlakke berg Masada, in het Hebreeuws Metzuda, wat bolwerk of fort betekent. Veel joden vluchtten hierheen tijdens de opstand tegen de Romeinen van 66 tot 70 na Christus. Tot het laatst toe werd het fort tegen de Romeinse belegering verdedigd door de Zeloten. Toen ze uiteindelijk moesten opgeven, staken ze hun huizen in brand en pleegden massaal zelfmoord, bijna duizend mannen, vrouwen en kinderen. Deze gebeurtenis, die wordt verteld door de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, markeerde het einde van de joodse aanwezigheid in Palestina.

Dan volgt de klim van Jericho (-400) naar Jeruzalem (+400) met halverwege het bord ‘u bent op zeeniveau’. Vlak voor Jeruzalem staan we lang in de file. Er is geen vluchtstrook en een ziekenauto wringt zich tussen de twee rijen door, net op het moment dat ik mijn camera heb gepakt om een stenen monument langs de kant van de weg te filmen. Ik neem aan dat het herinnert aan een dodelijk auto-ongeluk, maar het verbaast me dat het aan de wegkant van de vangrail is geplaatst, waar bij ons dus de vluchtstrook zou zijn. Wachtend op een volgend dodelijk ongeluk, denk ik dan. Bij het roadblock voor Jeruzalem mogen we gewoon doorrijden en ineens is de file opgelost. Misschien is het roadblock een tijdje gesloten geweest vanwege een terrorisme-alarm. Ruim een uur te laat komen we aan op het centrale bus­station van Jeruzalem.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten