vrijdag 11 augustus 2006

Vervloekte afgoderij

Een interview met het CDA-kamerlid Jos Hessels in Katholiek Nieuwsblad (KN) van 4 augustus heeft tot een discussie geleid in diverse bladen (Katholiek Nieuwsblad, Nederlands Dagblad, Trouw). Het kamerlid stoort zich er aan dat het Katholiek Nieuwsblad “het antwoord gaat zoeken bij protestantse organisaties”, zoals de EO en de ChristenUnie. Hij vindt dat rooms-katholieken zich niet kunnen aansluiten bij de ChristenUnie, omdat deze zich naast de Bijbel baseert op belijdenisgeschriften als de Heidelberger Catechismus. De catechismus uit 1563 legt in 129 vragen en antwoorden verdeeld over 52 zondagen de nieuwe protestantse leer uit aan gewone gelovigen. In Zondag 30 wordt de mis “vervloekte afgoderij” genoemd. In de discussie wordt door anderen aangevoerd dat je dit “in de tijd” moet zien.

Zelf vind ik, als ex-calvinist, dat je zo’n geschrift niet alleen in zijn tijd, maar vooral op inhoud moet bezien. De Heidelberger Catechismus betoogt dat de verlossing door Christus "volkomen" is en verzet zich tegen de gedachte dat mensen alleen vergeving kunnen krijgen als Christus nog dagelijks door priesters geofferd wordt en dat brood en wijn als goddelijk aanbeden moeten worden. Dàt (en niets anders) noemt de catechismus “vervloekte afgoderij”: offeren en substanties aanbidden. Er zijn maar weinig moderne rooms-katholieken die zo geloven en velen staan in hun opvattingen dichtbij de protestanten. Maar in de officiële contacten met andere kerken heeft de RK Kerk de verschillen in opvatting over de eucharistie de laatste decennia juist weer aangescherpt en actueel gemaakt.

Het is de vraag of dit soort theologische kwesties politieke samenwerking in de weg staat. Als Jos Hessels dat vindt, blaast hij dan daarmee in feite niet zijn eigen CDA op? Daarin is de Katholieke Volkspartij immers samengegaan met mensen die de Heidelberger Catechismus onderschreven hebben en vanuit dìe religieuze motivatie politiek bedrijven.

Aan de andere kant heeft Jos Hessels wel een punt. Hoe open en rekkelijk is de ChristenUnie naar gelovigen uit verschillende tradities? Die vraag betreft niet alleen de formele statuten en de politieke praktijk, maar vooral ook de spankracht van de achterban. Sinds de vrijgemaakte kerk de deuren heeft open gezet, is het daar flink gaan tochten en waait er veel naar binnen (aan opvattingen) en naar buiten (aan gelovigen). Kan die achterban de politieke samenwerking met roomsen, evangelischen en vrijzinnigen wel aan? Die vraag zal de partij keer op keer moeten beantwoorden.

De ChristenUnie is ontstaan uit het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Om lid te zijn van het GPV moest men indertijd belijdend lid zijn van de vrijgemaakt gereformeerde kerk. Leden die door een kerkscheuring in 1968 buiten deze kerk raakten (‘buitenverbanders’, die later de Nederlands Gereformeerde Kerk vormden) richtten de RPF op. Daar sloten ARP-ers zich bij aan die niet mee wilden in de CDA-fusie en later ook evangelischen, vooral toen EO-presentator Meindert Leerling lijsttrekker van de RPF werd. Toen het GPV voorzichtig de deuren opende voor andere gelovigen, voorop gegaan door het ‘vrijgemaakte’ Nederlands Dagblad, werd een fusie met de RPF mogelijk. De eerste gezamenlijke lijsttrekker Kars Veling (2002) werd bij de volgende verkiezingen (2003) opgevolgd door André Rouvoet. De partij staat in ethische kwesties als abortus en euthanasie ‘rechts’, maar in sociale en milieukwesties ‘links’ van het CDA. De ChristenUnie is een aantrekkelijk alternatief voor orthodoxe christenen uit allerlei groepen en kerken, waaronder ook steeds meer rooms-katholieken.

Interview Jos Hessels, Katholiek Nieuwsblad, 4.8.06
Henk van Rhee (CU) in Katholiek Nieuwsblad, 11.8.06
Artikel Geert Rozema in Trouw, 11.8.06
Katholiek zit fout bij CU, Nederlands Dagblad, 5.8.06
Wat zoeken katholieken bij CU, Nederlands Dagblad, 5.8.06
Hessels in debat over CU, Nederlands Dagblad, 11.8.06

Tekst ZONDAG 30 Heidelberger Catechismus: 

Vraag 80. Wat onderscheid is er tussen het Avondmaal des Heeren en de paapse Mis? 

Antwoord. Het Avondmaal des Heeren betuigt ons dat wij volkomen vergeving van al onze zonden hebben door de enige offerande van Jezus Christus, die Hij Zelf eenmaal aan het kruis volbracht heeft a, en dat wij door den Heiligen Geest Christus worden ingelijfd b, Die nu naar Zijn menselijke natuur niet op de aarde maar in den hemel is, ter rechterhand Gods Zijns Vaders c, en daar van ons wil aangebeden zijn d. Maar de Mis leert dat de levenden en de doden niet door het lijden van Christus vergeving der zonden hebben, tenzij dat Christus nog dagelijks voor hen van de mispriesters geofferd worde, en dat Christus lichamelijk onder de gestalte des broods en wijns is, en daarom ook daarin moet aangebeden worden. En alzo is de Mis in den grond anders niet, dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij e. 

a {#Heb 10:10,12 Heb 7:26,27 Heb 9:12,25 Joh 19:30 Mt 26:28 Lu 22:19} 
b {#1Co 10:16,17 1Co 6:17} 
c {#Joh 20:17 Col 3:1 Heb 1:3 Heb 8:1} 
d {#Mt 6:20,21 Joh 4:21 Lu 24:52 Ac 7:55 Col 3:1 Php 3:20 1Th 1:10} 
e {#Heb 9:26 Heb 10:12,14}

1 opmerking:

  1. Heidelberger Catechismus

    ZONDAG 30

    Vraag 80. Wat onderscheid is er tussen het Avondmaal des Heeren en de paapse Mis?

    Antwoord. Het Avondmaal des Heeren betuigt ons dat wij volkomen vergeving van al onze zonden hebben door de enige offerande van Jezus Christus, die Hij Zelf eenmaal aan het kruis volbracht heeft a, en dat wij door den Heiligen Geest Christus worden ingelijfd b, Die nu naar Zijn menselijke natuur niet op de aarde maar in den hemel is, ter rechterhand Gods Zijns Vaders c, en daar van ons wil aangebeden zijn d. Maar de Mis leert dat de levenden en de doden niet door het lijden van Christus vergeving der zonden hebben, tenzij dat Christus nog dagelijks voor hen van de mispriesters geofferd worde, en dat Christus lichamelijk onder de gestalte des broods en wijns is, en daarom ook daarin moet aangebeden worden. En alzo is de Mis in den grond anders niet, dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij e.

    a {#Heb 10:10,12 Heb 7:26,27 Heb 9:12,25 Joh 19:30 Mt 26:28 Lu 22:19}
    b {#1Co 10:16,17 1Co 6:17}
    c {#Joh 20:17 Col 3:1 Heb 1:3 Heb 8:1}
    d {#Mt 6:20,21 Joh 4:21 Lu 24:52 Ac 7:55 Col 3:1 Php 3:20 1Th 1:10}
    e {#Heb 9:26 Heb 10:12,14}

    BeantwoordenVerwijderen