Vandaag, 14 augustus, is het voor de Joden de negende van de maand Av, Tisja Be’Av. Het is de laatste en belangrijkste dag van een drie weken durende rouw- en vastentijd. Men zit op de grond of op lage stoelen en leest klaagzangen in de sjoel (synagoge). De mannen hebben zich acht dagen niet geschoren.
In het Nederlands staat deze gedenkdag bekend als de Verwoesting van de Tempel. Volgens de overlevering vonden meer tragische gebeurtenissen plaats op de negende Av. (1) De uit de slavernij van Egypte bevrijdde Israelieten mochten het beloofde land niet in, nadat ze tegen Mozes in opstand kwamen en terug wilden naar Egypte, omdat verkenners beweerden dat ze tegen een onoverwinnelijke vijand moesten vechten (Numeri 13-14). (2, 3) De verwoesting van de Eerste (586 vChr) en de Tweede Tempel (70 nChr). (4) De val van het versterkte fort Betar (135 nChr) tijdens de opstand van Bar Kochba tegen de Romeinen. (5) Een jaar na de val van Betar werd het tempelterrein omgeploegd. (6) In 1492 vaardigde Koning Ferdinand van Spanje een decreet uit met 9 Av als laatste dag waarop een Jood zich nog op Spaanse bodem mocht bevinden.
De Israelische regering heeft de ontruiming van de Gazastrook uitgesteld tot na 9 Av om de vastenperiode te ontzien. Maar daardoor is Tisja Be'Av opnieuw een dag waarop Joden land moeten verlaten. Voor orthodoxen krijgt dit daardoor een extra religieuze lading. Sharon wordt dan ook als een verrader gezien, die het beloofde land opgeeft en overlevert aan de vijand. De Gaza valt overigens buiten de grenzen van het bijbelse Israel en komt ongeveer overeen met Filistea, het land van de Filistijnen of Palestijnen.
Diverse Engelstalige links: Tisha B'Av
Geen opmerkingen:
Een reactie posten