"Vanavond wordt de president van Europa gekozen", hoor ik vanmorgen het degelijke NOS Journaal zeggen. Al weken gaat het over de "president van Europa". Balkenende zou kandidaat zijn, maar gepasseerd worden door de Belgische premier Van Rompuy. Wie verzint het toch om voorzitter van de Europese ministerraad steeds te vertalen met "president"? Ik heb de indruk dat dit een verzinsel is van de Nederlandse media zelf.
Het Latijnse pre-sidere betekent gewoon voor-zitten. Natuurlijk kan je het ook vertalen met "president", maar waarom dan de voorzitter van de Europese Commissie "voorzitter" noemen en die van de Raad "president". Er is al een Europees president (presidency) zolang de Europese Unie bestaat, in de pers tot nu toe altijd met "voorzitter" vertaald. De huidige Europees president, de zich in het zweet werkende Zweedse premier Reinfeldt, wordt in de pers vrijwel genegeerd.
Natuurlijk is er een belangrijk verschil met nu. Door het Verdrag van Lissabon komt er op 1 januari een eind aan het wisselend voorzitterschap en krijgt de Europese Raad van Ministers één persoon als vaste voorzitter. Deze functie zou zich op het wereldtoneel kunnen ontwikkelen tot een "president" van allure, zoals de POTUS (President of the United States), maar dan nep, want hij heeft geen presidentiële bevoegdheden. Het moet vooral een kleurloze diplomaat zijn, die constant aan de telefoon hangt met de Europese regeringsleiders om te horen wat die ergens van vinden. De telefoniste van Europa.
Het taalgebruik zorgt er voor dat de Europese regering, dat is de Europese Commissie met haar voorzitter Barroso, gezien wordt als een bureaucratisch clubje superambtenaren en de diplomaat die de nationale regeringsleiders en ministers bijeen mag roepen, als degene die het voor het zeggen heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten