woensdag 16 oktober 2024

Tuinmannen

In een persbericht lees ik: "Keukenhof tuinmannen starten met planten". Deze zin keur ik graag van harte goed, het is wat mij betreft prima. Toch prikkelen er een paar stekeltjes in mijn taalknobbel. Eigenlijk, ja, eigenlijk zou Keukenhoftuinmannen als één woord moeten worden geschreven of anders met een koppelteken of een omschrijving als "tuinmannen van de Keukenhof".

Maar er is iets anders wat sterker prikt, al dacht ik dat ik daar na zes decennia wel overheen was gegroeid.
 
Op de lagere school werden meervoudsvormen als "jongemannen", "timmermannen" en "tuinmannen" door de meester afgekeurd of met een beetje geluk na een licht hoofdschudden nog van een matig krulletje voorzien. Het moest immers zijn: jongelieden, timmerlieden, tuinlieden. Het klonk: "De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden".
 
In de loop der jaren zijn het allemaal echte mannen geworden, maar dan struikel ik toch weer over zo'n paar tuinmannen. Ik ben aan de lieden gehecht geraakt.
 
Maar misschien kunnen wij deze taalontwikkeling ook omkeren. Tegenwoordig mag je zelf vrijelijk je seksuele orientatie en genderidentiteit bepalen. Je kunt behalve man of vrouw ook divers, queer, non-binair, bigender, genderfluïde, agender, genderneutraal, pangender, bigender, derde gender of van gend en loos zijn.
 
Mocht ik mij toch wat ongemakkelijk voelen bij "mannen" - dat zuinige krulletje van de meester heeft mij toch diep weten te raken - dan kan ik mij ook afvragen wat eigenlijk het enkelvoud van "lieden" is.
 
Ik denk dat ik voortaan als lied door het leven ga.

Tuinlieden in een veld met over de grond uitgespreide bloemollen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten