woensdag 4 mei 2016

Topsalarissen

De gemeente Den Haag mag de subsidie van een instelling voor verslavingszorg niet korten omdat enkele bestuurders een topsalaris verdienen. Deze kortingsmogelijkheid in de gemeentelijke subsidieregels is in strijd met de wet en daarom onverbindend. Dat staat in een uitspraak die de Raad van State vandaag deed.

Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht mogen aan de subsidieontvanger alleen verplichtingen worden opgelegd die "strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie". De gemeente Den Haag wilde de subsidie van Brijder Verslavingszorg BV korten, omdat enkele bestuurders van Parnassia Groep BV, waar Brijder aan gelieerd is, topsalarissen verdienen. De subsidieregels eisen dat Brijder de maximumnorm uit de Wet 'Openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens' in acht neemt. De Raad van State stelt dat deze verplichting niet gericht is op het doel van de subsidie, het bieden van verslavingszorg, maar op een ander doel, namelijk het voorkomen van topsalarissen bij gesubsidieerde organisaties. Daarom zijn de Haagse subsidieregels in strijd met de wet en heeft Brijder alsnog recht op het volledige subsidiebedrag.

In 2014 deed de Raad van State een vergelijkbare uitspraak over de subsidieregels van de gemeente Eindhoven.

In mijn ogen verbiedt de wet terecht dat subsidies 'misbruikt' worden om 'oneigenlijke' nevendoelen te bereiken. Politiek en bestuur zouden daarmee een te grote en ongewenste invloed kunnen uitoefenen op maatschappelijke organisaties. Aan de andere kant is het belang van de gemeenschap ook evident. Je kunt namelijk ook de redenering volgen dat publieke gelden die bedoeld zijn voor een maatschappelijk doel, in dit geval de verslaafdenzorg, niet gebruikt mogen worden voor 'zelfverrijking' van de managers. In elk geval moet de subsidie efficiënt, nuttig en doelgericht worden ingezet. Het is de vraag of dat met bovenmatige salarissen nog het geval is. Publiek geld vloeit daarmee weg naar particuliere bankrekeningen. Aan de andere kant mag de politiek niet op de bestuurdersstoel van de betreffende instelling gaan zitten. De instelling kan aanvoeren dat het maatschappelijk doel het beste kan worden bereikt met goedbetaalde deskundige bestuurders. Het is voor mij persoonlijk altijd weer een raadsel waarom dergelijke bestuurders alleen met exorbitante salarissen gemotiveerd kunnen worden om aan het werk te gaan. Op mij komt dit over als typisch verslavingsgedrag. Ik denk dat de discussie over welke eisen de samenleving door wet- en regelgeving aan publiek gefinancierde instellingen en hun bestuurders mag stellen nog niet verstomd is.

Bron: Persbericht Raad van State 4.5.2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten