zondag 19 november 2017

Mijn vader Sinterklaas

Vandaag precies 45 jaar geleden schreef ik dit opstel met de door de leraar Nederlands opgegeven titel "Hoe ik tot de ontdekking kwam dat mijn vader Sinterklaas is".

Leuk om het terug te lezen.

http://blog.stylo.nl/1999/12/sinterklaas.html

maandag 13 november 2017

Europese militaire samenwerking

Op 13 november 2017 hebben 23 EU-lidstaten, waaronder Nederland, een gezamenlijke verklaring ondertekend over een permanente gestructureerde samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie. De mogelijkheid van militaire samenwerking staat al in het Europese Verdrag van Lissabon. De gezamenlijke verklaring is een eerste stap naar een "permanent structured cooperation" (PESCO). De Europese Raad van ministers moet nog over deze samenwerking beslissen. Dat zou kunnen tijdens de Europese top van 11 december. In de nu ondertekende verklaring staan de principes en het wettelijk kader voor vrijwillige, projectmatige militaire samenwerking tussen verschillende Europese landen. De landen willen meer investeren in gezamenlijke inzet en militaire paraatheid voor de veiligheid en verdediging van het grondgebied en de burgers van de EU. Ook zijn de ondertekenaars een stapsgewijze daadwerkelijke verhoging van hun defensiebudget overeengekomen.

Bron: Europese Raad, persbericht 13.11.17

Maar ik besta

Op Twitter las ik maandagmiddag deze tweet van @BisschopRoelof :

Zou 't? '... protect our Union, which is exactly what EU citizens expect'. Echt? 1) 'EU citizens' bestaan niet; 2) de 'citizens' verwachten bescherming van hun eigen staat, niet van 'Union'. Opnieuw bekend desinformatie-trucje van #EU dus. #nepnieuws 

in reactie op deze tweet van @EU_Commission:

JunckerEU argued for permanent structured cooperation in #defence during his election campaign. 3 years later it is becoming a reality - A European Security and Defence Union will help protect our Union, which is exactly what EU citizens expect http://europa.eu/!FU48wr  #PESCO

De accentuering met vet is van mij. Het zijn de woorden die mij raakten en die ik "verre van mij wil werpen". 

Volgens kamerlid Roelof Bisschop van de SGP besta ik als EU-burger niet, is mijn paspoort kennelijk nep en verwachten burgers geen bescherming van Europa. Europa mag in elkaar donderen, het landje aan de Zuiderzee redt zich wel alleen. Als het aan de SGP ligt, wordt alleen de eigen staat beschermd. Door wie? Dat is niet helemaal duidelijk. Nederland tegen de rest van de wereld.

Nou mag dit kamerlid vinden wat hij vindt. Hij mag tegen de EU zijn en tegen Juncker en tegen militaire samenwerking en tegen alles om hem heen. Maar ik besta. Ik ben en voel mij een Europees burger. Het staat op mijn paspoort. Iedereen mag daar van alles van vinden. Maar het ontkennen gaat mij te ver. 

Ik begrijp dat hij tegen structurele Europese militaire samenwerking is. Dat mag. Ieder voor zich en de SGP voor ons allen. Maar nepnieuws? 

Toen ik zijn tweet las, dacht ik dat hij op een nepaccount was gestoten. Terecht dat hij daar voor waarschuwt. Ik heb hem per omgaande gevraagd dit te onderbouwen. Het leek - en blijkt - namelijk een heel echt twitteraccount te zijn. Dat van de Europese Commissie, waar Juncker de voorzitter van is. 

Vandaag is de PERSCO getekend. Dat staat voor permanent structured cooperation in defence matters, de lang verwachte permanente samenwerking in defensiezaken. Daar kan je op tegen zijn. Daar mag je je tegen verzetten. Je mag het ook in je eentje proberen of op de bescherming van Donald Trump blijven rekenen. Of bouwen op de Canadezen als betrouwbare Atlantische partner. Maar desinformatie!? Een trucje!? 

Juncker zei voor zijn aantreden:

"Ik geloof dat we moeten werken aan een sterker Europa als het gaat om veiligheid en defensie. Ja, Europa is een 'zachte kracht'. Maar zelfs de sterkste zachte kracht kan op den duur niet zonder tenminste een gedeeltelijk geïntegreerde defensie. Het Verdrag van Lissabon voorziet in de mogelijkheid dat lidstaten die dat willen hun defensiecapaciteiten kunnen bundelen in de vorm van een permanente structurele samenwerking. Dat betekent dat lidstaten die dat willen, zo nodig gezamenlijke EU-missies kunnen uitvoeren in crisiszones, zoals vanaf het begin al nodig was in Mali of in Zuid-Soedan". 

Daar kan je weer van alles van vinden - ook ik ben als Europees burger bang voor een Europese supermacht, fort Europa en herlevend imperialisme. Bang voor de opgewarmde prak van een Koude Oorlog. Maar als ineens de vijand aan de poort staat, moeten we dan eerst een transportvergunning aanvragen, de spoorbreedtes nameten, het woordenboek erbij pakken? Kan dat niet wat efficiënter? Nederland en Duitsland hebben al jaren een gezamenlijk legercorps en dat werkt goed. Nou goed, het kan beter. 

Als de SGP een dure maar vooral machteloze defensie nastreeft, dan mag dat. Wat niet mag en wat me schokt, is het spreken door een volksvertegenwoordiger over "nepnieuws" en "desinformatie" zonder daar bewijzen voor aan te voeren. Begrippen als nepnieuws, fake news en Lügenpresse komen uit het jargon van dictaturen. Ze ondermijnen de democratie - en zijn daar ook voor bedoeld. Het tast zowel het vertrouwen als het kritisch onderscheidingsvermogen van de burger aan. Het is gevaarlijke taal, die we niet mogen accepteren. De democratisch gekozen president van de Verenigde Staten bedient zich van deze termen en brengt daarmee de democratie in gevaar. Natuurlijk hoeft hij het nergens mee eens te zijn en mag hij elk bericht in de pers met zijn eigen visie en informatie tegenspreken. Dat is zijn goed recht. Misschien zijn de journalisten van de gerenommeerde New York Times, Washington Post en CNN vooringenomen, kortzichtig of onzorgvuldig. Hun waarheden mogen altijd weersproken en weerlegd worden. Maar er is een verschil tussen not true en fake, tussen onwaar en nep. Spreken over "nepnieuws" mag nooit - nóóit! - gebruikt worden om onwelgevallige meningen te bestrijden of feiten waar je een andere kijk op hebt, eenvoudigweg te ontkennen. Dat is de bijl aan de wortel van de democratie.

Nawoord. 
Pas nu ik dit weblog af heb en op de publicatie-knop wil drukken, herinner ik mij dat ik eerder te keer ben gegaan tegen hetzelfde kamerlid. Ik was dat helemaal vergeten! Ik herlees zojuist mijn weblog van 19.1.17 en besef nu dat gezagsondermijning tot het vaste repertoire van dit kamerlid hoort bij een partij waarvan ik het niet verwacht. Ik vind kritiek op het gezag goed, heel goed en noodzakelijk zelfs, maar waarom je tegenstanders niet met inhoudelijke argumenten bestrijden? Zonder enig bewijs beschuldigt dit kamerlid rechters van slinks omzeilen van de wet, de EU van nepnieuws en trucs en de EU-burger ziet hij niet staan. Ik merk dat ik erg hecht aan zorgvuldigheid. In januari schreef ik: "Ik ben opgegroeid in Barneveld, waar de SGP de grootste partij is, en ken die partij als gezagsgetrouw en mediamijdend. Beide eigenschappen heeft die partij afgeschud. Zelf kom ik uit een AR-nest - kritischer, activistischer en liberaler dan de SGP - maar als het gaat om 'overheid' en 'gezag' ben ik kennelijk conservatiever dan de Bisschop. Het was denk ik Donner die zei dat als je tegen de instituties gaat schoppen er een moment komt dat ze kapot gaan."




Aanbevelen

Eindelijk een 'enquêteur' die mij tenminste een béétje begrijpt. 
Tot een aantal jaren geleden had ik een bank waar ik geweldig tevreden was over elk klantencontact. De telefoon werd altijd prompt en persoonlijk opgenomen, geen keuzemenu's, elke vraag adequaat beantwoord en zo nodig werd ik persoonlijk teruggebeld op elk gewenst moment van de dag of avond. Top. Na elk klantencontact kreeg ik een mailtje met slechts één vraag: of ik deze bank zou aanbevelen. Nou nee, ik hou mij niet bezig met het aanbevelen van banken en zou daarvoor ook geen verantwoordelijkheid willen nemen. Of ik tevreden was (ik was zelfs zeer tevreden) is mij nooit gevraagd. Die bank bestaat nu niet meer.

Menzis begrijpt tenminste dat niet iedereen in Nederland zich bezighoudt met het aanbevelen van ziektekostenverzekeringen.

Helaas ging de enquête daarna door met een eindeloze reeks vragen over de medewerkster waarvan ik zegge en schrijve één mailtje had gehad (waarover ik zéér tevreden was). Het leek wel alsof we in relatietherapie moesten.

Eén vraag heb ik negatief beantwoord, over de snelheid van het antwoord. Ik kreeg het keurige mailtje op zondag. Had dat nou niet even tot maandag kunnen wachten?


donderdag 9 november 2017

Eerste Wereldoorlog

(Fascimile. Collectie Ytzen Lont)
Zaterdag 11 november is het 99 jaar geleden dat de wapenstilstand werd getekend die het einde van de Eerste Wereldoorlog (WO1) markeerde. In 2018 wordt het einde van WO1 overal ter wereld groots herdacht.

Vier jaar lang maakt de Eerste Wereldoorlog wereldwijd slachtoffers. Hoewel Nederland buiten de strijd blijft, worstelt ons land met vluchtelingen, persvrijheid, mobilisatie, schaarste en de neutralisatie zelf.

Museum Huis Doorn organiseert in 2018 vijf projecten

EersteWereldoorlog.nu coördineert de activiteiten. Huis Doorn is in Nederland de plaats van herinnering. Er zijn vijf bijzondere projecten over de betekenis en de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog.

A. ‘Tastbare herinneringen aan WO1’
Documentaireserie over de wijze waarop de mondiale Eerste Wereldoorlog Nederland lokaal beïnvloedde, wordt aan de hand van WO1 erfgoedlocaties in Nederland belicht.

B. Living History evenement (26 en 27 mei 2018)
Re-enactmentgroepen verbeelden tijdens een tweedaags evenement op landgoed Huis Doorn het leven van militairen, artsen, verpleegsters en burgers uit de Eerste Wereldoorlog.

C. Beeldententoonstelling Oorlog en Vrede in Beeld (17 aug 2018 – 27 jan 2019)
Museum Huis Doorn geeft een overzicht van gebeeldhouwde topstukken, met als kern het werk van Käthe Kollwitz, die gemaakt zijn naar aanleiding van en in reflectie op beide wereldoorlogen.

D. Symposium Vredespaleis (10 november 2018)
Gerenommeerde wetenschappers staan stil bij de actuele en historische betekenis van WO1 voor Nederland. Thema’s die worden besproken zijn; neutraliteit als morele kwestie, het revolutiejaar 1918 en het veranderende veiligheidsdenken, de ontwikkeling van het internationaal recht en de toekomst van het herdenken van WO1 in Nederland.

E. Publicatie ‘Gekroond en onttroond. De Duitse keizer in Nederland’ (najaar 2018)
In de publicatie staan de functies van en veranderingen in de militaire uniformering voor, tijdens en na WO1 centraal. Met dit standaardwerk wordt de collectie militaria van Museum Huis Doorn in zijn historische context geplaatst en op unieke wijze ontsloten.

Meer informatie:
http://www.eerstewereldoorlog.nu/
http://www.huisdoorn.nl/nl/

Bron: Persbericht van Huis Doorn 9.11.2017.

dinsdag 7 november 2017

Afstemmen

Soms vraag je je af of aan bestuurders niet dezelfde inburgeringseisen gesteld zouden moeten worden als aan immigranten, zoals kennis van normaal Nederlands. Op de raadsagenda zag ik het Raadsvoorstel Verordening afstemming Participatiewet IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Lekstroom http://dlvr.it/PzhHd5

In normale taal kán dat toch niets anders betekenen dan dat je de verschillende wetten en regels op elkaar afstemt. Maar als ervaringsdeskundige ging ik toch even verder kijken en ja het gaat weer over de "afstemmingsverordening". Een soort Big Brother of Voice of Holland waar genomineerde uitkeringstrekkers met een strafkorting kunnen worden weggestemd...

donderdag 2 november 2017

Ouder worden

Een tijdje geleden noemde ik in een gesprek met een vriend, die bestuurder is van een verpleeghuis, een verhaal dat ik eens geschreven heb in mijn tienerjaren. Het is een opstel Nederlands in 4-havo onder de opgekregen titel "Is ouder worden altijd een zegen?" Ik heb het opstel hier geplaatst.

Mijn hierboven genoemde gesprekspartner wijst er op dat je niet moet spreken van "demente bejaarden" maar van "ouderen met dementie". Met de diepere gedachte daarachter ben ik het zeer eens. Een mens valt niet samen met zijn ziekte. Een mens is in elke levensfase en levenstoestand menswaardig, geen 'object' maar altijd ook 'subject' (vroeger noemden we dat de "ziel"). Daarbij ben ik allergisch voor het begrip "kwaliteit van leven", omdat dat vaak een oordeel, een rapportcijfer inhoudt. En uit mijn eigen ervaring weet ik dat na het uitdelen van rapportcijfers er altijd iemand blijft zitten die niet meer mee kan komen. 

Maar vanuit mijn taalbeleving - en ik beleef het leven talig - heb ik geen moeite met het begrip "demente bejaarden": het bijvoeglijk naamwoord wordt hier bijgevoegd aan het zelfstandig naamwoord maar valt er niet mee samen. Integendeel, je kunt van alles bijvoegen wat iets zegt over die ene persoon zonder dat de zelfstandigheid van die naam wordt aangetast. Bij elke bijvoeging leer je iets over deze persoon kennen. De oude, ervaren, lieve, nukkige, zieke, lastige, demente mens blijft nog altijd in alle opzichten een mens. Ook met de begrippen "dement" en "bejaarde" (o, dat mag ook niet meer) heb ik geen moeite. Bejaard betekent niets meer dan dat je een aantal jaren achter de rug hebt, strikt genomen ben je het vanaf je eerste verjaardag, en de-menteren betekent dat je mentaal achteruitgaat - en of je het nou wilt of niet: dat begint zodra je volwassen bent.

In het verhaal noem ik opa "seniel" en laat ik hem "kinds" zijn, kinderlijk gedrag vertonen, zoals spelen en limonade drinken. Of ik dit laatste als stijlfiguur bedoeld heb of dat ik niet beter wist, weet ik niet meer. Ik zou het nu niet meer zo beschrijven. Het woord "seniel" heb ik zeker bewust gekozen om de cynische toon van het verhaal. Het woord "kinds", dat vroeger heel gewoon was, wordt nu als denigrerend ervaren. Ook dat mag niet meer, om begrijpelijke redenen. Toch mis ik het woord wel, omdat het niet zozeer een ziekte uitdrukt als wel een natuurlijke levensfase, aan het eind is de cirkel weer rond. Als ons leven in onwetendheid begint, waarom zou het niet in onwetendheid mogen eindigen? Ik heb het niet over het lijden, dat er in verschillende levensfasen kan zijn, of over de medische aspecten maar over moreel en moraal en taal. In mijn kindheid hoorde kindsheid er gewoon bij. Het was normaal als wij als kinderen - "o, daar loopt de buurvrouw!" - weer even achter een dwalende buurvrouw aangingen om haar de weg naar huis te wijzen. Ik heb mijn beide grootmoeders, mijn moeder en anderen zien dementeren. In de omgang heb ik er van jongsafaan nooit moeite mee gehad. Het hoorde erbij. Ik wil het lijden dat ermee gepaard gaat niet bagatelliseren - ik zie mijn moeder en mijzelf nog allebei huilend op de rand van haar bed zitten op de eerste ochtend dat ze wakker werd in een vreemd verzorgingstehuis - en ik besef ook wel dat het een gemene ziekte is. Toch werd het ooit minder als een van buiten komend onheil ervaren, maar als iets dat bij het leven hoort en daarmee bij je eigen levensverhaal. Makkelijk is het niet, omdat het leven niet makkelijk is, maar het hoeft ook niet per se moeilijker te zijn dan levensfases waarin vooral veel moet gemoeten. 

Het is een cynisch opstel geworden, met de zwartgallige humor die ik als tiener had. Toch was het in dit geval vooral een spelen met de retorische vraag die de leraar ons oplegde en waarop hij geen enthousiast en volmondig ja kon verwachten. Maar mede daardoor klinkt het nog altijd actueel.