Met een jaarlijks bruto-inkomen van 97.000 euro verdient een Nederlandse huisarts bijna het dubbele van zijn Belgische collega. Dit bericht de Belgische krant De Morgen. Het blad citeert Jeroen Cornelissen, consultant gezondheidszorg in Eindhoven, die het Nederlandse eerstelijnssysteem vergeleek met het Belgische. Met een bruto-inkomen van 97.000 euro staat Nederland tweede op de Europese ranglijst voor huisartseninkomens. Alleen Duitsland doet nog beter. De Belgische huisarts bungelt met 50.000 euro bruto achteraan en laat alleen zijn Poolse collega’s achter zich, zo blijkt uit het onderzoek. In Nederland zijn er vier keer minder huisartsen dan in België. Nederland telt één huisarts voor 2.630 inwoners, België één per 600 inwoners.
De Nederlandse huisarts doet 9.750 consulten jaar, de Belgische 6.500. In Nederland 21 huisbezoeken per week, in België 44. Een Nederlandse huisarts werkt 58 uur per week, de Belgische 60. Opvallend is dat Nederlandse huisartsen bij 34 procent van de patiëntencontacten iets voorschrijft, de Belgische huisarts bij 60 procent.
Ik weet niet goed hoe ik dit bericht moet interpreteren. Zeuren de Nederlandse huisartsen? Het is mij niet helemaal duidelijk of het bericht het persoonlijk inkomen bedoelt, of dat hier ook nog praktijkkosten afgaan. In hoeverre is in de vergelijking rekening gehouden met de praktijkassistenten, die er in het Nederlandse systeem de laatste jaren bij zijn gekomen?
Het belangrijkste verschil zit denk ik in het aantal huisartsen, waardoor de Nederlandse huisarts steeds minder tijd beschikbaar heeft per patiënt. Een vicieuze cirkel. Ik schrik soms van de lage vergoeding die een huisarts krijgt voor ziekenfondspatiënten. In elk geval deel ik de grief van de Nederlandse huisartsen dat zij vertrouwelijke medische gegevens aan de verzekeraars moeten afstaan, in strijd met de privacy en de vertrouwensband met de patiënt. Ook deel ik de mening van de huisartsen dat zij voor relatief weinig geld als poortwachters van de zorg hogere kosten voorkomen.
Ik sympathiseer met de protesten van de huisartsen, maar niet met het stakingsmiddel. Staking is een wapen in handen van werknemers. Zelfstandige huisartsen staken niet tegen hun werkgever, maar verbreken de relatie met hun klanten, de patiënten. Daarom ben ik na de huisartsenstaking van 2001 overgegaan naar een huisarts in loondienst. In mijn medisch dossier heb ik laten vastleggen: “In verband met deze voorgeschiedenis wil ik benadrukken dat ik het recht op staking van werknemer versus werkgever volledig erken, maar dat ik in zo’n geval als patiënt recht meen te hebben op informatie door de werkgever of op eventuele verandering van huisarts.” Mijn huisarts heeft deze ‘eis’ van mij als patiënt bij ons kennismakingsgesprek geaccepteerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten