Sinds voorjaar 2015 heb ik een beroepsprocedure lopen tegen een besluit van de lokale overheid. Omdat dit besluit in mijn ogen niet strookt met de wet, grote gevolgen voor mij zou hebben (zozeer zelfs dat ik mijn huis en mijn verdiensten erdoor zou kunnen kwijtraken) en ik in een gesprek hierover met de wethouder geen enkel gehoor kreeg, ben ik naar de rechter gestapt. In eerste instantie had ik gehoopt en verwacht dat deze kwestie vóór de ingangsdatum van het besluit, 1 juli 2015, zou zijn opgelost. Daarom vroeg ik op 8 juni 2015 een voorlopige voorziening, die de rechter op 29 juli 2015 afwees, omdat er geen sprake was van acute "broodnood". Dat kon ik wel begrijpen.
Inmiddels was op 16 juli 2015 de inhoudelijke procedure bij de rechtbank gestart. Op 5 augustus 2015 ontving ik daarvan de bevestiging. De Rechtbank Midden-Nederland liet mij weten: "De rechtbank streeft er naar uw beroep ongeveer drie maanden na de indiening van het beroepschrift op een zitting te behandelen". Ik vond het jammer dat deze kwestie niet voor 1 juli 2015 kon worden opgelost, maar verwachtte nu wel dat deze zaak uiterlijk in oktober zou zijn afgerond.
Groot was mijn teleurstelling toen ik pas half november een brief van de rechtbank kreeg waarin stond dat de zitting zou plaatsvinden op 23 maart 2016. Deze zaak kostte mij veel aandacht en energie en ik had gehoopt op een snelle en redelijke oplossing. Nu zou ik de hele winter nog moeten wachten. Ik dacht - ten onrechte - dat de uitspraak zo'n twee weken na de zitting zou zijn, dus in april, maar aan het eind van een lange en vermoeiende zitting op 23 maart zei de rechter dat hij binnen zes weken uitspraak zou doen. Dat kon dus nog tot 4 mei duren.
Eind april kreeg ik een brief van de rechtbank dat de rechter meer tijd nodig had en dat de uitspraak nog eens zes weken op zich kon laten wachten. Dat kon dus duren tot 15 juni. Hoewel ik mij had voorgenomen heel rustig en geduldig af te wachten - het ligt nu immers bij de rechter - merk ik telkens weer dat ik bij elk geklepper van de brievenbus alles laat vallen waar ik mee bezig ben en in een paar seconden bij de voordeur sta. Maar sinds april heb ik nooit meer wat van de rechtbank gehoord. De uitstelbrief nog eens lezend, zag ik dat de toezending van de uitspraak daarna ook nog eens twee weken kan duren. Dan kom ik dus uit op 29 juni.
Maar nu is het juli en ik heb nog steeds niks gehoord. Omdat de kwestie per 1 juli toch echt acuut begon te worden en ik vreesde mijn lopende werk niet af te kunnen maken, heb ik de kwestie nu opgelost door mij ook zelf niet aan de wet te houden. (Het voert echt te ver om dit alles hier inhoudelijk uit te leggen.) Een raadscommissielid raadde mij aan: "als de regels absurd zijn, zul je ook absurd moeten reageren". Ik heb mijn 'wetsovertreding' keurig laten weten aan de lokale overheidsinstanties inclusief de verantwoordelijke wethouder. Iedereen tevreden. Sinds 1 juli ben ik dus geen 'wet-houder' meer en de wet en de rechter kunnen mij terzake eigenlijk ook niet zo veel meer schelen. Gelukkig is de overheid daar zelf ook niet in geïnteresseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten