Voordat ik mijn slaapkamer binnenstap, kom ik altijd langs de foto van mijn grootouders, pake Ytzen en beppe Jikke, met hun tien kinderen. De foto is gemaakt ter gelegenheid van hun 25-jarig huwelijk in 1935.
Drie jaar later, drie weken na mijn moeders dertiende verjaardag, moest het gezin afscheid nemen van de moeder, na een lang ziekbed.
Mijn moeder staat als tienjarig meisje naast haar moeder, met haar arm om haar moeders arm geslagen, beiden de handen gevouwen, wat hun band en hun kalme, wat ingetogen karakter uitdrukt.
De foto roept veel bij me op. Op mijn grootmoeder na heb ik hen allemaal persoonlijk ontmoet, gekend en op heel verschillende manieren van elk van hen gehouden. Niemand van hen is er meer, ik ben bij vrijwel elke begrafenis geweest.
Maar in het bijzonder ben ik geroerd door de handen van mijn moeder en van haar moeder.
Moedershanden.
Foto Familie IJ.K. Tamminga, 1935
vlnr achter:
Karst, Pyt, Gabe, Sjoerd, Meile
vlnr voor:
Hiltje, Ytzen, Dirkje, Jelte, Symen, Jikke, Grietje
(Dit blog is eerder gepubliceerd op Facebook 22 april 2019)