maandag 12 juni 2006

Autisme en muziekles

Zaterdag 10 juni bezocht ik in het Koninklijk Conservatorium in Den Haag een boeiende presentatie over ‘autistische leerlingen in de muziekles’. Het was de eindpresentatie van de opleiding zij-instroom docent muziek van Maartje Houtzager en Astrid Dieleman-van der Meer.

Astrid en haar gezin zijn al jaren goede vrienden van mij. Ik was blij verrast toen haar uitnodiging op m’n deurmat lag. Zo’n opleiding naast werk en gezin, en niet naast de deur, is geen sinecure. Beide kandidaten slaagden met een 8.

Astrid geeft muziekles in het regulier voortgezet onderwijs en Maartje in het speciaal onderwijs. In haar inleiding vertelde Astrid over de moeizame en soms wanhopige zoektocht van ouders met een autistisch kind naar een geschikte school die het kind wil opnemen. Als het kind dan naar de wens van de ouders een plek krijgt in het reguliere onderwijs voelt zij zich er als docent persoonlijk verantwoordelijk voor dat het kind voldoende aansluiting vindt. Dit betekent dat ook de ‘reguliere’ docent zich moet verdiepen in de ‘autistische spectrum stoornis’.


Astrid en Maartje begonnen hun presentatie met keiharde muziek, vermengd met stemmen en chaotische geluiden, terwijl Astrid de zaal onverstaanbaar enkele instructies gaf. “Zo ervaart een autist de wereld”. De autist is gevoelig voor alle prikkels die op hem afkomen, ziet zijn omgeving vaak als onsamenhangende puzzelstukjes zonder verband, heeft moeite met non-verbale communicatie, dingen die niet gezegd maar wel bedoeld worden, de abstracte of dubbele betekenis van begrippen. Er is een beperkt inlevingsvermogen in de ander, moeite met de sociale omgang, weerstand tegen veranderingen en afwijkingen van de routine.

Er werd een stukje getoond uit ‘De zus van Einstein’, een film over autisme. De autistische Ivo weet haarfijn zijn probleem te verwoorden. Terwijl al zijn klasgenoten na uitleg van de leraar een waterverfschilderij weten te maken, krijgt hij alleen dikke klodders op papier. Pas bij het inleveren blijkt dat hij iets gemist heeft. Vertwijfeld verzucht hij: “Waarom wist iedereen direct dat je water bij de verf moest doen!?”

De docent moet dus zo concreet en exact mogelijk zijn, figuurlijke begrippen vermijden (“sla het boek dicht”), het programma opschrijven, gebruik maken van schema’s, checklisten, pictogrammen, klok en kalender. Een zo duidelijk mogelijke structuur. Overprikkeling en afleiding vermijden: proefwerk maken buiten de klas, een walkman opzetten tijdens de tekenles. Zo gaven Maartje en Astrid in hun presentatie nog veel meer tips voor de docent.

Tenslotte presenteerden zij een eigen onderzoek. Zij hebben een aantal bekende muziekmethodes beoordeeld op geschiktheid voor leerlingen met een autistische spectrum stoornis. Het gaat dan om criteria als: zijn de instructies duidelijk en eenduidig, is er sprake van een vaste opzet, kleine leerstapjes, heldere layout. Er waren maximaal 35 punten te ‘verdienen’. De methodes ‘Podium’ (26 pt) en ‘Intro’ (23) bleken “zeer geschikt”, ‘Overal muziek’ (22) en ‘Muziek op maat’ (19) “redelijk geschikt”, tenslotte ‘Stemming’ (17) en ‘Soundcheck’ (16) “minder geschikt”.

Er blijkt vrij weinig bekend te zijn over autisme en de ‘reguliere’ muziekles, in tegenstelling tot muziektherapie. Toch is de muziekles wel geschikt voor autistische leerlingen, omdat zij vaak muziek beter verwerken dan taal en theorie, vaak houden van ‘harde muziek’ (geconcentreerd geluid) en omdat het gewoon leuk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten