De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had het asielverzoek van Charles Taylor, de voormalige president van Liberia, in behandeling moeten nemen en dit asielverzoek vóór diens overdracht aan het Verenigd Koninkrijk moeten beoordelen. Omdat Taylor in het Verenigd Koninkrijk echter geen risico loopt op een onmenselijke behandeling, heeft de rechtbank in Den Haag, die zich eerder over de zaak boog, zijn asielverzoek terecht afgewezen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Raad van State van vandaag (2 juli 2015). Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Het Speciaal Hof voor Sierra Leone heeft Taylor in september 2013 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 50 jaar. Taylor moet deze straf uitzitten in het Verenigd Koninkrijk. Tijdens zijn overdracht aan de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk op Rotterdam The Hague Airport heeft Taylor aan één van de aanwezige Nederlandse ambtenaren om asiel verzocht, omdat hij vreest onmenselijk behandeld te worden tijdens zijn detentie. Dat verzoek is niet in behandeling genomen, omdat Nederland geen 'rechtsmacht' over Taylor zou hebben. Daarna is hij met het vliegtuig naar het Verenigd Koninkrijk gebracht.
De Raad van State is van oordeel dat de staatssecretaris het asielverzoek van Taylor in behandeling had moeten nemen. De Nederlandse staat had moeten beoordelen of Taylor, zoals hij stelde, in de gevangenis in het Verenigd Koninkrijk een risico liep onmenselijk behandeld te worden. Het is niet de taak van het Speciaal Hof voor Sierra Leone om dat te beoordelen, ook al verbleef Taylor in Nederland vanwege de procedure bij dat Hof, aldus de hoogste algemene bestuursrechter.
De Raad van State is verder van oordeel dat Taylor, achteraf bezien, op het moment van de overdracht niet hoefde te vrezen voor een onmenselijke behandeling in het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk is net als Nederland partij bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Taylor heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij daar in de gevangenis een risico loopt om onmenselijk behandeld te worden. De rechtbank heeft het asielverzoek dan ook terecht zelf inhoudelijk beoordeeld en vervolgens afgewezen, aldus de hoogste bestuursrechter.
Lees hier de uitspraak met zaaknummer 201409956/1.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten