Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) kreeg vandaag een motie van wantrouwen aan zijn broek, die geen meerderheid haalde. Hij kan dus verder als minister. In het kamerdebat over de uitspraken die hij eerder had gedaan in een "besloten bijeenkomst" van expats en internationale organisaties moest hij zwaar door het stof. Hij had zijn uitspraken al teruggenomen en terecht zaagden de kamerleden hem door over de vraag welke werkelijke mening en ideologie er achter zijn uitspraken steekt. Toen ik zijn uitspraken hoorde (onder andere over Suriname als failed state, over de onmogelijkheid om het in Europa eens te worden over de opvang van vluchtelingen en dat er geen vreedzame multiculturele samenleving bestaat) vond ik deze dom en afkeurenswaardig. Of je in een discussie om te prikkelen soms domme en afkeurenswaardige uitspraken mag doen, daarover denk ik genuanceerd. Of je nou links of rechts denkt, er zit altijd wel een kern van waarheid in zulke uitspraken. Wel moet je dan op een gegeven moment duidelijk maken waar je zelf staat. Als je advocaat van de duivel speelt, moet je daarna niet met de duivel naar huis gaan.
Op één punt was ik het wel met de minister eens: dat het makkelijker is om vanuit de witte villawijk met die leuke Turkse bakker te genieten van de multiculturele samenleving dan in de snel van kleur verschietende 'achterstandswijk' met veel werkloosheid en armoede. Op een ander punt vond ik dat de minister vandaag terecht scherp werd ondervraagd, maar dat zijn uitspraak ook wel werd opgeblazen en vertekend. Vandaag viel bij herhaling het woord genetica. Dat zweemt naar rassenleer en racisme. Als daar sprake van is bij de minister, dan moet dat zeker 'met alle macht' boven tafel worden gehaald en dan kan hij ons land niet langer vertegenwoordigen. Maar zijn uitspraak "dat zit ons kennelijk in de genen" ging volgens mij veel minder ver.
Het zit ons "in de genen", in onze aard, om bij het nieuwe en vreemde terughoudend te zijn en de kat uit de boom te kijken. Ook zit het ons "in de genen", in onze aard, om snel te oordelen op grond van wat we kennen. Vooroordelen zijn ook nodig om te overleven, vooruit te kunnen komen. Vriend of vijand, vluchten of vechten? Bij mijn weten zit dat nog steeds in ons en kunnen we ook niet zonder. Rituelen als glimlachen, groeten, handen schudden zijn bedoeld om de ander en zijn bedoelingen te kunnen inschatten. Daarom raken mensen soms in de war of geërgerd wanneer iemand zich niet aan hun ongeschreven etiquette houdt. Verder zit volgens mij onze neiging tot conflict, tot weerstand, onze grenzen trekken, ook broedertwist en gelijk willen hebben, onmiskenbaar "in de genen", in onze aard. Als de minister dat bedoeld heeft, dan ben ik dat in grote lijnen met hem eens. Als hij daarentegen vindt dat verschillen onoverbrugbaar zijn, conflicten onoplosbaar en dat we altijd voor ons soort mensen zullen kiezen, dan heeft hij het bij het verkeerde eind en kan hij mijns inziens niet als minister functioneren. Heeft werken aan een vreedzame samenleving en vrede in de wereld dan nog zin?
In mijn visie is xenofobie, angst voor het vreemde, geen morele kwestie maar een natuurlijke angst. Ook ik ben xenofoob. Ik ben nu eenmaal bang, zelfs een beetje autistisch aangelegd. Dat is niet immoreel. Het is wel een morele vraag hoe je met je angsten omgaat. Hoe je met andere mensen omgaat. Mensen die mij goed kennen, weten dat ik mij diep verbonden voel met mijn Afrikaanse vrienden. Maar juist in die liefde kun je botsen, bang zijn en tegen muren oplopen en vraagt het inspanning om elkaar te begrijpen, verschillen te erkennen en te overbruggen. Dat is in de politiek niet anders. Daar heet het alleen geen liefde maar diplomatie - in de internationale verhoudingen - en democratie, gelijke behandeling, waar nodig sociale ondersteuning als het gaat om onze eigen samenleving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten