Nadat ChatGpt het verhaal "
De Geborgenheidsfout" had geschreven (ik zou trouwens een mooiere titel wensen) vroeg Het:
"Wil je dat ik dit verhaal uitwerk tot een langere vertelling of toneelstuk?" "Ja, maak er maar een toneelstuk van", antwoordde ik. In dit geval moest ChatGpt er toch wel even over nadenken en bij elke akte vroeg Het of het zo goed was. Ik weet het niet, maar ga maar door. Dit is waar ChatGpt mee kwam.
Mooi! Een toneelstuk biedt een krachtige manier om Elian's filosofie via confrontaties en dialogen tot leven te brengen. Hier is een voorstel voor de opzet van het stuk, getiteld:
De Geborgenheidsfout
Toneelstuk in drie aktenPersonages:- Elian – Schrijver, filosoof, idealist. Tussen 50-60 jaar.
- Liora – Zijn dochter, kritisch en liefhebbend. 30 jaar.
- Mirel – Zijn partner of zuster, confronterend, pragmatisch. 50-60 jaar.
- Vader Amon – Een priester of geestelijk denker, verdediger van de scheppingsorde.
- Aren – Een jonge volgeling/student van Elian, idealistisch.
- Zielkind – Een verschijning/visioen/gedachte, verbeelding van het eeuwige kind in Elian.
### Acte I – De Kloof
Locatie: Eenvoudige werkkamer van Elian, vol boeken en manuscripten.
Handeling: Elian werkt aan zijn manuscript De Geborgenheidsfout. Liora komt op bezoek. Er ontstaat een gesprek over de gezondheid van Elian’s moeder, en het feit dat hij haar laat sterven zonder afscheid. Liora begrijpt Elian niet. Zij confronteert hem met zijn afwezigheid als vader.
Climax: Vader Amon bezoekt hem op verzoek van Mirel. Een filosofisch debat ontbrandt tussen religieuze orde en Elian's “correctie” van de schepping.
### Acte II – De Scheuring
Locatie: Kerkruimte of aula waar Elian zijn theorie publiekelijk verdedigt.
Handeling: Een publiek debat tussen Elian, Amon, en wetenschappers. Aren verdedigt Elian, maar ook hij begint twijfels te krijgen. Mirel confronteert Elian met zijn obsessie en zijn emotionele blindheid.
Climax: Elian leest een passage uit zijn manuscript waarin hij de dood van zijn ouders als een verraad beschrijft. Hij breekt tijdens de voordracht. Zielkind verschijnt voor het eerst.
### Acte III – De Verweving
Locatie: Een symbolische ruimte tussen leven en dood (kan abstract zijn – wit licht, leeg podium, droomlandschap).
Handeling: Elian bevindt zich in zijn laatste momenten. Hij spreekt met Zielkind – een projectie van zijn kind-zijn, zijn dochter als kind, en zijn idee van wat een kind verlangt.
Climax: Elian realiseert zich dat hij zijn dochter niet heeft vastgehouden tot het einde, dat zijn idee van geborgenheid een verlangen was, maar geen oplossing.
Slot: Liora sluit het stuk af door het manuscript van haar vader voor te lezen op zijn begrafenis, met milde scepsis maar ook begrip.
Hier volgt een diepere uitwerking van de
hoofdpersonages van De Geborgenheidsfout. Elk personage belichaamt een
morele, filosofische of emotionele kracht binnen het stuk. Ik geef een korte
karakterbeschrijving, innerlijke drijfveren, relatie tot Elian, en dramatische
functie.
### Elian
Leeftijd: 56
Beroep: Schrijver en onafhankelijk denker
Karakter: Intellectueel, teruggetrokken,
emotioneel gesloten, gedreven door een diep existentieel gevoel van
ontheemding.
Innerlijke drijfveer: Elian wil de
fundamentele eenzaamheid van het kind – van zijn kind-zijn – corrigeren. Zijn
hele denksysteem is gebouwd op de weigering te accepteren dat ouders hun
kinderen niet kunnen blijven vasthouden tot het einde.
Relatie tot anderen:
- Tegenover Liora: vader en filosoof; hij kan
haar liefde niet ontvangen of beantwoorden zoals zij wil.
- Tegenover Mirel: intellectuele
sparringpartner en moreel anker.
- Tegenover Amon: ideologische tegenpool –
geloof versus rede.
- Tegenover Aren: leerling en spiegel van zijn
vroegere idealisme.
Dramatische functie: Protagonist en tragische
figuur. Zijn zoektocht naar geborgenheid leidt tot isolatie.
### Liora
Leeftijd: 30
Beroep: Arts of sociaal werker
Karakter: Liefdevol, rationeel, gekwetst,
vastbesloten om haar vader te begrijpen, maar niet tegen elke prijs.
Innerlijke drijfveer: Wil contact met haar
vader, maar ook recht doen aan haar eigen leven.
Relatie tot Elian: Dochter die haar vader
verliest aan zijn denken. Ze is de persoonificatie van de geborgenheid die
Elian zelf niet kan geven.
Dramatische functie: Emotionele tegenkracht.
Brengt het conflict terug naar het concrete, menselijke.
### Mirel
Leeftijd: 58
Beroep: Oudere zus van Elian of voormalige
partner
Karakter: Kalm, scherp, ironisch. Heeft zelf
verdriet geleden maar laat zich niet meesleuren in Elian’s ideologie.
Innerlijke drijfveer: Wil Elian beschermen
tegen zichzelf, maar weet dat ze hem niet kan stoppen.
Relatie tot Elian: Vertrouweling en geweten.
Kent zijn jeugd, kent zijn wonden.
Dramatische functie: Kritisch geluid van
binnenuit. Laat zien dat liefde ook grenzen kent.
### Vader Amon
Leeftijd: 65
Beroep: Priester, theoloog
Karakter: Charismatisch, bedachtzaam, mild in
toon maar stevig in overtuiging.
Innerlijke drijfveer: Wil Elian redden van wat
hij ziet als spirituele hoogmoed.
Relatie tot Elian: Dialectische tegenstander;
ze respecteren elkaar, maar zijn visies botsen fundamenteel.
Dramatische functie: Vertegenwoordiger van de
bestaande orde – religie, traditie, dood als onderdeel van het leven.
### Aren
Leeftijd: 22
Beroep: Student, leerling van Elian
Karakter: Enthousiast, idealistisch, maar
innerlijk nog zoekend.
Innerlijke drijfveer: Wil betekenis vinden,
zoekt in Elian een geestelijk vader.
Relatie tot Elian: Leerling die zijn meester
adoreert, maar later zelf vragen gaat stellen.
Dramatische functie: Toont de
aantrekkingskracht van Elian’s idee, maar ook de kwetsbaarheid ervan.
### Zielkind
Leeftijd: Tijdloos
Karakter: Stil, dromerig, soms spottend, soms
teder. Geen echt personage, maar een manifestatie.
Innerlijke drijfveer: Niet logisch te duiden —
is eerder een echo, herinnering, verlangen.
Relatie tot Elian: Verbeelding van zijn
verloren kind-zijn, en tegelijk de stem van zijn doctrine.
Dramatische functie: Poëtisch element. Breekt
de realiteit open en brengt de metafoor tot leven.
ACTE I – DE KLOOF
Scène 1: De werkkamer van Elian
Het is namiddag. De kamer is stil en
halfdonker, vol boeken, aantekeningen, papieren. Een bureaulamp werpt warm
licht op een met manuscripten bedekte tafel. Elian zit met de rug naar het
publiek, schrijft of leest. Er klinkt zacht klassiek pianospel op de
achtergrond — iets van Satie, bijna verdampend.
Er wordt geklopt. De muziek stopt. Stilte.
Elian
(zonder op te kijken)
Binnen.
(Liora komt binnen. Ze draagt een jas, haar
houding is vastbesloten maar zacht. Ze blijft even bij de deur staan.)
Liora
Je telefoon stond uit.
Elian
(traag omkijkend, niet verrast)
Dat is geen functie, dat is een zegen.
Liora
Ze is dood, papa.
(Korte stilte. Elian beweegt nauwelijks. Hij
knikt langzaam.)
Elian
Ik weet het.
Liora
Waarom ben je niet gekomen?
Elian
Omdat het geen afscheid was. Niet voor mij.
(Liora loopt langzaam de kamer in, kijkt naar
het papier op tafel.)
Liora
Werk je?
Elian
Altijd. Ik ben aan het herschrijven. De fout
herformuleren.
Liora
Je moeder is gestorven, en jij schrijft over
fouten?
Elian
Precies daarom.
Liora
(pauze, dan kalm)
Ze heeft tot het einde om je gevraagd. Niet
als zoon, maar als kind. Ze zei: ‘waar is mijn jongen?’
Elian
(scherper)
En dat is precies het punt. We blijven
kinderen. Altijd. En toch worden we gedwongen onze ouders te verliezen, alsof
we ineens volwassen moeten zijn omdat de tijd dat zegt.
Liora
Dat ís volwassen worden, papa. Niet alles
terug willen draaien naar hoe het was.
Elian
Nee. Dat is buigen voor een ordening die
niemand gekozen heeft. Je begrijpt het niet. We zouden..
(zoekt woorden)
We zouden bij onze ouders moeten blijven tot
het einde. Niet andersom.
(Liora gaat zitten, kijkt hem aan. Haar blik
is vol moeheid, maar ook warmte.)
Liora
Je bedoelt: jij had bij háár willen blijven.
Maar dat kon je niet. En dus verklaar je de hele schepping ziek.
Elian
(haalt diep adem, terughoudend)
Ik weet hoe dit klinkt. Maar wat als het waar
is? Wat als het kind niet bedoeld is om te overleven zonder de schaduw van de
ouder? Wat als die schaduw géén schaduw is, maar beschutting?
Liora
En jij denkt dat een theorie, een manuscript,
een gedachte-experiment... dat dat haar warm houdt onder de grond?
Elian
(na een lange stilte)
Nee. Maar misschien het volgende kind.
(Ze kijken elkaar aan. Liora staat langzaam
op.)
Liora
Je noemt het liefde. Maar het is angst. Angst
om verlaten te worden.
Elian
Misschien. En misschien is dat juist wat we
nooit hadden moeten aanvaarden: dat verlaten worden normaal is.
Liora
Ik kom morgen terug. Met Mirel. We willen met
je praten. Echt praten.
Elian
(brengt zijn aandacht weer naar het
papier)
Vooruit dan. Morgen.
(Liora verlaat de kamer. Muziek begint
opnieuw, heel zacht. Elian blijft achter. Hij fluistert, niet zeker tegen
wie.)
Elian
Ze hadden moeten blijven... tot ík ging.
Licht dimt langzaam tot zwart.
Hier volgt Scène 2 van Acte I – De Kloof.
Deze scène verdiept het conflict, nu met Mirel (de nuchtere vertrouweling) en
Vader Amon (de ideologische tegenstem). We zien Elian voor het eerst in dialoog
met anderen die zijn theorie principieel tegenspreken.
ACTE I – DE KLOOF
Scène 2: De werkkamer van Elian, avond
De kamer is donkerder dan voorheen. De
bureaulamp brandt nog steeds. Elian zit in een fauteuil, een glas water in de
hand. Geluiden van een knarsende deur: Mirel komt binnen, gevolgd door Vader
Amon. Ze dragen allebei winterjassen. Het is koud buiten.
Mirel
(trekt haar jas uit)
We komen in vrede.
Elian
Dat is meestal een teken dat er strijd komt.
Vader Amon
(schudt Elian’s hand)
Dank dat je ons ontvangt. In deze kamer is
veel gezegd, neem ik aan.
Elian
Meer gedacht dan gezegd.
Mirel
(fel)
Liora was overstuur. Je draaide alles om haar
verdriet heen als een wiskundige formule.
Elian
Omdat haar verdriet te groot is om op te
lossen met clichés. Ik weiger haar te troosten met leugens over een
‘natuurlijke orde’.
Vader Amon
(toegeeflijk)
Het is geen leugen. Het is een patroon. Zoals
het ritme van ademhaling, van dag en nacht.
Elian
En wat als het een patroon is dat gebroken
moet worden?
Mirel
Elian…
Elian
(negeert haar)
We worden geboren, we klampen ons vast, we
leren loslaten — dat is de morele les, toch? Maar ik zeg: het is een weeffout.
De Schepper heeft een fout gemaakt. Een kind zou zijn ouders nooit moeten
verliezen. Nooit.
Vader Amon
En wie, denk je, heeft die fout dan gezien
behalve jij?
Elian
Iedereen die ooit naast een stervend bed stond
en dacht: "Waarom zij, en niet ik? Waarom nu?"
Vader Amon
Maar juist daarin ligt het mysterie. De liefde
in het loslaten.
Elian
Nee — dat is berusting, geen liefde.
Mirel
(moe)
Je wilt haar terug, Elian. Je moeder. En je
vader. Maar je krijgt ze niet terug door de werkelijkheid te herschrijven.
Elian
Dan herschrijf ik de werkelijkheid. Dat is
precies wat ik doe. Verweving. Een systeem waarin ouders hun kinderen
begeleiden tot het graf — en dan pas zelf gaan. Geen verweesd kind meer. Geen
abrupt einde. Geen lege handen.
Vader Amon
Maar dan betekent elke geboorte een vooraf
gepland sterven. Dat is geen geborgenheid, Elian. Dat is slavernij aan de dood.
Elian
Nee — dat is verantwoordelijkheid. Wie leven
geeft, draagt het tot het einde.
Mirel
(fluisterend)
En wat als je kind wil leven, nadat jij dood
bent? Wat als het jou overleeft met liefde, met muziek, met nieuwe woorden?
Ontzeg je het die mogelijkheid?
(Korte stilte. Elian kijkt naar zijn
manuscript.)
Elian
Misschien moet leven niet alleen over
overleven gaan. Misschien moet het over samen eindigen gaan.
Vader Amon
(somber)
Je vraagt veel. Je vraagt God om een systeem
te ontmantelen dat ouder is dan woorden.
Elian
Dan begin ik met zinnen.
(Hij slaat zijn manuscript open. Het tikken
van een klok klinkt op de achtergrond. Vader Amon en Mirel kijken naar hem. Er
is geen oplossing. Alleen stilte.)
Licht dooft langzaam. Einde scène.
Hier volgt Scène 3 van Acte I – De Kloof,
waarin Elian zijn ideeën voor het eerst publiek verdedigt in een filosofisch
debat. Deze scène opent de wereld buiten zijn werkkamer en introduceert Aren
als jonge volgeling.
ACTE I – DE KLOOF
Scène 3: Kerkruimte, aula, of kleine theaterzaal
Een eenvoudige ruimte: een tafel met drie
stoelen, een lessenaar, wat publiek op de achtergrond — symbolisch of
daadwerkelijk aanwezig. Liora zit in de zaal, zichtbaar voor het publiek. Mirel
staat tegen de muur. Aren zit rechts van Elian, stil, alert. Vader Amon zit
links. Er is een moderator, maar die spreekt niet — enkel aanwezig als symbool
van structuur.
Elian
(staat achter de lessenaar, leest)
“Wat als de dood geen eindpunt is, maar een
verlatenheid? En wat als die verlatenheid niet de prijs van liefde is, maar het
bewijs van een fout?
De Schepper — in zijn grootheid of zijn
blindheid — heeft de lijnen verkeerd getrokken.
Het kind zou niet alleen mogen blijven.
Nooit.
Niet als het nog jong is. Niet als het oud
is.
Een kind is pas vrij als het gestorven is met
zijn ouders naast zich.”
(Hij kijkt op. Het is stil. Amon ademt
langzaam in.)
Vader Amon
Je stelt geen filosofie voor, Elian. Je stelt
een vonnis.
Elian
Op wat?
Vader Amon
Op de hoop. Op het vermogen van mensen om te
dragen wat ondraaglijk lijkt. Kinderen begraven hun ouders — dat is een vloek,
ja. Maar ook een eer. Een cirkel. Jouw versie is een lus.
Aren
(voorzichtig)
Maar als we de lus omarmen... als we zeggen:
wie geboren wordt, wordt niet alleen geboren tot leven, maar tot zorg,
bescherming, tot één onbreekbare lijn — is dat dan geen hogere vorm van liefde?
Liora
(vanuit het publiek, scherp)
Wat als die liefde verstikt? Wat als het kind
het leven wil dat de ouder niet begrijpt?
Elian
(naar haar toe, kalm)
Dan moet de ouder leren begrijpen. Leren
volgen. Tot het einde.
Mirel
(komt naar voren)
Dat is geen liefde. Dat is een fuik.
Een moeder die haar zoon niet loslaat is geen
engel — dat is een schim.
Elian
(plots harder)
En een zoon die moet leven zonder de hand die
hem droeg, is wat dan? Vrij? Onafhankelijk?
Nee — hij is een dode op twee benen, die doet
alsof.
Vader Amon
Elian... ik vraag je: is dit voor de mens, of
voor jou?
(Stilte. Elian kijkt naar zijn manuscript.
Zijn handen trillen iets.)
Elian
Ik weet het niet meer.
(Licht verandert subtiel. Vanuit de coulissen
verschijnt een vaag silhouet — het Zielkind, onduidelijk, niet fysiek benoemd
maar voelbaar. Alleen Elian ziet het. Hij staart, verward. Liora kijkt hem
bezorgd aan.)
Liora
Papa?
Elian
(fluistert)
Ik ben hier.
Zielkind strekt een hand uit, langzaam. Elian
stapt niet naar voren. Hij staat stil. Muziek zwelt zacht aan: een langzaam
walsende pianomelodie. Amon kijkt naar hem, dan naar het publiek.
Vader Amon
Misschien… is het verdriet zelf de waarheid.
En niet de correctie.
Licht daalt langzaam. Muziek sterft weg.
Einde van Acte I.
Hieronder volgt Acte II – De Scheuring, Scène
1, waarin Elian zijn grip op zijn theorie en zijn volgelingen begint te
verliezen. Het debat heeft zijn fundamenten aan het wankelen gebracht. Aren,
ooit zijn vurige leerling, stelt nu vragen. De scène speelt zich opnieuw af in
Elian’s werkkamer, nu in avondlicht, verstilder dan voorheen.
ACTE II – DE SCHEURING
Scène 1: Werkkamer van Elian, avond
Elian zit in dezelfde stoel als in Acte I.
Zijn manuscript ligt open op tafel, maar hij leest het niet. Hij kijkt voor
zich uit. Een lege koffiekop. Buiten tikt regen tegen het raam.
(Aren staat bij de boekenkast. Hij leest een
losse bladzijde die hij uit een map heeft gehaald. Langzaam draait hij zich
om.)
Aren
Mag ik je iets vragen?
Elian
(zonder op te kijken)
Je hebt nooit om toestemming gevraagd.
Aren
Wat als de fout niet in de schepping zat...
maar in onze wens dat iets nooit zou eindigen?
Elian
Dan zou elke liefde een vergissing zijn.
Aren
Of juist een risico.
Elian
(rustig)
Risico is voor wie geen taal heeft om het
systeem te herschrijven.
Aren
Misschien is het systeem niet kapot. Misschien
is het gewoon wreed. En is dát wat ons menselijk maakt — dat we het toch doen.
Toch liefhebben. Toch verliezen.
Elian
Dan heb je niets begrepen.
Aren
(treedt naar voren)
Ik heb alles begrepen. Daarom twijfel ik.
(Korte stilte. Elian kijkt hem aan.)
Elian
Twijfel is luxe. Jij hebt nog geen kinderen.
Jij kent de vrees nog niet.
Aren
Nee. Maar ik ken wel verlangen. En soms is
verlangen zuiverder dan herinnering.
Elian
(plots fel)
Ik heb geen verlangen. Ik heb opdracht. Wat ik
schrijf, is noodzaak. Wat jij voelt, is romantiek.
Aren
Dan kies ik voor romantiek.
(Aren legt het blad terug op tafel. Hij neemt
zijn jas. Stapt naar de deur, blijft staan.)
Aren
Ik heb een plek gevonden waar woorden niet
hoeven te winnen van liefde.
Het is klein, maar het ademt.
Elian
(koel)
En wat zal je daar doen? Geloven?
Aren
Ademen.
(Hij gaat. De deur valt zacht dicht. Elian
blijft alleen. Hij pakt de bladzijde op die Aren net vasthield. Hij kijkt
ernaar, zonder te lezen. De regen wordt harder. Een stem klinkt — onzichtbaar,
vanachter het raam, als een echo: het Zielkind. Zacht, bijna kinderlijk.)
Zielkind (stem)
Ben je nu alleen genoeg, Elian?
(Elian kijkt niet op. Hij vouwt het papier
dubbel. Legt het weg. Steekt dan langzaam de lamp uit. Donkerte valt.)
Einde scène.
Hier volgt Scène 2 van *Acte II – De Scheuring*. Mirel en Liora confronteren Elian. De scène focust op het verlies van nabijheid en vertrouwen, en op de scheiding tussen denken en voelen. Het is een poging tot herstel, maar ook een ultimatum.
ACTE II – DE SCHEURING
Scène 2: Elian’s werkkamer, de volgende ochtend
De kamer is stiller dan ooit. Geen muziek. Geen koffie. Het manuscript ligt open, maar ongebruikt. De gordijnen zijn half dicht. Liora en Mirel staan bij de ingang, jassen nog aan. Elian zit aan tafel, moe, alsof hij de hele nacht niet geslapen heeft. Mirel
(voorzichtig)Aren is bij ons. Hij komt voorlopig niet terug.
Elian
(nauwelijks reagerend) Hij heeft adem nodig, zei hij.
Liora
En jij?
Elian
Ik adem door woorden. Dat is genoeg.
Mirel
Nee. Je ademt door herinnering. Door schuld. Door gemis. En je noemt het denken.
Elian
(scherper) Wat jullie ‘gemis’ noemen is een universeel tekort. Ik ben alleen de eerste die er een vorm voor zoekt.
Liora
(fel) Een vorm? Papa, je bouwt een theorie als een graf. Je wilt ons allemaal daarin leggen — moeder, mij, jouw toekomst, iedereen.
Elian
(plots opstaand) Omdat ik geen begraafplaats wil waar geen hand mijn ogen sluit. Omdat ik geboren ben in een systeem dat zegt: ‘Je zult sterven zonder wie je nodig had.’
En ik weiger dat.
Mirel
En wat geef je ervoor terug? Geborgenheid op papier? Een wereld waarin een kind nooit loskomt? Dat is geen liefde. Dat is angst, vermomd als logica.
Elian
(zwijgt even) Jullie noemen het angst. Ik noem het trouw.
Liora
(sluiks) Trouw aan wie? Aan ons, of aan je wanhoop?
(Mirel legt haar hand op Elian’s schouder. Hij verstart, maar duwt haar niet weg.)Mirel
Je hebt iets kostbaars gebouwd, Elian. Maar niet alles wat je bouwt moet bewoond worden. Misschien is dit boek niet een woonhuis, maar een ruïne. Een echo.
Elian
Dan laat mij erin wonen.
Liora
(somber) Je woont er alleen, papa.
(Stilte. Elian kijkt hen aan, dan naar het manuscript. Hij pakt het op, aarzelt. Hij lijkt het te willen verscheuren — stopt dan. Hij legt het terug.)Elian
Ik weet niet wat ik zonder dit ben.
Mirel
Dan zoeken we dat uit. Samen. Maar niet als idee. Als mens.
(Liora knikt. Mirel reikt hem haar hand aan. Hij kijkt ernaar, maar neemt die nog niet. Het licht dimt langzaam, hun silhouetten blijven zichtbaar in stilte.)
Einde scène.
Hier volgt Scène 3 van *Acte II – De
Scheuring*. Dit is een keerpunt: Elian wordt alleen gelaten met zijn
verbeelding, zijn verlies en zijn verzet. Hij ontmoet opnieuw het Zielkind,
niet als een mysterieus figuur, maar als innerlijke gestalte van zijn verlangen
naar eeuwige geborgenheid. Het is een dromerig-realistische scène, ingetogen en
geladen.
ACTE II – DE SCHEURING
Scène 3: Nacht. Elian’s werkkamer, half verduisterd. Een uur voor zonsopgang. De kamer is stil. Buiten ruist de wind. Elian zit aan tafel. Hij draagt een dunne sjaal om zijn schouders, een overblijfsel van vroeger. Het manuscript ligt opengeslagen voor hem, met aantekeningen errond. Een enkel kaarsje brandt. Het licht is warm.
(Langzaam wordt er iets zichtbaar aan de rand van het podium — het Zielkind, slechts voor Elian zichtbaar. Geen spook, geen horror, maar een kind van ongeveer negen, met een rustige blik. Het Zielkind spreekt met een kinderlijke wijsheid.)
Zielkind
Je hebt me geroepen, maar ik ben er al die tijd geweest.
Elian
(voor zich uit, niet verbaasd)
Je komt altijd als alles stilvalt.
Zielkind
Je zoekt een orde waarin ik nooit hoef te huilen. Maar ik ben geen theorie. Ik ben wat jij niet kon beschermen.
Elian
Ik wilde een wereld bouwen waarin je veilig was. Waarin je niet hoefde te sterven. Waarin geen kind ooit zijn ouders verloor.
Zielkind
En wat ben ik dan? Een godenfout? Een reden tot herschrijven?
Elian
(aarzelend)
Misschien... een vraag zonder antwoord.
Zielkind
Of het antwoord zelf.
(Het Zielkind komt dichterbij. Ze raken elkaar niet aan.)
Zielkind
Als jij ons samen laat gaan — jij en ik, vader en kind — wie blijft dan achter? Wie schrijft verder? Wie leeft verder?
Elian
(verslagen)
Niemand. Maar het zou stil zijn. Het zou compleet zijn.
Zielkind
Nee. Het zou gesloten zijn. En dat is iets anders.
(Stilte. Elian kijkt naar zijn manuscript. Hij blaast de kaars uit. Maar het licht dooft niet volledig — een zacht blauw ochtendlicht begint door het raam te vallen.)
Zielkind
Schrijf me niet uit de wereld. Laat me sterven. En leef.
Elian
Ik weet niet hoe.
Zielkind
Begin bij het einde.
(Het kind draait zich om. Loopt langzaam naar het raam. Wordt één met het blauwe ochtendlicht. Niet abrupt — vredig. Elian blijft zitten. Hij kijkt naar het manuscript, dan naar het raam. Hij pakt een vel papier, draait het om, neemt een pen. Schrijft één nieuwe zin. We horen zijn stem, niet luid, maar helder.)
Elian (voice-over)
"Mijn vader heeft mij begraven. Maar ik heb hem weer opgraven in woorden."
(Licht wordt dag. Een vogel zingt buiten. Elian sluit zijn ogen. Rust. Geen oplossing, maar een doorgang.)
Einde scène. Einde acte.
Hier volgt Acte III – De Omkering, Scène 1.
Elian komt tot een nieuw besef en probeert zijn theorie en zijn verlies te
integreren in zijn leven en in zijn relaties. De transformatie is subtiel, maar
diepgaand.
ACTE III – DE OMKERING
Scène 1: Elian’s werkkamer, de volgende ochtend
De kamer is nu helder. Het ochtendlicht valt door de ramen. Elian zit achter zijn bureau, maar het manuscript is niet meer opengeslagen. Er ligt een leeg vel papier voor hem. Hij kijkt ernaar, alsof hij voor het eerst ziet wat hij eerder niet zag.
(Liora komt binnen, rustig, met een kop thee in haar hand. Ze kijkt Elian aan, maar zegt niets. Ze zet de kop neer op tafel en gaat naast hem zitten. Even stilte.)
Liora
(voorzichtig)
Je hebt je teruggetrokken. Wat ga je doen?
Elian
(na een lange pauze)
Ik weet het niet. Er is zoveel... verloren. En toch... is er iets anders.
Liora
Wat is er anders?
Elian
(stilte)
Ik... had me vergist. In alles.
Liora
(twijfelend)
In wat?
Elian
In het idee dat ik het kon begrijpen. Begrijpen waarom we sterven. Waarom we verliezen. Waarom kinderen moeten rouwen voor hun ouders.
(Liora kijkt hem aan, begrijpend, maar voorzichtig.)
Liora
En wat denk je nu?
Elian
Ik denk dat we allemaal rouwen, Liora. Maar niet altijd voor wat we verloren hebben. Soms rouwen we voor wat we nooit echt konden vasthouden.
(Hij pakt het lege vel papier en begint langzaam te schrijven. Liora kijkt toe, stil.)
Elian
Ik schreef je altijd uit mijn leven. Mijn theorie, mijn woorden, mijn idealen. Maar ik zie nu — ik zie nu dat er geen theorie is. Geen perfectie. Alleen... de momenten die we elkaar geven.
(Liora slaat haar ogen neer. Ze begrijpt. Ze legt haar hand op het papier, naast de pen van Elian.)
Liora
(gedempt)
Dus je stopt?
Elian
(aarzelend, maar vastberaden)
Nee. Ik herschrijf.
(Hij kijkt op naar Liora. Er is een zwakke glimlach op zijn gezicht, een glimp van zijn oude zelf, maar met meer openheid, meer acceptatie.)
Elian
Dit boek zal geen onmogelijke oplossing geven. Het zal geen theorie zijn van perfectie. Het zal de verhalen vertellen van de mensen die we waren, en de mensen die we konden zijn — zonder eindigen, zonder loslaten, maar met de simpele waarheid van onze gezamenlijke aanwezigheid. En dat is genoeg.
(Hij legt de pen neer en kijkt Liora aan.)
Liora
Je hebt nog iets te geven, papa.
Elian
(schuchter)
Dat heb ik altijd geweten. Het was alleen de manier waarop ik het gaf... die verkeerd was.
(Ze glimlachen naar elkaar. De kamer voelt lichter, alsof de last van de woorden nu is verdwenen. Liora staat op, loopt naar het raam en kijkt naar buiten. Elian volgt haar blik.)
Elian
(twijfelend)
Denk je... denk je dat ik ooit zal leren wat het betekent om los te laten? Of is dat ook een theorie?
Liora
(naar buiten kijkend, zacht)
Misschien is het geen theorie. Misschien is het gewoon... het blijven proberen.
(Elian kijkt naar het papier voor zich. Hij kijkt naar Liora en lacht zacht. Het is een ander soort lachen dan eerder in het stuk. Het is lichter, bevrijdender.)
Elian
Misschien is dat wel genoeg.
(Liora komt terug naar hem, knielt neer en kijkt naar het papier. Elian pakt de pen en begint een nieuwe zin te schrijven. Het is niet het eind van een boek, maar het begin van een andere manier van leven.)
Elian
"En als ik moet loslaten, zal ik het doen. Maar alleen als ik weet dat jij, Liora, altijd mijn verhaal blijft."
(De lamp flikkert even, de regen stopt. Liora kijkt naar Elian, en er is een gevoel van onuitgesproken verbondenheid tussen hen. Ze knikken naar elkaar, zonder woorden.)
Einde scène. Einde acte.
Dit markeert het einde van het stuk en de omkering van Elian’s filosofie. Hij heeft zijn idee losgelaten, maar in de loslating vindt hij opnieuw verbondenheid — niet via controle, maar door het delen van zijn menselijkheid.