Het CNV stelde onlangs voor een christelijke feestdag in te leveren voor het islamitische Suikerfeest. Een sympathiek gebaar, of beter gezegd een kwestie van rechtvaardigheid, waar ik op zich wel achter sta, maar dat nogal wat voeten in aarde heeft. Na veel kritiek heeft het CNV het voorstel vandaag weer ingetrokken. Als ik wat overwegingen op een rij zet, dan ben ik er nog niet uit hoe men dit idee aan zou moeten pakken.
Om te beginnen zou natuurlijk het begrip 'erkende christelijke feestdag' moeten veranderen in 'erkende religieuze feestdag'. Bij 'erkende' dagen moet men wel bedenken dat dit dagen zijn die de wet voorschrijft terwijl de ondernemers moeten betalen. Zij zijn verplicht hun werknemers loon door te betalen zonder dat hier productie tegenover staat. Uitstekend, maar het kost wat. Daarom is een extra erkende dag bezwaarlijk en moet een uitruil plaatsvinden.
'Een dag aan de islamieten geven' vind ik op zich dus sympathiek en rechtvaardig. Wat meer aandacht en besef voor de feestdagen van anderen is goed. Maar geldt hier de macht van het getal? Een soort A-, B- en C-status van religies, zoals bij de omroepen? Hoeveel leden moet men hebben voor een feestdag? Hoe gaan we om met de hindoestaanse, joodse en andere religieuze feestdagen?
Als het niet gaat om de religieuze beleving van de huidige bevolking (de meesten weten helemaal niet meer waar een feestdag voor staat), maar om de traditionele wortels waaruit onze maatschappij is gegroeid, dan is er voor andere dan christelijke feestdagen voorlopig geen plaats. Mee eens. Maar wat is de zin van zo'n feestdag als deze geen specifieke inhoud meer heeft?
Op zich zou ik er voor zijn de erkende feestdagen helemaal los te koppelen van religieuze dagen. Liever gelijkelijk over het jaar verspreide 'bankholidays'. De feestdagen kunnen ook op zondag of op een opgenomen verlofdag gevierd worden. Juist christenen zouden dit kunnen toejuichen, omdat het veelvuldig misbruik van 'hun' dagen hiermee wordt voorkomen. Maar ik kan mij goed voorstellen dat zowel christenen als niet-christenen de traditie helemaal niet los willen laten. Bij bepaalde dagen in een bepaalde tijd van het jaar hoort ook een bepaald gevoel. De 'heidenen' hebben hun zonnewende, nieuw leven en dag om er op uit te trekken, naar natuur of meubelboulevard.
Het CNV stelde voor om tweede paasdag of tweede pinksterdag op te geven. Uit christelijk perspectief zou het opgeven van pasen, het centrale christelijke feest van de opstanding van Christus, een verkeerd gebaar zijn. Daar staat tegenover dat, in navolging van de roomskatholieken, inmiddels ook bij de protestanten het accent verschuift naar de lijdenstijd, de stille week vòòr pasen, waarin men tegenwoordig bijna elke dag naar de kerk kan gaan. 'In mijn tijd' was dat nog niet zo. Toen ik nog kerkte zou ik liever een volle paasweek gevierd hebben, dus vanàf paaszondag in plaats van vòòr pasen. Maar de periode van inkeer voor pasen die ik nu bij mijn protestantse vrienden zie, spreekt ook wel aan. Dus kan tweede paasdag er af?
Theologisch vergelijkend zou pinksteren (oogstfeest, uitstorting van de Heilige Geest, verjaardag van de Kerk) nog net iets makkelijker dan pasen met een dagje minder kunnen. Maar pinksteren heeft zich zowel voor de kerkelijke jeugd als voor veel niet-kerkelijken ontwikkelt tot een kampeerweekend. Het zesjarige Duitse meisje Marga, bij wie ik tien jaar geleden in huis woonde, dacht zelfs dat pfingsten kamperen betekende. In haar eerste opstelletje schreef ze: wir gehen pfingsten. Ze bedoelde 'zelten', kamperen. Zonde (nou ja) om de eerste kampeerkans van het jaar op te geven.
Als we de theologische vergelijking nog even doorzetten, dan zijn kerst en hemelvaart het makkelijkste op te geven. Kerst tegen Suikerfeest zou een mooie uitruil zijn. De viering van de geboorte van Christus en zijn hemelvaart zijn in het kerkelijk jaar weliswaar niet onbelangrijk, maar anders dan de andere christelijke feesten gaan ze niet terug op joodse, bijbelse feesten. Het zijn vooral tussenstappen op weg naar pasen en pinksteren. Maar het zijn nu ook juist de feesten die op doordeweekse dagen gehouden worden en het zonder vrije dag moeilijk krijgen. Dit zou opgelost kunnen worden door individuele of groepsgewijze verlofdagen, zoals de biddag en dankdag in bepaalde regio's met een vrije dag gevierd worden. Als ik met het pistool op de borst moet kiezen, kies ik voor hemelvaart (begrijp me niet verkeerd). Ook gezien het zieltogend bestaan van de grote toogdagen die deze dag traditioneel gehouden werden. Maar net die ene dag heeft geen tweede. Kerst dan? Maar het kerstfeest valt in een schoolvakantie, wordt door werkgevers vaak verbonden met verplichte verlofdagen tot oudjaar en wordt door velen het meest uitbundig èn intiem gevierd. Het opgeven van een kerstdag komt er nooit door.
En dat is misschien wel de moraal van mijn verhaal. Ik denk dat de niet-christenen nog wel het meest pal zullen staan voor de 'erkend christelijke feestdagen'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten