woensdag 28 januari 2015

Gewasbescherming

Maandagavond 26 januari was er in sociaal-cultureel centrum De Wiese in Schalkwijk een informatie-avond van de gemeente over de nota ‘Gewasbescherming & ruimtelijke ordening’. Bij binnenkomst werd verwezen naar ‘Gewasbestrijding’ (zie foto), maar daar zullen fruittelers niet blij mee zijn.  De kleine zaal zat bomvol, ik schat zo’n 30 fruittelers, 20 omwonenden en 10 raads- en commissieleden en andere belangstellenden. Het eerste deel van de bijeenkomst bestond uit een presentatie over het voorgenomen beleid, het tweede deel  werd besteed aan discussie in kleine groepjes van fruittelers en omwonenden over een op te stellen convenant.  De gemeente maakt geen verslag van de avond, wel staat de presentatie op de gemeentelijke website.  Ik bezocht de avond als belangstellende burger en ook volg ik dit ‘dossier’ voor het politieke radio-programma van HoutenFM. Ik maak nu geen journalistiek verslag, maar noteer mijn verslagaantekeningen hier als naslag.

Dit verslag is ook als Word-document bij mij verkrijgbaar (Ytzen Lont, post@stylo.nl). 

Voor meer informatie met links naar de nota, het rapport ‘Nijmegen’, de presentatie en meer: www.houten.nl/gewasbescherming.
Een link naar de LTO-brochure ‘Gewasbescherming en omwonenden; een goede buur is beter’ is te vinden via go.stylo.nl/lto

PLANNING

De nota Gewasbescherming & ruimtelijke ordening ligt ter inzage tot 12 februari 2015. Tot die tijd is het mogelijk om schriftelijk – of desgewenst mondeling op afspraak – zienswijzen in te dienen. Volgens planning zal de – aangepaste – nota op 12 mei door de gemeenteraad worden vastgesteld, na bespreking op 14 april in het voorbereidende rondetafelgesprek (RTG). Tijdens de RTG is er gelegenheid tot inspraak (spreekrecht). Parallel aan dit proces is de gemeente met de fruitsector in gesprek over het opstellen van een gedragscode of convenant.

PRESENTATIE

Allereerst gaf Bregje Tettelaar  een presentatie. Zij is beleidsmedewerker milieu en duurzaamheid van de gemeente Houten. Waar gaat het om? In de eerste plaats om een “aanvaardbaar woon- en leefklimaat” voor omwonenden van boomgaarden. Hiervoor bestaat nog geen landelijke regelgeving. In 2013 heeft de gemeente Houten zelf een spuitzoneregeling ingesteld, dat wil zeggen een voorgeschreven afstand tussen boomgaarden en een gevoelige bestemming, zoals woningen. De regeling werd voor het eerst toegepast in het bestemmingsplan Laagraven-Oudwulverbroek (dat beslaat het hele noordelijke buitengebied van Houten). Maar de Raad van State haalde op 10 september 2014 een streep door deze regeling. De regeling moest worden aangepast en beter onderbouwd. Daarbij is gekeken naar het advies van de Gezondheidsraad en naar de jurisprudentie. De Gezondheidsraad stelt dat er aanwijzingen zijn voor gezondheidsrisico’s door het bespuiten van fruitbomen, maar er zijn in de Nederlandse situatie geen bewijzen voor gezondheidseffecten. Wel mogelijke risico’s dus, maar geen bewezen effecten. Hiervoor is nader onderzoek nodig en dat duurt nog jaren. Intussen kunnen al betrekkelijk eenvoudige maatregelen genomen worden, zoals eisen aan de toelating van gewasbestrijdingsmiddelen en het toepassen van driftreducerende maatregelen. Driftreductie wil zeggen dat het gespoten middel minder verwaaid.

De Raad van State vindt het instellen van een 50-meterzone tussen fruitbedrijven en een gevoelige bestemming “redelijk”. Maar het is niet zo dat binnen die afstand gezondheidseffecten zijn aangetoond en er is daarom geen grond om in te grijpen in bestaande situaties. Ook vindt de Raad van State het acceptabel dat de gemeente Houten algemene onderzoeksrapporten, zoals dat in opdracht van de gemeente Tholen, als uitgangspunt hanteert, maar de voorbeeld-locaties uit dat onderzoek moeten dan wel goed overeenkomen met de specifieke situatie in Houten. Dat bleek uit de uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan Tull en ’t Waal. Het rapport ‘Tholen’ mocht wel worden toegepast, maar kwam onvoldoende overeen met de situatie in ’t Waal. Ook was Houten in dit bestemmingsplan uitgegaan van de “voorgeschreven hoeveelheid” bestrijdingsmiddel (dus de hoeveelheid die een fruitteler volgens het voorschrift van de fabrikant het beste kan gebruiken), maar een veilige afstand moet uitgaan van de “wettelijk toegestane” hoeveelheid van een stof. Dat is immers de hoeveelheid die een teler volgens de wet zou mógen toepassen.

De systematiek van de Houtense “spuitvrije zone” blijft wel overeind, maar de onderbouwing en de getallen moeten worden aangepast. In plaats van het rapport ‘Tholen’ wil de gemeente daarom nu eenzelfde rapport in opdracht van de gemeente Nijmegen toepassen. Dit voldoet meer aan de Houtense situatie. De beide onderzoeken, ‘Tholen’ en ‘Nijmegen’, komen in hoofdlijnen overigens overeen, volgen dezelfde systematiek en zijn uitgevoerd door het zelfde onderzoeksinstituut van de Universiteit Wageningen.

De hoofdlijn blijft dus overeind (zie stroomdiagram “Hoe? “ in de presentatie):

* Er wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande situaties en nieuwe situaties.

* In bestaande situaties die aan de regels voldoen, wordt niet ingegrepen; de uitspraak van de Raad van State staat dit niet toe. Is de afstand meer dan 50 meter dan is er ook niks aan de hand. Binnen 50 meter wil de gemeente door middel van een convenant met de fruittelers komen tot beschermende maatregelen, zoals het gebruik van driftreducerende middelen.

* In nieuwe situaties geldt: bij meer dan 50 meter is er geen conflict, als een boomgaard past binnen de bestemming dan is hiervoor geen vergunning nodig, maar bij aanplant binnen 50 meter van een gevoelige bestemming is een aanlegvergunning nodig.

Een vergunningaanvraag geeft de gemeente de gelegenheid de concrete situatie te toetsen en belanghebbenden kunnen hun zienswijze indienen.

De gemeente toetst bij een vergunningaanvraag of bij de voorgenomen plannen sprake is van een “aanvaardbaar woon- en leefklimaat”. Deze toets kan plaatsvinden aan de hand van generiek (algemeen) onderzoek, zoals het rapport ‘Nijmegen’, of aan eigen onderzoek van de initiatiefnemer.
Het rapport ‘Nijmegen’ bevat een tabel met zeven standaardsituaties, waarin de benodigde afstand wordt aangegeven aan de hand van verschillende situaties met een oplopende hoeveelheid beschermende maatregelen (driftreducerende spuittechnieken en windhagen). Praktijksituatie 1, waarin geen sprake is van beschermende maatregelen, schrijft een afstand van 35 meter voor, terwijl in praktijksituatie 7 met twee windhagen en een spuittechniek met een driftreductie van 75% een afstand van 5 meter volstaat. Dit biedt de gemeente en de vergunning-aanvrager houvast over welke afstand moet worden aangehouden. Als ‘Nijmegen’ geen antwoord geeft op de concrete situatie, dan moet aanvullend onderzoek uitsluitsel geven.

De normen zijn al opgenomen in het bestemmingsplan Laagraven-Oudwulverbroek, dat in opdracht van de Raad van State uiterlijk deze maand moest worden aangepast. De gemeente wil deze systematiek en normen nu gaan toepassen voor de hele gemeente en heeft deze opgeschreven in de nu voorliggende nota ‘Gewasbescherming’, waarover nu zienswijzen kunnen worden ingediend.

REACTIES

Eén van de aanwezigen brengt naar voren dat inspraak niet mogelijk is, omdat hij de aangepaste nota nog niet heeft gezien. De nota is nog gebaseerd op het rapport ‘Tholen’, dat door de Raad van State is afgewezen. Wethouder Herman Geerdes antwoordt dat de systematiek hetzelfde blijft en dat insprekers daarop kunnen reageren. Het onderzoeksrapport van Nijmegen komt deze week op de website van de gemeente te staan en de overeenkomende tabel uit dit rapport zal één van de wijzigingen van de nota zijn. Voor bestaande situaties heeft de gemeente geen middelen om in te grijpen, daarvoor wil de gemeente komen tot een convenant met de fruittelers, via de Nederlandse Fruittelersorganisatie NFO. De wethouder hoort ook graag van omwonenden wat zij zouden willen dat in het convenant komt te staan.

Eén van de fruittelers merkt op dat je de aanpak van bestrijdingsmiddelen niet los kunt zien van andere milieumaatregelen, zoals geurcontouren. De fruitteler moet aan veel regels voldoen, dit zou als één pakket moeten worden gezien.

Het voormalig raadslid Wim Adriaanse (CDA) vraagt of er geen dubbelcheck, een contra-expertise, moet worden gehouden op het rapport ‘Nijmegen’. Het is niet zeker of dit rapport wél stand houdt bij de Raad van State.
Wethouder Herman Geerdes antwoordt dat dit onderzoek is uitgevoerd door de universiteit Wageningen, dat de beste expertise ter wereld in huis heeft. Zij doen ook het onderzoek voor de Gezondheidsraad. Het onderzoek is niet te overtreffen door een ander bureau. Wel zal er een juridische toets plaatsvinden. Het rapport ‘Tholen’ is niet afgewezen op onderzoekskwaliteit, maar omdat de toegepaste standaardlocaties niet voldeden aan de situatie in Houten.

Een fruitteler merkt op dat de Raad van State nog geen enkel rapport van Wageningen heeft geaccepteerd in de '50 meter tenzij'-discussie. Hij pleit voor een gedegen juridisch onderzoek of deze systematiek voor de Raad van State houdbaar is.

Een ‘omwonende’ merkt op dat de concrete locatie in Nijmegen niet voldoet aan de Houtense situatie en er grote kans is dat ook dit rapport voor de Raad van State niet stand houdt. Bovendien zou toepassing van de tabel er in de praktijk toe leiden dat een fruitteler die een afstand van 35 meter aanhoudt zonder extra maatregelen (situatie 1 uit de tabel) automatisch een vergunning krijgt.
Wethouder Herman Geerdes verwijst naar een politieke discussie in de gemeenteraad hierover. Bij de behandeling van het bestemmingsplan Laagraven-Oudwulverbroek op 20 januari is er een motie ingediend om situatie 1 (35 meter, zonder maatregelen)  uit de tabel te schrappen. De motie is verworpen en de wethouder wilde dit voorstel niet overnemen, omdat de gemeente dan zou gaan schrappen in een erkend wetenschappelijk onderzoek en daarmee de onderbouwing onderuit halen.

Een fruitteler vraagt wat precies een “bestaande situatie” is. Dit moet je eerst precies weten, voordat je het stroomschema kunt toepassen. In het verleden was er een omgevingsvergunning nodig voor elke boomgaard, maar er zijn ook boomgaarden zonder vergunning. Geldt het criterium “bestaande situatie” voor elk perceel met bestemming “fruitteelt” of moet alsnog een vergunning worden aangevraagd?  
Wethouder Herman Geerdes antwoordt dat wordt uitgezocht wat de consequenties zijn voor boomgaarden zonder vergunning en illegale situaties. Bij de gemeente is per boomgaard bekend, welke situatie “oud” of “nieuw” is.

Raadslid Hanny van Doorn (ITH) merkt op dat de tabel voorziet in een afstand van slechts 15 meter bij toepassing van een windhaag. Bewoners worden dan dus op korte afstand met een windhaag geconfronteerd. Hoe zit het dan met de rechten van omwonenden?
Wethouder Herman Geerdes vindt dat raadsleden hun vragen langs andere weg moeten stellen. Hij antwoordt dat omwonenden bij een vergunningaanvraag bezwaren kunnen indienen.

Een vertegenwoordiger van de NFO vraagt waarom voor de bescherming van omwonenden niet dezelfde systematiek wordt gehanteerd als bij water, waarvoor landelijk erkende milieu-eisen gelden. Langs water is een driftreductie van 90% vereist.  
Wethouder Herman Geerdes wil deze driftreductienorm graag in het convenant opnemen en is blij met de handreiking die NFO doet.
De NFO-vertegenwoordiger antwoordt dat het gaat om de systematiek en dat nog moet worden bepaald wat nodig is voor de bescherming van omwonenden.
De deskundige van de gemeente voegt daaraan toe dat wat veilig is voor water nog niet automatisch veilig is voor bewoners. Het onderzoek van de Gezondheidsraad zal dat moeten uitwijzen.

Een bewoner vindt het vreemd dat nog niks bekend is van de risico’s in bestaande situaties, maar dat wel de risico’s worden bepaald in nieuwe situaties.
Wethouder Herman Geerdes antwoordt dat dit komt door de uitspraak van de Raad van State dat gezondheidsrisico’s niet uit te sluiten zijn, maar dat gezondheidseffecten niet zijn aangetoond. Dat belet de gemeente om in te grijpen in bestaande situaties.

Een bewoonster met luchtwegproblemen, die op enkele meters afstand van een boomgaard woont, vertelt dat zij in de winter nergens last van heeft, maar zodra haar buurman gaat spuiten, moet zij extra gaan puffen en heeft zij het gevoel dat ze stikt.

CONVENANT

Vervolgens gaan fruittelers en bewoners in kleine groepjes overleggen wat zij van elkaar verwachten en wat er in het convenant zou moeten komen te staan. Daarna worden de reacties kort centraal besproken. Een greep daar uit.

Blijf met elkaar in contact.

Het is wenselijk dat de fruitteler de omwonenden op de hoogte houdt wanneer hij gaat spuiten: dan kunnen zij op dat moment hun ramen dichthouden.

Het lijkt dat er een probleem is. Maar ik denk als omwonende, dat mijn buurman het beste doet voor z’n planten, z’n gezin en z’n dieren. Er is een dialoog nodig: wat doe je eigenlijk?

Kritische omwonende: we hebben gezellig met elkaar gesproken en onze standpunten goed kunnen verwoorden. Het is goed om ons in elkaars standpunten te verplaatsen. Het was prettig om een gewoon gesprek te voeren.

Tip voor nieuwe bewoners: wees je er van bewust dat je in het buitengebied komt te wonen en wat daarbij komt kijken. De gemeente zou dat kunnen ondersteunen met voorlichting.

Weten bewoners wat een fruitteler allemaal moet registreren? Hij mag niks te veel gebruiken, alle input en output wordt geregistreerd, alles wordt jaarlijks gecontroleerd. Hij is wettelijk aan handen en voeten gebonden.

De bescherming van omwonenden is tot nu nooit meegenomen in de wet- en regelgeving, zelfs niet bij de toelating van middelen (wel: werknemers en milieu).

Raadsleden moeten goed op de hoogte zijn van wat er speelt, waar de fruitteelt mee bezig is. Goed geïnformeerd kunnen zij de juiste beslissingen nemen.

Bewoner: Door het convenant schuift de gemeente de verantwoordelijkheid van zich af. De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid. Een convenant is niet de beste oplossing.

Teler: het convenant is een bovenwettelijke regeling (en gaat verder dan de wet) en dat is niet goed.

We moeten de problematiek niet juridiseren.

Een teler met boomgaarden in drie gemeenten: liever één landelijke regeling.

Op het moment van vergunningverlening en aanleg staat er niet ineens een vier meter hoge haag, terwijl de bescherming daar wel op is gebaseerd.

De eisen gelden alleen voor fruitteelt, maar ook andere gewassen en gras worden bespoten.

Vogels nestelen zich in hagen. Daar is een teler dus niet blij mee.

Er wordt steeds gesproken over “gif”, maar er worden praktisch geen bestrijdingsmiddelen gebruikt die giftig zijn voor mens of dier.

Het convenant moet allesomvattend zijn, niet alleen de bestrijdingsmiddelen,  maar ook de hinderwetaspecten als geur en geluid.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten