Zondag een spannende verkiezingsavond in Sleeswijk-Holstein. Al aan het begin van de avond riep uitdager Peter Harry Carstensen van de CDU zich tot winnaar uit (40%) en gaf een aangeslagen minister-president Heide Simonis van de SPD haar verlies toe (38%): de rood-groene coalitie was voorbij. De verrassing was groot, want Heide Simonis is immens populair. Op de landelijke televisiezenders werd al druk gediscussieerd of straks in mei ook de rood-groene coalitie van Noordrijn-Westfalen zal sneuvelen, als opmaat naar het einde van de regering Schröder-Fischer in Berlijn.
Maar om half twaalf klonk ineens “too close to call” met een Duitse accent. Met nog twee kiesdistricten te gaan, leek de liberale FDP in de tellingen een zetel te verliezen aan de Groenen. Beide partijen zweefden tussen de 6 en 7%. Er werd een extra nieuwsbulletin aangekondigd voor middernacht. En inderdaad sloeg de balans door de laatste paar honderd stemmen om. In tegenstelling tot wat de hele avond werd gedacht, haalde de combinatie CDU-FDP de rood-groene coalitie net niet in. En doordat de Deense partij SSW met haar twee zetels de rood-groene coalitie gedoogsteun wil geven, kan minister-president Simonis naar alle waarschijnlijkheid doorregeren. Dat dankt zij aan een unieke afspraak tussen Kopenhagen en Bonn uit 1955. Duitsland kent namelijk een kiesdrempel: een partij moet minstens 5% van de stemmen halen om zetels te krijgen. Zo wordt versnippering voorkomen en komen extremistische partijen niet zo gemakkelijk in de volksvertegenwoordiging. Maar er is een uitzondering gemaakt voor de Deense minderheid in Sleeswijk-Holstein: de SSW blijft weliswaar onder de 5%, maar mag toch haar twee zetels innemen. Daarmee kan zij de zittende minister-president net in het zadel houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten