Duitsland is veranderd. Ik had er al over gelezen in de krant. Vlaggen mag weer. Duitsers voelen zich weer Duitsers. Niet zo uitbundig, diepgeworteld en overdreven als het Hollandse oranjegevoel. Maar toch. Het mag weer. Het Duitsland-gevoel is geen vies gevoel meer.
Al vanuit de trein vallen mij her en der de Duitse vlaggen op. Vlaggen die uit een raam hangen, vlaggetjes aan auto's, grote vlaggen aan een vlaggenmast. Schwarz-rot-gelb. Vlaggen op straat, dat zag je vroeger nooit. Duitsland is geen wereldkampioen geworden, maar wel bevrijd van zijn bescheidenheid.
Eigenheid en zelfbewustzijn zijn gezond. Een sterk land als Duitsland kan het kijk-eens-ik-ben-klein niet eeuwig volhouden. De bescheiden Bonner Republik is voorbij. Het mondaine Berlijn is terug.
Toch geven die vlaggen mij ook een wat ongemakkelijk gevoel. Dat begint met die gitzwarte baan van de Duitse vlag en ik ben nu eenmaal allergisch voor zwart. Maar ook al dat oranje in de Nederlandse straten geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Het gevoel van: vluchten kan niet meer. Wie niet meedoet aan deze gekte, is gek.
Maar ik snap natuurlijk niks van voetbal en begrijp het gedoe niet om een onschuldig spelletje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten