vrijdag 31 december 1999

Sinterklaas

HOE IK TOT DE ONTDEKKING KWAM
DAT MIJN VADER SINTERKLAAS WAS


Warm en genoegelijk zat ik daar. Op mijn vertrouwde plaatsje: op het kussen naast de haard.
Voor mij uitgestald lagen snoepgoed, een treintje… cadeautjes.
Ik voelde me behaaglijk zo, zo zat ik vaak… te luisteren naar de stilte.
Een half uurtje geleden, toen de buren er nog waren met hun kinderen, en Sinterklaas en de Pieten, toen er gezongen werd en gestrooid en toen Bruno zo blafte, toen kon men eigenlijk niets horen, maar nu, nu het weer stil was, nu waren er weer vele geluiden in de kamer.
Het hout dat in het vuur lag knapte.
Bruno schoof met zijn snoet snuffelend over de vloer op zoek naar verdwaalde pepernoten.
Moeders breinaalden tikten om het hardst met de klok.
Ja, ik voelde me behaaglijk zo, zo zat ik vaak.

Maar toch, dit keer, er knaagde iets aan me. Terwijl ik zo zat te dromen, was er iets in me wakker geworden. Er was ìets dat mij van een volmaakt heerlijk avondje scheidde…
Ik keek voor me, naar m'n cadeautjes.
Ik keek op, naar m'n moeder.
Ik keek om me heen en dacht terug aan het Sinterklaasfeest.
Hoe we hadden zitten te wachten aan het begin van de avond: de buurvrouw, de buurman, Peter, Johan, Ine, moeder en ik. En hoe we vast wat hadden gezongen rond het vuur.
En toen was hij binnengekomen!
We hadden stralend gekeken en we hadden gezongen dat we allemaal even recht zaten. En de Sint had òòk blij gekeken en geknipoogd naar moeder…  
Bruno was opgesprongen en blafte kwaad tegen Zwarte Piet, die hem slechts had weten te kalmeren met een hand vol pepernoten. "Maar dat is slecht voor z'n gebit", had moeder nog gezegd. En toen kwamen de geschenken, en moeder zette koffie en limonade klaar en we zongen en we sprongen en we waren zo blij… en Sinterklaas bleef extra lang.

Nu was het weer stil. Ik houd van de stilte. Ik voel me er thuis in. Maar wat was er dan wat er aan mij knaagde? Wat miste ik dan? Ik zocht in mijn gedachten. Buurvrouw, buurman, Peter, Johan, Ine, moeder en ik. Buurvrouw, buurman, Peter, Johan, Ine….. moeder en ik. Ineens knapte er iets in me.
"Moeder…", zei ik. "Ja jongen? , vroeg ze verschrikt. Ze voelde de vraag aankomen. Jaren had ze deze vraag gevreesd. Nu zou ze de waarheid moeten vertellen; de waarheid over vader, de waarheid over Sinterklaas.
"Moeder… waar is eigenlijk mijn vàder? Waarom zijn we maar met zn tweetjes!?"
"Ach jongen", zei ze, eens zou je er toch achter komen. Je bent oud genoeg om het te begrijpen. Hoe zal ik het je vertellen…?"

"Het was op een gure Sinterklaasavond, elf jaar geleden. Hoor, er werd geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt… t Was een vreemdeling zeker, die verdwaald was zeker… Ja hoor, het was… nou ja, een gastarbeider…. Uit Spanje. En het was zo guur en koud… Ach en toen…"
Met gemengde gevoelens hoorde ik het aan. Geschokt en blij tegelijk. Voor het eerst van mijn leven wist ik dat ook ìk een vader had, al was m'n moeder niet getrouwd.
"Maar waarom zijn jullie tóen niet getrouwd?" vroeg ik. "Ach", zei m'n moeder, "dat kon niet. Het was een bisschop. Die mag niet trouwen. Hij zat met het celibaat…"
M'n mond viel open. Nu pas begreep ik het helemaal: m'n vader… was Sinterklaas!

Ytzen Lont, 19 november 1972
Opstel Nederlands 4 Mavo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten