woensdag 7 september 2022

Ongemotiveerde locatiekeuze windpark Goyerbrug

De gemeenteraad van Houten moet deze maand beslissen over de vergunning voor Windpark Goyerbrug (preciezer gezegd: het college van B&W vraagt de raad een verklaring van geen bedenkingen af te geven). De huidige coalitie is geen voorstander van het windpark. Het is de vraag hoeveel ruimte de gemeente heeft om de vergunning af te wijzen als de aanvraag aan de normen voldoet, maar het is nog meer de vraag wat die normen precies zijn, omdat de Raad van State de normen voor windmolens (in het Activiteitenbesluit) heeft vernietigd en daarmee ook de vergunning die de gemeente Houten eerder verleende voor het windpark. De Raad van State heeft de gemeente nog tot oktober de tijd gegeven om opnieuw over de vergunningaanvraag te beslissen. 

Locatiekeuze
Op Facebook zag ik ook weer een discussie over de locatiekeuze. Wethouder Hilde de Groot (GroenLinks) die verantwoordelijk was voor de eerdere verguningverlening, maar inmiddels wethouder is in buurgemeente Bunnik, verdedigde zich in deze online discussie door te stellen dat de locatie al eerder was vastgesteld en dat zij daar als wethouder niet verantwoordelijk voor was. Daar heeft ze denk ik gelijk in, al valt er over die locatiekeuze van toen ook nog wel wat te zeggen. 

De locatie Goyerbrug (in de gemeente Houten, maar niet ver van de gemeentegrenzen met Wijk bij Duurstede en Culemborg) is inderdaad al in 2011 vastgesteld. Op basis van documenten die Omroep Houten in 2019 heeft opgevraagd (deels via een WOB-verzoek) bij de gemeente Houten, omliggende gemeenten en de Provincie en die ik beheer (zie go.stylo.nl/wind), kom ik tot het volgende beeld.

Van Kyoto tot 't Goy
Op basis van afspraken in Kyoto (1997) zou Nederland indertijd 6% minder (dan in 1990) broeikasgas uitstoten. Daarvoor werd o.a. gezocht naar ruimte voor windmolens langs grote infrastructuur (A12, A27, Amsterdam-Rijnkanaal: ARK). Al rond 2000 doet Houten eigen locatieonderzoek. Hieruit komen drie locaties: 1) Veerwagenweg (langs ARK); 2) langs het spoor bij Schalkwijk; 3) ‘t Goy (langs ARK). 

Voorwaarde voor windpark 2 en 3 is evaluatie van windpark 1. Deze voorwaarde komt van begin (2001) tot het eind (2020) terug in de stukken, maar nooit wordt duidelijk wat daarbij de criteria en gevolgen zijn.

Ongemotiveerde verschuiving
Windpark Schalkwijk valt af, omdat het in de ecologische hoofdstructuur (EHS) ligt en de ontwikkelaar afhaakt. Bij het vaststellen van de structuurvisie Eiland van Schalkwijk (2011) wordt de windmolenlocatie langs het ARK nabij 't Goy verschoven naar Goyerbrug.
Deze keuze is niet onlogisch (bestaande infrastructuur) en vermoedelijk ontsproten aan de door de gemeente met bewoners en experts georganiseerde tekenworskhops, maar wordt in de stukken nergens genoemd of onderbouwd. De verschuiving is alleen vaag terug te vinden op een schetsje van een workshop. Uiteindelijk vindt de verschuiving van 't Goy naar Goyerbrug plaats op basis van één inspraakreactie: die van Ruben Berendts van BlueBear Energy, de initiatiefnemer van het windpark.

Ook in het concept van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) komt de locatie Goyerbrug niet voor (maar het hele zoekgebied langs het kanaal), totdat de gemeente Houten de provincie daar in een zienswijze op wijst. Nadat Goyerbrug vervolgens ook in de PRS is opgenomen, blijven provincie en gemeente naar elkaar (en dus die ene inspraakreactie van Ruben Berendts) verwijzen dat de locatie vaststaat.

Evaluatie en draagvlak
Naarmate realisatie dichterbij komt, zwellen - vele jaren later en rijkelijk laat - de protesten aan. De betekenis van 'evaluatie' en 'draagvlak' zijn onduidelijk en wordt door iedereen anders ingevuld. Voor bewoners betekent het wel of niet eens zijn met de plannen, voor de gemeente betekent het vooral dat er door direct omwonenden geen bezwaren worden ingediend (deze zijn afgekocht in een overeenkomst met de ontwikkelaar) en voor de provincie betekent 'draagvlak' dat de gemeenteraad vóór stemt. Als de gemeenteraad tegen stemt, dan kan de provincie (oorspronkelijk het bevoegd gezag in deze, maar  doorgeschoven naar de gemeente) de vergunningverlening weer naar zich toetrekken en de vergunning alsnog verlenen. 

Wettelijk is 'draagvlak' geen criterium voor ruimtelijke plannen en dit speelt in de rechtspraak dus nauwelijks een rol, wél de vraag wat de gevolgen zijn voor direct omwonenden, maar die moeten dan wel worden aangetoond. In deze fase gaat het er vooral om dat de ondernemer met onderzoek kan aantonen dat aan de milieunormen wordt voldaan, terwijl de landelijke milieunormen (Activiteitenbesluit) door de Raad van State zijn afgeschoten.

De rechter komt er weer aan te pas
Ik vermoed (of weet wel zeker) dat zowel bij het afwijzen als het verlenen van de vergunning de rechter er wel weer aan te pas zal komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten