zaterdag 28 september 2024

Vree aan die laatste ree

In een gesprek met mijn Duitse vriend Andreas Gressmann in München, die uitstekend Nederlands spreekt en onder andere Nederlandse en Vlaamse literatuur vertaald in het Duits, kwamen we te spreken over Nederlandse dichters en auteurs. Ik ben zijn Dode Dichters Almanak, als er in Nederland een schrijver sterft, stuur ik die meteen naar hem door. Misschien heeft de dode dichter Duitsland nog iets te zeggen. Soms dichters waar ik tot hun dood nog nooit van had gehoord. Eigenlijk ben ik een cultuurbarbaar en mijn kennis van de literatuur is heel fragmentarisch. In het gesprek probeerden wij samen de namen van Nederlandse dichters uit vervlogen tijden in onze herinnering te roepen. Wie laat nou ook al weer brede rivieren traag door oneindig laagland gaan? Wie is de blomme een tale? Wie ging moedeloos een dag uit vissen? - "Er steeg een licht op van beneden, van de zwarte spiegelgrond, ik zag een tuin onbetreden en een kind dat daar stond. - Wie was ook al weer die scheepsarts, die verre reizen maakte op zee? Hij had iets met Friesland, Leeuwarden, mijn geboorteplaats Harlingen. Dat prachtige gedicht, waarvan alleen flarden naar boven komen. Iets met Dakoenja en Sint Heleen. Vaak denk ik aan die slotregels: "Nergens vind ik vree dan in die laatste ree van hout in zand." Zoiets. Ik leerde dit gedicht op het Streeklyceum in Ede. Vlakbij het natuurgebied en de herberg Planken Wambuis, wat net als "hout in zand' op een doodskist kan duiden. Ik heb Planken Wambuis altijd een prachtige en intrigerende naam gevonden. Maar hoe heette die dichter nou? O ja, Jan Slauerhoff. En dit is het gedicht: (via dbnl.org)

Het Einde

 
Vroeger toen 'k woonde diep in 't land,
 
Vrat mij onstilbaar wee;
 
Zooals een gier de lever, want
 
Ik wist: geen streek geeft mij bestand,
 
En 'k zocht het ver op zee.
 
 
 
Maar nu ik ver gevaren heb
 
En lag op den oceaan alleen,
 
Waar zelfs Da Cunha en Sint-Heleen
 
Niet boren door de kimmen heen,
 
Voel ik het trekken als een eb
 
 
 
Naar 't verre, vaste, bruine land...
 
Nu weet ik: nergens vind ik vree,
 
Op aarde niet en niet op zee,
 
Pas aan die laatste smalle ree
 
Van hout in zand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten