woensdag 16 december 2020

Ouderdomswoordblindheid

Zoals de meesten van onze leeftijd ontwikkel ik, nu ik halverwege de zestig ben, langzaamaan een geriatrische dyslexie (ofwel ouderdomswoordblindheid). Dat is mijn eigen aanduiding voor het verschijnsel dat bij het lezen de associatie vanuit de herinnering sneller werkt dan het vermogen om de letters in de juiste volgorde te krijgen. Kees van Kooten schreef daar jaren geleden al eens over, toen hij de vijftig was gepasseerd en zich kostelijk vermaakte doordat hij ineens allemaal nieuwe, niet bestaande woorden las. Als de hersenen het niet zo snel meer kunnen bijbenen, gaan de grijze cellen creatief aan het raden met wat er in de geest al aanwezig is.

In mijn jeugd zag ik op televisie eens een filmpje - bedoeld als waarschuwing - waarin een ouder iemand in zijn medicijnkastje grijpt en het verkeerde medicijn pakt, dat vlak naast het goede flesje staat. Als kind kon ik dat niet begrijpen, maar vandaag de dag grijp ik er zelf steeds vaker naast. Dan sta ik voor een kastje en heeft mijn hand al begrepen dat ik iets moet pakken, maar weten mijn ogen nog niet wat de vraag was. Dan is het weer jam in plaats van pindakaas.

Als je dit euvel wilt duiden, weet ik niet of je hier moet spreken van 'te traag' of juist 'te snel'. Het is een kwestie van asynchroon. Van mijn oude moeder leerde ik - en zij had het weer geleerd van haar oudere zus - om dan alles hardop, bewust en bedachtzaam te doen. Dus als je mij dezer dagen bezig zou zien, dan zie je mij niet alleen naar het kastje in de keuken lopen en de jam pakken, maar hoor je mij onderwijl zeggen: "ik loop nu naar het kastje, in de keuken, en ik pak de pindakaas". Goed, soms wordt het dan dus dus toch nog jam in plaats van pindakaas, maar het idee is duidelijk. Voor mijn gedrag maakt het weinig uit, want ik was toch al gewend om hele gesprekken te voeren met de journaallezer of met elke hond of lantaarnpaal die voorbij komt.

Vanmorgen zag ik deze kop in Trouw: "Inheemse groepen spannen zaken aan tegen olieboringen".
Mijn geest bleef even hangen bij het eerste woord, waardoor ik het laatste woord met een half oog las als "inboorlingen". Net op tijd bedacht ik dat dit woord niet meer mag, net zo min als die schadelijke olieboringen in Alaska zouden mogen worden zijn toegestaan, dus ik slikte mijn vergissing snel weer in.

Merkwaardig vind ik het intussen wel dat "inboorlingen" is vervangen door "inheemsen". Het is dus beledigend om te zeggen dat mensen in dat land geboren zijn en respectvol om te zeggen dat ze in dat land thuis horen. Maar goed, ik grijp er nog wel eens naast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten