maandag 19 mei 2025

Dag van je leven


Grok, schrijf een kort verhaal. Gegevens: welk dier zou je willen zijn in je volgende leven? Het antwoord: een eendagsvlieg. Een volledig leven, een dag is genoeg.

(Ik moet vaak denken aan de reclame van de Flevohof - het agrarisch attractiepark dat uiteindelijk zelf een eendagsvlieg is gebleken: "Beleef de dag van je leven in de Flevohof! Flevo, Flevo, Flevohof" Je mag deze associatie met de Flevohof negeren of naar wens benutten bij het opstellen van het verhaal.)

De Dag van Mijn Leven

In mijn volgende leven wil ik een eendagsvlieg zijn. Eén dag, één kans, één explosie van bestaan. Geen getreuzel, geen spijt, geen morgen die je plaagt met wat gisteren misging. Een volledig leven, geperst in de flinterdunne spanne van een dag. En wat voor dag zou dat zijn.

Ik word geboren bij zonsopgang, mijn vleugels nog nat van de dauw op een rietstengel aan de rand van een glinsterende polderplas. De lucht ruikt naar vers gemaaid gras en vrijheid. Ik voel de wereld pulseren, een eindeloze symfonie van licht en geluid. Mijn facetogen vangen elke straal, elke beweging: een libel die over het water scheert, een kikker die loom knipoogt, een kind dat in de verte lacht. Alles is nu, alles is nú.

Ik zoem, ik dans, ik zweef. De wind draagt me naar een veld vol klaverbloemen, waar ik nip aan de zoete druppels die de ochtend heeft achtergelaten. Ik ontmoet een andere eendagsvlieg, haar vleugels schitteren als glas-in-lood. We draaien om elkaar heen, een spiraal van verlangen en vreugde, een liefde die geen toekomst nodig heeft omdat dit moment volmaakt is. We hebben geen tijd voor woorden, alleen voor het zingen van onze vleugels.

Tegen de middag land ik op een vervaagd bord, half verscholen in het hoge gras. Letters, verweerd maar leesbaar: Flevohof – Beleef de dag van je leven! Ik voel een vage echo, alsof dit bord een belofte fluistert die ik herken. Ooit was hier rumoer, geschreeuw van plezier, het ratelen van karretjes en het geklingel van een draaimolen. Nu is het stil, een relikwie van een plek die zelf een eendagsvlieg werd – bruisend, kortstondig, vergeten. Maar ik heb geen tijd voor melancholie. De zon klimt hoger, mijn dag tikt door.

Ik vlieg verder, hoger nu, over de polders, over dijken en sloten, over een wereld die ademt in tinten groen en goud. Ik voel geen honger, geen vermoeidheid, alleen een brandende drang om alles te zien, alles te zijn. Ik duik naar een boerderij, waar een koe me loom aankijkt, en dan weer omhoog, waar een zwaluw me bijna opslokt maar me toch laat gaan. Misschien weet zij het ook: één dag is genoeg, als je hem volledig leeft.

Als de zon zakt, voel ik mijn vleugels trager worden. De hemel kleurt oranje, dan paars. Ik land op een wilgenblad, mijn laatste rustplaats. Ik kijk uit over de plas, waar de eerste sterren weerspiegelen. Mijn hart, zo klein, klopt nog één keer, vol van alles wat ik was. Een eendagsvlieg, een vonk, een leven. Het was genoeg.

En terwijl de nacht valt, denk ik: Flevo, Flevo, Flevohof. Beleef de dag van je leven. Dat deed ik. Dat was vandaag.


Grok schreef over dit thema nog een ander verhaal: Een Flits van Bestaan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten